bindweefsel en synoviale verdikking, waardoor de zenuw minder mobiel wordt over zijn verloop, wat bijdraagt tot verdere zenuwaantasting. bepaalde risicofactoren geassocieerd aan het ontstaan van CTS. Er is een hogere prevalentie van CTS bij patiënten met dia betes, hypothyroïdisme en obesitas. Tijdens de zwanger- schap komt CTS frequenter voor, maar in de regel regres seren de symptomen spontaan na de bevalling. Er bestaat veel controversie over de relatie tussen CTS en bepaalde beroepsactiviteiten. Bepaalde polsposities kunnen aanleiding geven tot zenuwcompressie en het is al gemeen aanvaard dat polsposities met doorgedreven flexie of extensie de druk in de tunnel verhogen en bijgevolg aan leiding kunnen geven tot het ontstaan van CTS (34). siënte gevoelsstoornis tot volledig gevoelsverlies met spieratrofie. Vaak treedt de ernst van de symptomen progressief op. Spieratrofie en ernstige zenuwschade zijn meestal irreversibel en het is dus van belang de sympto men op tijd te herkennen en het probleem te behandelen, alvorens er permanente zenuwbeschadiging optreedt. De primaire symptomen zijn pijn, paresthesieën of hypo- esthesie in het distale distributiegebied van de nervus medianus duim, index, middelvinger en radiaire zijde van de ringvinger. Deze symptomen spelen zich voornamelijk 's nachts af. Klassiek wordt de patiënt wakker met een gevoelloze en gezwollen aanvoelende hand, de vingers tintelen, en ern stige pijn kan uitstralen van de pols naar de schouder (bra chialgia paresthetica nocturna). De symptomen verbeteren meestal door de hand te schudden (flick sign). Na het ont waken persisteert vaak een stijf gevoel van de hand. Deze symptomen zijn vrijwel pathognomonisch voor CTS. |