verschillen. Er zijn veel verschillende behandelingen voor spasticiteit, die elkaar vaak aanvullen en een beroep doen op verschillende medische en chirurgische specialiteiten. Precieze `guidelines' voor de behandeling zijn er niet. Het gevaar bestaat dus dat we de patiënt behandelen volgens onze gevoeligheid, en niet volgens zijn specificiteit. Een correcte behandeling van spasticiteit steunt op een duide lijke neurologische diagnose, een gepaste neurologische revalidatie en een precieze kennis van de rol van de spasti citeit in de klachten van de patiënt en van alle beschikbare behandelingen. Daarom verenigt de Interdisciplinaire Consultatie Spasticiteit van het CHU MontGodinne sinds 1999 artsen van de diensten fysieke geneeskunde en reva lidatie, neurochirurgie, orthopedische chirurgie, anesthe siologie en neurologie om de spastische patiënt de meest geschikte behandeling te kunnen voorstellen. de drie pijlers van de internationale classificatie (ICF) van handicaps van de WHO: deficiëntie (zwakte, spasticiteit, retractie, loopsnelheid), ongeschiktheid (invaliditeitsschaal zoals FAC, FWC of ABILOCO) en levenskwaliteit (schaal SF36 of EQ-5D). De meest gebruikte schaal voor de klinische evaluatie van spasticiteit is ongetwijfeld de ashworthschaal die werd gewijzigd door Bohannon (4) (Tabel 1). Deze nietlineaire maar gevalideerde en reproduceerbare schaal evalueert de Bij spasticiteit van spinale oorsprong, die zich meestal ver taalt in buigspasmen van de onderste ledematen, gebrui ken we de Penn Spasm Score, die de frequentie en het spontane of geïnduceerde karakter van de spasmen meet (5) (Tabel 2). spitsvoet, genu recurvatum en kniestijfheid) worden kli nisch geëvalueerd en met videoopnamen. De looppara meters (snelheid, ritme en lengte van de stappen) worden geëvalueerd tijdens een looptest (looptest van 10 meter of 6 minuten). Voor het bovenste lidmaat worden in de ergo therapie specifieke grijptests uitgevoerd om de gestuele traagheid van de patiënt te kwantificeren en er de vooruit- gang na behandeling van te beoordelen. Bij medullaire letsels moet elke, a fortiori plotse toename van de spasti citeit aanzetten tot het opsporen van een irritatieve factor zoals een schram, urolithiasis of elke andere, normaal pijn lijke pathologie. In dat geval vervangt de spasticiteit het nociceptieve signaal in het verdoofde gebied. als evaluatIemIddel gecreëerd met anesthetica. Ter hoogte van het contact met de zenuw die een spastische spier innerveert wordt lokaal een verdovingsmiddel geïnjecteerd, waardoor de spasticiteit gedurende enkele uren snel afneemt. Met een |