botreModellering 2. Dienst Klinische Biologie, Cliniques universitaires Saint-Luc, Brussel (BMD) is de meest gebruikte manier om osteoporose te diagnosticeren en een geschikte behandeling in te stellen. Maar een groot aantal fracturen komt voor bij patiënten (vrouwen en mannen) van wie de T-score hoger is dan 2,5. De FRAX-tool, een nieuw instrument van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) om het fractuurrisico te berekenen, is ge- baseerd op een combinatie van klinische factoren die een rol spelen in het ontstaan van fragiliteitsfracturen. De combinatie van beide (FRAX + BMD) verbetert de identificatie van die patiënten die het meeste risico lopen. Botremodellering zorgt voor de integriteit van het skelet als dit proces in evenwicht is (botresorptie en botvorming gelijk). Bij een ver- snelde remodellering ondervindt het botvormingsproces moeilijkheden om het evenwicht te herstellen, vandaar dat het skelet zwakker wordt. Aan de hand van een meting van de parameters voor botremodellering kan dit evenwicht of de verstoring ervan in kaart worden gebracht. In de toekomst zou dit kunnen helpen om risicopatiënten te identificeren, en niet enkel diegenen die al als risicopatiënt zijn geïdentificeerd op basis van de BMD en FRAX. De concentratie van die parameters verandert snel na behandeling. De BMD verandert trager en de FRAX-score is niet gevoelig voor de effecten van behandeling. Op basis van een meting van de markers zou de doeltreffendheid van een behandeling snel kunnen worden geëva- lueerd en de therapietrouw kunnen worden verbeterd. In groepen patiënten is de predictieve kracht van deze parameters groot, maar in een individueel geval blijven ze onnauwkeurig. De kosten-batenverhouding van een meting van deze parameters in individuele gevallen moet nog worden bepaald. En dat is precies waarop artsen ongeduldig zitten te wachten. m t a s me dige organen beschermen tegen trauma's, voortbeweging mogelijk maken en uiteenlopende stofwisselings- (zoals calcium en zuurbaseuitwisseling) en hematologische pro cessen (beenmerg) garanderen. Een onveranderlijk orgaan zou al deze belangrijke functies niet adequaat kunnen ver vullen. Het skelet kan dat dankzij botremodellering wel. Het skelet wordt constant vernieuwd: resorptie van verouderde naar schatting om de tien jaar volledig vernieuwd. Bot- remodellering wordt beïnvloed door uiteenlopende, al lang bekende, systemische hormonale stimuli (zoals parat hormoon, calcitonine en groeihormonen), maar is ook afhankelijk van allerhande lokale cytokines die we nog niet zo lang geleden hebben leren herkennen. In normale omstandigheden is de remodellering bij volwassenen in evenwicht: remodellering zorgt ervoor dat de botmassa ook na de groei behouden blijft (Figuur 1). |