background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
39
besprekIng
Reusceltumoren van de peesscheden komen vaak voor ter
hoogte van de handen, maar zelden ter hoogte van de voe
ten. Daar kunnen ze ontstaan in zowel de gewrichtsvliezen,
de peesscheden als de slijmbeurzen (1-3).
De door Jaffe in 1941 geïntroduceerde term `gepigmen-
teerde villonodulaire synovitis' is momenteel de meest
gebruikte in de literatuur, hoewel de aandoening al ver
schillende benamingen heeft gehad: kanker van de pees-
scheden, xanthoom, xanthogranuloom, fibreus xanthoom,
myeloom van de peesscheden, myeloplaxtumor, reuscel
tumor, benigne synovioom.
De aandoening kan twee anatomoklinische vormen aan
nemen (3):
een gelokaliseerde vorm (nodulaire tenosynovitis), die
voorkomt bij volwassenen tussen 30 en 50 jaar;
- een diffuse vorm die in de peesscheden of slijmbeurzen
het equivalent is van articulaire gepigmenteerde villo
nodullaire synovitis. Deze vorm treft jongere mensen
en manifesteert zich vrijwel altijd via een volumineuze
massa rond het gewricht. De diffuse vorm is vaak
pijnlijk, met antecedenten van bloeduitstortingen in
de gewrichten of hemartrose.
Op radiologisch vlak is op standaardopnames een verdik
king zichtbaar van de weke delen, die een troebele vlek
zonder verkalking geeft. In 11-15% van de gevallen zijn bot
letsels aanwezig (5, 6). Die zijn geassocieerd met corticale
erosie en pseudo-cystische geoden die lijken op een kwaad-
aardige tumor. Vaak is ook een degeneratieve aantasting
van de omliggende gewrichten aanwezig. Op scintigrafie
is hyperfixatie te zien. Met een echografie kan de weefsel-
structuur van het gezwel worden bevestigd, zonder dat dat
evenwel iets zegt over de etiologie ervan. Voor Middelton
et al. (7) manifesteert een GCTTS zich op echografie als een
hypo-echogene homogene massa grenzend aan de pezen;
met detectie van arteriële bloeddoorstroming met Dop
pler. Een MRI is interessanter dan een scan om een GCTTS
te onderzoeken omdat tegelijk een nauwkeurig onderzoek
van het letsel en een lokaal verkennend onderzoek kunnen
plaatsvinden. Op MRI heeft de tumor goed afgelijnde gren
zen ter hoogte van het raakpunt met een synoviaalvlies. De
tumor verschijnt in hyposignaal in T1-gewogen sequentie
en in hypersignaal in T2-gewogen sequentie ­ hij licht
diffuus op na injectie van gadolinium. Op basis van de
detectie van hemosiderine, dat minder frequent aanwezig
is bij de articulaire vormen, kan de diagnose worden be-
vestigd (7, 8).
De positieve diagnose wordt gesteld op basis van het kli
nische beeld en de beeldvormingsonderzoeken en wordt
bevestigd aan de hand van het histologische onderzoek,
waarin de tumor microscopisch wordt gekenmerkt door
de proliferatie van meerkernige reuscellen, geassocieerd
met een actieve proliferatie van histiocyten. Dit wijst op
een macrofage activiteit met fagocytose van overvloedige
bloed- (hemosiderine) en lipidenpigmenten (3, 5, 9).
De differentiële diagnose omvat een synoviaalcyste, een
lipoom, fibroom, synoviale chondromatose, reumatoïde
synovitis en synovialosarcoom (10). De tumor evolueert
in principe lokaal, maar het is bekend dat hij recidive
rend is (25-45%) (1, 2). Toch zijn in de literatuur enkele
gevallen van uitzaaiing naar de longen, de wervelkolom, de
ingewanden en de lymfeklieren gerapporteerd (11, 12). Er
is ook melding gemaakt van een kans op maligne transfor
matie van de tumor (13).
De behandeling is chirurgisch met volledige exerese van
de tumor om recidieven te voorkomen. Vaak vertoont de
tumor verlengingen, in het bijzonder op het diepe vlak van
de pezen. Als er erosie van het corticale bot of penetratie
in het bod aanwezig is, is het noodzakelijk om een zorgvul
dige ruiming van het bot uit te voeren.
Aanvullende bestraling is nutteloos als de exerese volle
dig was. Toch rapporteerde Prakash (14) een duidelijke
afname van het aantal recidieven na bestraling. Hij raadde
bestraling aan in alle gevallen waarin volledige exerese niet
mogelijk is.
conclusIe
Reusceltumoren van de peesscheden van de voet zijn
zeldzaam en een bron van therapeutische problemen.
Volle dige resectie is vaak moeilijk, vandaar vermoedelijk
het hoge aantal recidieven.
referenties
1. fadel me, schulz a, linker r, jerosch j. giant cell tumour of the tendon sheath in the
foot. foot and ankle surgery 2006;12(1):33-7.
2. Vasconez, hC, nisanci m, eunyoung l. giant cell tumour of the flexor tendon sheath of
the foot. j Plas recons esth surg 2008;61(7):815-8.
3. bonnel f, faure P, baldet b, Claustre j. tumeur à cellules géantes des gaines synoviales du
pied. méd Chir Pied 1990;6(2):72-8.
4. jaffe hl, lichtenstein l, sutroc j. pigmented vilonodular bursitis and tenosynovitis. arch
Path 1941;31:731-65.
5. froin m. synovite villonodulaire hémopigmentée métatarsophalangienne. med Chir Pied
1991;7(1):34-47.
6. de shepper am, hogendoom PC, bloem jl. giant cell tumors of the tendon sheath may
present radioloically as intrinsic osseus lesions. am eur radiol 2006;29.
7. midletton wd, Patel V, Teefey sa, boyer mi. giant cell tumor of the tendon sheath:
analysis of scanographic finding. ajr am j roentgenol 2004;183(2):337-9.
8. karasick d, karasick s. giant cell tumor of tendon sheath: spectrum of radiologic findings.
skeletal radiol 1992;21:219-24.
9. Cavaliere a, sidoni a, bucciarellie V. giant cell tumor of tendon sheath:
immunohistochimical study of 20 cases. Tumori 1997;83(5):841-6.
10. rodrigues C, desai s, Chinay r. giant cell tumor of tendon sheath: a retrospective study
of 28 cases. j surg oncol 1998;68:100-3.
11. kobak mw, Perlows s. Xanthomatous giant cell tumors arising in soft tissue. report of an
instance of malignant growth. arch surg 1949;59:909.
12. bliss bVo, reed rj. large cell sarcomas of tendon sheath malignant giant cell tumor of
tendon sheath. am j Clin Path 1968;49:776-81.
13. wu nl h, h siao Pf, Chen bf, Chen hC, su h. malignant giant cell tumor of the tendon
sheath. int j dermatol 2004;43(1):54-7.
14. Prakash P, kotwal Vg, rajesh m. giant cell tumor of tendon sheath. j bone joint surg (br)
2000, 82-b:571-3.