background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
50
lupus:
kIjkt reumatoloog door andere brIl
dan andere InternIsten?
In tegenstelling tot reumatologen testen niet-reumatologen niet systematisch alle personen met lupus voor antifos-
folipidensyndroom, en schrijven ze zelden hydroxychloroquine voor. Deze bevindingen geven aan dat er behoefte
is aan meer communicatie tussen de verschillende disciplines die zorgen voor personen met lupus. Dat schrijven
Noorse onderzoekers in Rheumatology.
Systemische lupus erythematodes is een heterogene aan
doening met een brede waaier aan klinische manifes
taties en graden van ernst. Dat maakt dat personen met
systemische lupus erythematodes voor hun behandeling
terechtkomen bij een uiteenlopende groep specialisten,
gaande van reumatologen tot nefrologen, dermatologen,
hematologen... afhankelijk van de symptomen en de orgaan-
aantasting. Dat maakt ook dat het klinische patroon van
een cohort met systemische lupus erythematodes sterk kan
verschillen in functie van de betrokken specialist. Aan dit
aspect werd in het verleden zelden aandacht besteed. Het
zelfde geldt voor het verschil in voorschrijfpatronen door
reumatologen en andere specialisten.
Karoline Lerang (Oslo University, Oslo, Noorwegen) en
collega's bogen zich over deze materie. Ze bestudeerden
een cohort van patiënten met systemische lupus erythema
todes die in Oslo werden verzorgd tussen 1999 en 2008. Ze
wilden vooral nagaan of er verschillen waren tussen reu
matologen en nietreumatologen in diagnostische benade
ring en voorkeur voor therapie.
De onderzoekers includeerden 325 patiënten. Het grootste
deel (227) werd uitsluitend behandeld door reumatolo
gen (reumatologiegroep). Een kleiner aantal (34) werd
uitsluitend behandeld door nefrologen, hematologen of
specialisten infectieziekten (nietreumatologiegroep) en
64 werden zowel door reumatologen als nietreumato
logen gezien (multidisciplinaire groep). Ook al vertoonden
patiënten uit de nietreumatologiegroep en de multidisci
plinaire groep vergelijkbare ziektekarakteristieken, toch
werden patiënten uit de nietreumatologiegroep minder
vaak getest voor antifosfolipidensyndroom (68% vs 94%)
en krijgen ze minder vaak hydroxychloroquine voorge-
schreven (12 vs 78%).
Volgens de auteurs geven deze bevindingen aan dat er be
hoefte is aan meer communicatie tussen de verschillende
specialisten die zorgen voor mensen met lupus.
lerang k, gilboe im, gran jT. differences between rheumatologists and other internists
regarding diagnosis and treatment of systemic lupus erthematosus. rheumatology
2012;51:663-9.
geWIchtsreductIe: beter stapsgeWIjs?
Een gerandomiseerde klinische studie vergeleek een standaardinterventie voor gewichtsreductie met een staps-
gewijze benadering en kwam tot de conclusie dat de implementatie van die laatste benadering goedkoper is en
toch resulteert in een klinisch betekenisvolle gewichtsreductie. JAMA publiceert de resultaten.
Overgewicht houdt verband met verschillende chronische
aandoeningen. Dat maakt gewichtsreductie tot een lo
gische betrachting in de eerstelijnsaanpak van ziekten die
in de hand worden gewerkt door overgewicht en obesitas.
Leefstijlinterventies kunnen resulteren in gewichtsverlies
van acht tot tien procent over een termijn van 6 maanden.
Niet iedereen bereikt of behoudt echter dit gewichts
verlies.
De meeste gewichtsreductieprogramma's zijn intensief ge
durende de eerste weken, worden nadien minder intensief,
en hanteren een vast contactschema, ongeacht het succes
van de therapie. Deze programma's zijn over het algemeen
duur en tijdsintensief, wat ze in vele omstandigheden
onpraktisch maakt.
In JAMA vergelijken John Jakicic (University of Pitts-
burgh) en collega's een dergelijk klassiek schema (stan
dard behavioural weight loss intervention
, SBWI) met
een alternatieve, stapsgewijze benadering (stepped treat
ment approaches
, STEP). STEP staat voor een initieel wei
nig invasieve interventie die evenwel toeneemt wanneer
de beoogde gewichtsreductie niet wordt bereikt op vast
gestelde tijdstippen.