background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
14
tnfsf10 ­ traIl
TNFrelated apoptosis inducing ligand (TRAIL) komt tot
expressie in veel verschillende celtypes. Via binding met de
vier TRAIL-receptoren en osteoprotegrine, induceert het
cellulaire apoptose. Slechts één rapportering is beschikbaar
voor de inflammatoire myopathieën, en dat beschrijft
TRAIL-expressie in vele inflammatoire cellen. TRAIL komt
voor op het endotheel van capillairen, zowel bij patiënten
als bij controles (27).
tnfsf11 - rankl
Receptor activator of NFB ligand (RANKL) komt voor
op het membraan van T-cellen. RANKL ageert in synergie
met TNFa, en activeert de intracellulaire cascade die leidt
tot osteoclastactivering. RANKL-mRNA komt tot expres
sie in gezond spierweefsel, wat wijst op een fysiologische
functie. Echter, significant hogere RANKL-concentraties
werden gerapporteerd in serum van patiënten met de juve
niele vorm van DM in vergelijking met gezonde controles
(28).
tnfsf12 - tWeak
Het multifunctionele cytokine TNFlike weak inducer of
apoptosis
(TWEAK) kan verschillende signaalwegen acti
veren, die zowel kunnen leiden tot cellulaire proliferatie
als tot celdood. Binding van TWEAK aan zijn receptor
Fn14 stimuleert de expressie van pro-inflammatoire cyto
kines, waaronder TNF, IL-1, IL-6 en CCL2. Bij inflam
matoire myopathieën zijn infiltrerende monocyten sterk
TWEAK/Fn14-positief. De expressie op spiervezels is ech
ter afhankelijk van het ziektesubtype. In DM/PM wordt
TWEAK/Fn14 enkel aangetroffen op het sarcolemma van
geïnvadeerde spiervezels en spiervezels dicht bij infiltra
ten. Bij IBM is er een algemenere expressie op het sarco
lemma, waarbij ook normaal uitziende vezels en vezels ver
van inflammatiepositief zijn. Controlespierweefsel is zo
goed als TWEAK/Fn14-negatief (29).
tnfsf13 - baff en aprIl
Bcell activating factor (BAFF),of TNFSF13b, komt to
expressie op het oppervlak van monocyten, dendritische
cellen en geactiveerde T-cellen. BAFF is cruciaal voor
B-celmaturatie en -overleving, en antilichaamproduc
tie door plasmacellen. Bovendien reguleert BAFF T-
celactivering en differentiatie. A proliferationinducing
ligand
(APRIL),of TNFSF13, is het homoloog van BAFF
en is ook betrokken bij de B-celontwikkeling en -functie.
Serologische studies tonen aan dat BAFF significant ge-
stegen is in DM (30) maar niet in PM/IBM (31). BAFF-
niveaus in het serum correleren met IL-7, IL-12 and CXCL10
(32) en met de expressie van het autoantilichaam Jo1.
BAFF-mRNA is sterk toegenomen in spierextracten van
DM- (12x), PM- (14x) en IBM- (21x) patiënten (33). In
spierweefsel van DM-patiënten wordt BAFF aangetroffen
op spiervezels in perifasciculaire regio's (34). Bovendien
zijn mononucleaire cellen, aanwezig in spierweefsel bij
inflammatoire myopathieën, sterk positief voor IFNa, dat
een potente BAFF-inducer is. APRIL-concentraties in het
serum zijn bij patiënten met inflammatoire myopathieën
vergelijkbaar met die van controles (32).
overIge tnf-cytokInes
De overige TNF-cytokines, zijnde CD30L (TNFSF8), 4-IBBL
(TNFSF9), LIGHT (TNFSF14), TL1 (TNFSF15) en GITRL
(TNFSF18), werden voor zover ons bekend nog niet be
schreven in de inflammatoire myopathieën.
conclusIes en toekomstperspectIeven
De TNFcytokines vertegenwoordigen plausibele thera
peutische targets voor de behandeling van inflammatoire
myopathieën, aangezien het belangrijke regulators zijn van
de pro-inflammatoire cascades die tot chronische inflam
matie leiden. Voor PM en IBM echter zijn, behalve voor
TNF, nog slechts weinig data beschikbaar omtrent de
TNFcytokines. Voor DM kunnen we ons wel langzaam
aan een beeld vormen van een ziekteetiologie waarin de
TNFcytokines een cruciale rol spelen. Gebaseerd op de
huidige kennis ter zake, kan de mogelijke TNF-gemedieerde
opeenvolging van inflammatoire reacties worden voor-
opgesteld die leidt tot de karakteristieke geassocieerde
spierschade: bloedvatnecrose, perifasciculaire spiervezel-
atrofie en inflammatie (Figuur).
Voor het ontwikkelen van nieuwe behandelingen, valt
voor patiënten met inflammatoire myopathieën waar
schijnlijk het meest te verwachten van de therapeutica die
momenteel worden ontwikkeld voor andere autoimmune
aandoeningen. Meer bepaald heeft het onderzoek naar
alternatieve behandelingen voor reumatoïde artritis reeds
geleid tot studies in inflammatoire myopathieën waarbij
naar analogie TNF wordt geneutraliseerd. Tot nog toe
hebben klinische studies de hoge verwachtingen echter
(nog) niet ingelost. Het uitschakelen van de lymfotoxines
biedt eveneens een mogelijke route voor behandeling.
Bovendien delen TNF en lymfotoxine de receptoren
TNF-R55 en TNF-R75, waardoor kan verwacht worden
dat de activiteit van beide cytokines tergelijk beïnvloed