background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
33
van de patiënt die soms bij eenzelfde klinisch beeld kunnen
verschillen. Er zijn veel verschillende behandelingen voor
spasticiteit, die elkaar vaak aanvullen en een beroep doen
op verschillende medische en chirurgische specialiteiten.
Precieze `guidelines' voor de behandeling zijn er niet. Het
gevaar bestaat dus dat we de patiënt behandelen volgens
onze gevoeligheid, en niet volgens zijn specificiteit. Een
correcte behandeling van spasticiteit steunt op een duide
lijke neurologische diagnose, een gepaste neurologische
revalidatie en een precieze kennis van de rol van de spasti
citeit in de klachten van de patiënt en van alle beschikbare
behandelingen. Daarom verenigt de Interdisciplinaire
Consultatie Spasticiteit van het CHU MontGodinne sinds
1999 artsen van de diensten fysieke geneeskunde en reva
lidatie, neurochirurgie, orthopedische chirurgie, anesthe
siologie en neurologie om de spastische patiënt de meest
geschikte behandeling te kunnen voorstellen.
evaluatIe van de spastIsche patIënt
De klinische evaluatie van de spastische patiënt steunt op
de drie pijlers van de internationale classificatie (ICF) van
handicaps van de WHO: deficiëntie (zwakte, spasticiteit,
retractie, loopsnelheid), ongeschiktheid (invaliditeitsschaal
zoals FAC, FWC of ABILOCO) en levenskwaliteit (schaal
SF36 of EQ-5D).
De meest gebruikte schaal voor de klinische evaluatie van
spasticiteit is ongetwijfeld de ashworthschaal die werd
gewijzigd door Bohannon (4) (Tabel 1). Deze nietlineaire
maar gevalideerde en reproduceerbare schaal evalueert de
weerstand van een spier tijdens haar passieve uitrekking.
Bij spasticiteit van spinale oorsprong, die zich meestal ver
taalt in buigspasmen van de onderste ledematen, gebrui
ken we de Penn Spasm Score, die de frequentie en het
spontane of geïnduceerde karakter van de spasmen meet
(5) (Tabel 2).
De kinematica van het lopen en de afwijkingen (zoals
spitsvoet, genu recurvatum en kniestijfheid) worden kli
nisch geëvalueerd en met videoopnamen. De looppara
meters (snelheid, ritme en lengte van de stappen) worden
geëvalueerd tijdens een looptest (looptest van 10 meter of
6 minuten). Voor het bovenste lidmaat worden in de ergo
therapie specifieke grijptests uitgevoerd om de gestuele
traagheid van de patiënt te kwantificeren en er de vooruit-
gang na behandeling van te beoordelen. Bij medullaire
letsels moet elke, a fortiori plotse toename van de spasti
citeit aanzetten tot het opsporen van een irritatieve factor
zoals een schram, urolithiasis of elke andere, normaal pijn
lijke pathologie. In dat geval vervangt de spasticiteit het
nociceptieve signaal in het verdoofde gebied.
het belang van dIagnostIsche blokkades
als evaluatIemIddel
Tijdens de consultatie worden diagnostische blokkades
gecreëerd met anesthetica. Ter hoogte van het contact
met de zenuw die een spastische spier innerveert wordt
lokaal een verdovingsmiddel geïnjecteerd, waardoor de
spasticiteit gedurende enkele uren snel afneemt. Met een
tabel 1: ashworthschaal gewijzigd door bohannon.
0
geen verhoging van de tonus
1
lichte verhoging van de spiertonus met gevoel van weerstand aan het einde van de beweging
1+
lichte verhoging van de spiertonus met gevoel van weerstand in het begin van de beweging
2
sterke verhoging van de tonus tijdens de beweging, maar het segment blijft makkelijk mobiliseerbaar
3
sterke verhoging van de tonus met moeilijk mobiliseerbaar segment
4
segmentaire stijfheid met onmogelijke passieve beweging
tabel 2: penn spasm score.
0
geen spasmen
1
spasme geïnduceerd door sensoriële stimulering of passieve mobilisatie
2
occasioneel spontaan spasme
3
1 tot 10 spontane spasmen per uur
1
meer dan 10 spontane spasmen per uur