bepaalde oorsprong (20), waarvan de diagnose door de reumatoloog niet voor de hand ligt (bv. ziekte van Still bij volwassenen). Zonder te vergeten dat, volgens de strenge criteria van Durack en Street (21), in bijna de helft van de gevallen uiteindelijk geen diagnose kan worden gesteld, kan het onderzoek toch nuttig zijn. Er is echter geen enkele grond om de PET-scan aan te bevelen voor de systema tische evaluatie van systeemziekten. Een indicatie waarover de laatste jaren wel zekerheid werd bereikt, is sarcoïdose. Bij de evaluatie van de systemische vormen van deze ziekte, is de PET-scan vandaag onmisbaar geworden (22). Omdat bij sarcoïdose zeer vaak de longen worden getroffen, is het logisch dat de studies zich daarop toespitsen (Figuur 3). We onthouden a) dat een intense captatie ter hoogte van de longen, met een lage mediasti nale captatie, voorspellend is voor een ernstige activiteit activiteit een wait and seehouding rechtvaardigt (24). De rol van de PET-scan in louter articulaire vormen werd tot op heden niet onderzocht. cers gebruikt, met name benzodiazepines in de macrofagen, die vaak overvloedig aanwezig zijn in de ontstoken synoviale membraan bij reu matoïde artritis (26). Beide tracers lenen zich onmiskenbaar uitstekend voor de kwantitatieve evaluatie van de omvang en evolutiviteit van de ziekte, maar bieden het nadeel dat ze gezien de zeer korte radioactieve periode (20min) van koolstof11 ter plaatse moeten worden geproduceerd. |