EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén filmomhulde tablet bevat 1884,60 mg glucosa- minesulfaat natriumchloride, equivalent aan 1500 mg glucosaminesulfaat of 1178 mg glucosamine. Hulpstof: natrium 151 mg. breukstreep is alleen om het breken te vereenvoudigen zodat het inslikken makkelijker gaat en niet voor de verdeling in gelijke doses. (vooral van pijnklachten) kan soms pas na een aantal weken behandeling merkbaar zijn, en in sommige gevallen duurt het zelfs langer. Indien er na 2-3 maanden geen verlichting van symptomen optreedt, dient verdere behandeling met glucosamine opnieuw geëvalueerd te worden. De tabletten kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen. de dosering aan te passen voor de behandeling van verder gezonde, oudere patiënten. Kinderen en adolescenten: leverfunctie: ven, aangezien geen on- derzoek is verricht binnen deze groep. te worden gebruikt door pa- tiënten die allergisch zijn voor schaaldieren, aange- zien het actieve bestanddeel afkomstig is van schaaldie- ren. Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulp- stoffen. Kinderen jonger dan twee jaar. werkingen die verband hou- den met de behandeling met glucosamine zijn mis- selijkheid, buikpijn, indi- gestie, constipatie en diar- bijwerkingen zijn over het algemeen mild en van voorbijgaande aard. In de onderstaande tabel worden alle causale bijwerkingen gerangschikt per orgaanklasse en frequentie (zeer vaak 1/10; vaak 1/100, <1/10; en ontoereikende controle van diabetes mellitus zijn gerapporteerd, maar het causale verband is nog niet vastgesteld. Dolenio kan een verhoging van leverenzymen en zelden geelzucht veroorzaken. Frequentie is onbekend. mg, filmomhulde tabletten blisterverpakking: BE381227 DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Goedkeuringsdatum: 04/2012 AFLEVERINGSWIJZE: VRIJE AFLEVERING gegevens niet worden bepaald) Ademhalingsstelsel-, aandoeningen Maagdarmstelselaan- Misselijkheid Indigestie Diarree Constipatie instrumenten om de ziekteactiviteit bij reumatoïde artritis te meten, en vaardigde richtlijnen uit voor hun gebruik in de klinische praktijk. Arthritis Care & Research publiceert ze. met reumatoïde artritis vereenvoudigt het maken van kli nische beslissingen. Nochtans ontbreekt het momenteel aan richtlijnen die voorschrijven welke meetinstrumen ten hiertoe het best worden aangewend in de klinische praktijk. Om die reden stelde de ACR een werkgroep samen die de opdracht kreeg de bestaande meetinstru menten te evalueren en op basis hiervan richtlijnen uit te schrijven. De werkgroep voerde een systematische review van de voorhanden zijnde literatuur ten einde de voor handen zijnde meetinstrumenten voor ziekteactiviteit bij reuma- toïde artritis te identificeren. Op die manier werden 63 meetinstrumenten weerhouden. Het toepassen van een aantal exclusiecriteria en adviezen van een expert panel brachten de lijst uiteindelijk tot 14 die in aan- merking kwamen voor verdere evaluatie. Reumatologen uit de klinische praktijk selecteerden 9 van de 14 instru menten als het meest bruikbaar en haalbaar. Uiteindelijk selecteerde de werkgroep daaruit zes instrumenten met de beste psychometrische eigenschappen voor inclusie in de finale set van de door de ACR aanbevolen meetinstru menten voor ziekteactiviteit van reumatoïde artritis, zoals gepubliceerd in Arthritis Care & Research. vity Score op basis van 28 gewrichten (DAS 28) met in begrip van sedimentatie of CRP, Patient Activity Scale (PAS), PAS-II, Routine Assessment of Patient Index Data met drie metingen, en de Simplified Disease Activity Index. "Ze werden geselecteerd omdat ze een accurate weer spiegeling geven van de ziekteactiviteit, gevoelig zijn voor verandering, omdat ze goed discrimineren tussen een lage, middelmatige en hoge ziekteactiviteit, omdat ze remissiecriteria hanteren en omdat ze haalbaar zijn in de klinische setting", concluderen Jaclyn Anderson en colle ga's van de ACR-werkgroep. american College of rheumatology recommendations for use in clinical practice. arthritis Care res 2012;64:640-7. wezig bij jonge personen en bij personen zonder cardiovasculaire risicofactoren. kingsziekten komt vaak samen voor met andere risico factoren voor myocardinfarct. Tot nog toe hebben slechts weinig studies de effecten van jicht bestudeerd op het optreden van een myocardinfarct. De Framinghamstudie rapporteerde 60 procent meer risico op coronair arte rieel lijden bij personen met jicht. Drie andere studies (de Health Professional Followup study, de Multiple risk Factor Intervention Trial, en de studie op basis van de neens vast dat personen met jicht een verhoogd risico op myocardinfarct hebben. Deze studies focusten echter op ouderen of hoogrisicopersonen. Voorts is de evidentie over de risico's bij vrouwen met jicht erg beperkt. Chang-Fu Kuo (Taiwan) en collega's voerden onderzoek waarin ze de incidentie van myocardinfarct bij personen met jicht wilden inschatten en waarin ze wilden nagaan hoe sterk het verband tussen jicht en myocardinfarct is |