background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
86
(5-7). Er werden verschillende vergelijkingen gemaakt
met andere beeldvormingstechnieken zoals MRI en echo
grafie met hoge resolutie. Een belangrijke vaststelling is
dat, als uit de echografie met hoge resolutie blijkt dat de
synoviale membraan met 1mm is verdikt, de PET-scan een
zeer hoog vermogen heeft om de ontsteking op te sporen
(7). Behalve voor de kwantificering van de activiteit van
de ziekte, is de PET-scan heel handig bij specifieke aan
tastingen, zoals de geduchte atloïdoaxoïde artritis waarvan
de diagnose moeilijk te stellen is (8) of de evaluatie van
extraarticulaire aantastingen, en met name van pulmo
nale reumatoïde nodules die eveneens moeilijk kunnen
worden gediagnosticeerd: ze zijn meestal weinig metabool,
wat hen onderscheidt van maligne primitieve tumoren (9).
Een interessant verschijnsel, vooral bij kankerpatiënten
die ook kampen met reumatoïde artritis, is de lymfeklier
captatie die de homing van ontstekingscellen weergeeft op
het drainagetraject van een ontstoken gewricht (Figuur 1)
(10). Helaas bleek uit een studie dat de intensiteit van de
captatie bij reumatoïde artritis niet significant hoger is dan
bij artrose, in de Angelsaksische betekenis van primary
osteoarthritis
, wat de rol van de techniek bij de diagnose
uiteraard beperkt (11). Hoe dan ook mag het vermogen van
de PET-scan om in het kader van onderzoeksprotocols de
omvang en intensiteit van de ziekte te identificeren, niet
worden onderschat.
andere reuma-aandoenIngen
De positiviteit van de PET-scan met
18
FFDG in spondy
loartropathieën werd in de literatuur meermaals aange
toond (12). Toch werd geen enkel specifiek patroon geï
dentificeerd. Het belang van de techniek schuilt wellicht
in het feit dat ze de indicatie en de respons op de nieuwe
doelgerichte biologische behandelingen, zoals de antiTN
Fa-antilichamen, objectief kwantificeert (13). De rol bij de
diagnose, met een nosologische specificiteit, blijft tot op
heden zeer beperkt.
InflammatoIre arterItIs
Sinds de jaren 90 wordt de PET-scan met
18
FFDG voor
gesteld als een efficiënte techniek voor de diagnose van
reuzencelarteritis en bij de ziekte van Takayasu (14). De
techniek biedt een hoge gevoeligheid (77-92%) als de grote
bloedvaten zijn aangetast en een uitstekende specificiteit
(89-100%). Dat bleek in het bijzonder uit Belgische studies
aan de KU Leuven (15, 16). Een kwantitatieve index is de
ver houding tussen de captatie door de thoracale aorta en de
lever. Als die verhouding groter is dan 1, is de kans op arteri
tis van de grote bloedvaten zeer hoog, zoals werd aangetoond
door een studie van de ROC-curven (17). Deze uitstekende
resultaten worden enkel bereikt bij nog niet eerder behan
delde patiënten met inflammatoire markers (Figuur 2). Bij
deze aandoeningen kan een behandeling met steroïden zeer
snel efficiënt zijn en de PET-scan volledig negativeren.
Als dit soort ziekte wordt vermoed, is het dus van essen
tieel belang om het onderzoek snel uit te voeren voordat
de behandeling wordt gestart; bij ernstige vormen, met
name deze die het gezichtsvermogen in het gedrang bren
gen, is dat niet altijd mogelijk en moet een testbehande
ling worden gestart. Op diagnostisch vlak lijkt een diffe
rentieeldiagnose tussen geïsoleerde arteritis, geassocieerd
met polymyalgia rheumatica of geïsoleerde polymyalgia
rheumatica, mogelijk op basis van het voornoemde kwan
titatieve criterium en van verdeelcriteria die eveneens
werden gerapporteerd (18). Omgekeerd werd de diffe
rentiatie tussen polymyalgia rheumatica en reumatoïde
artritis met polymyalgische presentatie tot op heden nog
niet bestudeerd. De aanwezigheid van een perifere, sym
metrische en typische aantasting van reumatoïde artritis
kan de diagnose vooruithelpen. In de indicatie arteritis is
de PET-scan ook nuttig om de omvang van de ziekte en de
respons op de behandeling te evalueren (19). Tot op heden
kon echter geen enkele studie op betrouwbare wijze aan-
geven wanneer de behandeling moet worden opgeschort
op basis van een beeldvormingstechniek. Ten slotte moe
ten we voor ogen houden dat de diagnose van geïsoleerde
temporale arteritis niet kan worden gesteld met de PET-
scan omdat deze techniek geen ruimtelijke resolutie biedt
voor kleine bloedvaten.
figuur 2: typisch beeld van reuzencelvasculitis (ziekte van horton).