background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
26
tnf-remmers en cardIovasculaIre
aandoenIngen
Ten opzichte van niet-biologische ziektemodificerende
middelen vermindert het gebruik van TNFremmers gedu
rende één, twee of drie jaar de kans op cardiovasculaire
aandoeningen met respectievelijk 24 procent, 42 procent
en 56 procent, zo blijkt uit Nederlands onderzoek.
Een Nederlandse groep analyseerde retrospectieve gegevens
van 109.462 patiënten met reumatoïde artritis (1). De pa
tiënten hadden minstens één voorschrift gekregen van een
TNFremmer of methotrexaat of een ander nietbiologisch
ziektemodificerend middel. De bestudeerde gegevens hadden
betrekking op 105.920 patiëntenjaren, op 48.621 patiënten
jaren met blootstelling aan TNF-remmers, op 35.480 patiën-
tenjaren met methotrexaat en op 52.994 patiëntenjaren met
blootstelling aan andere, nietbiologische ziektemodi
ficerende middelen. Na start van de behandeling werden
1.743 cardiovasculaire aandoeningen opgetekend.
Behandeling met TNF-remmers verminderde significant
de kans op cardiovasculaire aandoeningen (myocardin
farct, beroerte, transient ischemic attack, onstabiele angi
na pectoris of hartfalen) (hazard ratio: 0,87; p = 0,005).
Het risico op myocardinfarct was eveneens lager (hazard
ratio: 0,80; p = 0,013).
Elke bijkomende zes maanden behandeling met TNF-rem
mers verminderde het risico van cardiovasculaire aan
doeningen bij patiënten van 50 jaar of ouder significant
(hazard ratio: 0,86; p = 0,007), zowel bij patiënten met
als zonder voorafgaande behandeling met methotrexaat
(hazard ratio: 0,85; p = 0,022).
Michael Nurmohamed (Amsterdam), die de resultaten
voorstelde, wijst er op dat reumatoïde artritis en ische
mische hartziekten een gemeenschappelijke basis heb
ben. Systemische inflammatie zoals die wordt gezien bij
reumatoïde artritis, bevordert ook cardiovasculaire aan
doeningen en sterfte door deze ziekten. Studies hebben
aangetoond dat in de eerste tien jaar na de diagnose van
reumatoïde artritis de kans op een myocardinfarct bijna
verdubbelt. De spreker concludeert dat de afname van het
cardiovasculaire risico een bijkomend pluspunt is van deze
reeds met succes aangewende klasse van geneesmiddelen.
bIologIcals, remIssIe en levensverWachtIng
bIj reumatoïde artrItIs
Resultaten van een Duitse studie tonen een lagere morta
liteit bij patiënten met reumatoïde artritis die behandeld
zijn met TNF-remmers en met rituximab, dan bij patiënten
behandeld met traditionele ziektemodificerende middelen.
Een Britse studie kwam tot dezelfde bevindingen.
Joachim Listing (Berlijn) gaf de resultaten van een Duitse
analyse van mortaliteitsgegevens van 8.908 patiënten met
reumatoïde artritis (2). De mortaliteit bij patiënten behan
deld met niet-biologische ziektemodificerende middelen
bedroeg 20,6 per 1.000 per jaar, 10,6 per 1.000 per jaar bij
patiënten behandeld met TNF-remmers en 12,7 per 1.000
per jaar bij patiënten behandeld met rituximab.
Verdere analyse bracht aan het licht dat vrouwen met reu
matoïde artritis een levensverwachting hebben die 2,2 jaar
korter is dan vrouwen uit de algemene bevolking. Patiën
ten met een DAS28score onder 4,1 hadden een normale
levensverwachting. Vrouwen met een DAS28score van
meer dan 4,1 overleden echter 5,6 jaar eerder dan controle-
personen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht.
Mannen met een DAS28score van meer dan 4,1 overleden
4,8 jaar eerder.
Analyse van het NORFOLK-register, een in 1990 opge
zet cohort van patiënten met inflammatoire polyartritis,
toonde verder dat het minstens eenmaal bereiken van re
missie in de eerste drie jaar van de follow-up geassocieerd
was met een betere overleving (hazard ratio: 0,75; 95%-
BI: 0,59-0,95) (3). Een toename van het aantal keren dat
remissie bereikt werd, was eveneens geassocieerd met een
afname van de mortaliteit door alle oorzaken. Patiënten
die één jaar na het eerste contact in remissie waren, had
den de sterkste afname van de mortaliteit in vergelijking
met patiënten die in de eerste drie jaar geen remissie be
haalden (hazard ratio: 0,66; 95%-BI: 0,47-0,92). Patiënten
die na twee of na drie jaar remissie behaalden, vertoonden
een progressieve afname van het voordeel gekoppeld aan
remissie.
Snel bereiken van remissie in een vroeg stadium van het
ziekteproces is dus essentieel ter verbetering van de prog
nose van patiënten met polyartritis.
tnf-remmers en herpesInfectIes
Hélène Che (Montpellier) pluisde systematisch de weten
schappelijke literatuur na op meldingen van infecties
met herpesvirus bij behandelingen van inflammatoire
reumatische ziekten met TNFremmers. De kans op die
infecties lijkt dan immers met ongeveer 75 procent toe
te nemen.
De spreekster identificeerde 655 artikels en 134 congres-
abstracts over dit onderwerp. Bijkomend manueel zoeken
leverde nog twee extra artikels op, alsook elf nationale
registers. Uiteindelijk voldeden 22 artikels en 28 abstracts
aan de selectiecriteria. Drie artikels en twee abstracts
konden voor een metaanalyse aangewend worden.
Deze hadden betrekking op in totaal 124.966 patiënten
jaren met therapie, waarvan 74.198 patiëntenjaren met