van zowel primaire hyperalgesie als secundaire hyperalge sie, onafhankelijk van de testmethode (7-11). De mate van hyperalgesie bleek verder niet gerelateerd te zijn aan andere factoren, zoals de mate van gewrichtsdeformatie, gezien het feit dat hyperalgesie aanwezig bleek op plaatsen die ver verwijderd lagen van de aangedane gewrichten (4). Ook hypervigilantie en andere psychosociale factoren ble ken hierin geen rol te spelen. Gegeneraliseerde hyperalge sie en allodynie zijn indicatief voor centrale sensitisatie. Toch wordt er in één studie enkel contralaterale hyperalge sie (enkel op de topografisch contralaterale plaats van de gestimuleerde regio) gerapporteerd (5). Dit is in strijd met veralgemeende hyperalgesie, maar wijst toch ook weer op de betrokkenheid van het centrale zenuwstelsel (spinaal en eventueel zelfs supraspinaal). en lichte druk ter hoogte van de huid over de aangedane gewrichten gerapporteerd (11,12). Dit zou het gevolg zijn van de activering van inhiberende systemen door de aan houdende nociceptieve stimulatie. Deze sensorische abnor maliteit komt dan ook voornamelijk voor bij de patiënten met langere ziekteduur. Patiënten met kortere ziekteduur zouden nog eerder een overgevoeligheid vertonen. Ook deze bevindingen wijzen weer op abnormale verwerking van centrale stimuli (12). woordelijk zijn voor het ontstaan van centrale sensitisatie bij reumatoïde artritis. Tot op heden is het meest waarschijn- lijk dat deze centrale hyperexciteerbaarheid zou kunnen resulteren uit de aanhoudende nociceptieve input vanuit de gewrichten, die eerst tot perifere sensitisatie zou leiden. Deze ontstekingsgemedieerde perifere sensitisatie zou dan aanleiding geven tot windup ter hoogte van de dorsale hoorn van het ruggenmerg (13), wat vervolgens tot cen trale sensitisatie zou kunnen leiden. Uit verschillende on derzoeken blijkt ook werkelijk dat als respons op herhaal delijk toegediende nocische prikkels temporele summatie van pijn of wind-up veel sneller optreedt bij patiënten met reumatoïde artritis en habituatie minder uitgesproken is in vergelijking met gezonde controlepersonen (8,9,14,15). De verhoogde efficiëntie van wind-up werd niet enkel aan evaluatie van amplitudes van corticale respons (14). Dit alles wijst er op dat het centrale zenuwstelsel van patiën ten met reumatoïde artritis zich minder goed aanpast aan pijnlijke stimuli, wat kan bijdragen tot chroniciteit. In tegenstelling tot de toegenomen wind-up, blijkt uit de stu die van Leffler et al. uit 2002 de pijnihibitie (Diffuse Noxious Inhibitory Controls) wel degelijk normaal te functioneren bij reumatoïde artritis (12). Toch dienen de pijndemping en de rol van cortisol, serotonine en opioïden (16) hierin zeker verder onderzocht te worden in goed opgezette studies. In tegenstelling tot sommige andere chronischepijnpopu laties is de endogene pijndemping bij reumatoïde artritis nog rede- lijk onontgonnen terrein. Hetzelfde geldt voor de rol van neuropeptiden en endomorfines in pijnver werking. Ten slotte weten we van bij andere chronischepijnpopu- laties dat bepaalde pijncognities, gedragingen en persoon lijkheidskenmerken nociceptie kunnen moduleren. Cogni tieve emotionele sensitisatie zou een belangrijke rol spelen in de chroniciteit bij patiënten met fibromyalgie, chro nischevermoeidheidsyndroom en chronische lagerugpijn. Cognitieve emotionele sensitisatie verwijst naar de capa citeit van centra in het prosencephalon (voorhersenen) om krachtige invloeden op de verschillende kernen van de hersenstam, inclusief de kernen die werden geïdentificeerd als de oorsprong van de dalende faciliterende paden, uit te oefenen. De activiteit in dalende mechanismen is niet constant maar kan worden gemoduleerd, bv. door het waakzaamheidsniveau, catastroferen, depressie, aandacht en stress (17). Bij reumatoïde artritis blijkt de rol van hypervigilantie, catastroferen, copingstrategieën, locus of control, etc, min der eenduidig te zijn. gerelateerd zijn aan de pijnintensiteit, terwijl uit een review van Edwards (19) catastroferen wel naar voren wordt ge schoven als een gerelateerde factor. Verder is er al wel wat onderzoek gedaan naar het limbische systeem en gerelateer de hersenstructuren bij patiënten met reumatoïde artritis, waarbij er verschillen in opioïdreceptorbinding werden gerapporteerd (20) en waaruit bleek dat TNF- een rol zou spelen in de nociceptive activering van het limbische systeem (21). Maar kort gesteld, is de relevantie van cogni tieve emotionele sensitisatie nog niet volledig duidelijk bij reumatoïde artritis en ontbreekt er sterke bewijskracht. die wijst in de richting van abnormale centrale pijnverwer king bij reumatoïde artritis, maar dat dit nog maar een TRB CHEMEDICA AG · Postbus 1129 · 85529 Haar/München, Duitsland · info@trbchemedica.be · www.trbchemedica.be Hyaluronzuur + Collageen + Anti-oxydanten website (CNK-code 2550-739). 15 ampullen 19,45 Euro. |