bij kinderen als bij volwassenen op). De biologische para meters die momenteel worden gebruikt, zijn dezelfde. let, die wordt gekenmerkt door een geringe botmassa en microarchitecturale aantasting van het botweefsel. Dit geeft aanleiding tot fragiele botten en een verhoogd frac tuurrisico. Het is gemakkelijk om de botmineraaldichtheid (BMD) te meten en de risico's te bepalen die verbonden zijn aan een lage BMD (cfr. criteria van de WGO en T-scores) (5). De microarchitectuur kan enkel worden geëvalueerd aan de hand van histomorfometrische kwantitatieve ana lyses van botbiopsieën. Nietbiologische technieken zoals microscan en magnetische resonantie met hoge resolutie zitten nog in een experimenteel stadium, maar zijn veelbe lovend. Recenter ontwikkelde de WGO het FRAX toren (geslacht, leeftijd, gewicht, lengte, queteletindex, persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van fragili teitsfracturen, gebruik van glucocorticoïden, rookstatus, alcoholisme, secundaire oorzaken voor osteoporose). De berekening van het algoritme maakt een statistische schat ting mogelijk van het fractuurrisico in de volgende tien jaar, al dan niet in combinatie met densitometrie (6). Deze twee instrumenten moeten de therapeutische indicatie bij osteoporose verfijnen. Vergeten we echter niet dat in een grootschalige therapeutische studie waarin het risico op een heupfractuur werd geëvalueerd en waarin de selec tie van de bejaarde personen was gebaseerd op klinische risico's, een behandeling met bisfosfonaten het fractuur risico enkel verlaagde bij patiëntes met een lage BMD (7). 25% corticaal 75% corticaal 75% corticaal 50% corticaal |