minderen, de passieve en actieve mobiliteit te verbeteren, de pijn te verlichten, het gebruik van orthesen van de onderste ledematen te beperken en het comfort van de bovenste ledematen te verhogen. Botulinetoxine is de keuzebehandeling bij lokale en invaliderende spasticiteit. Hoewel het in theorie slechts een tijdelijke werking heeft, kan de patiënt op middellange termijn en in zijn dagelijkse activiteiten zelf oordelen of de pijn, het comfort en vooral de functie (lopen en/of grijpen) verbeterd zijn, wat zeer nuttig is voordat tot een definitieve chirurgische behan deling wordt overgegaan. Bovendien pleiten sommige ele menten voor een verandering van de hersenplasticiteit na de injectie van botulinetoxine (11). De bijwerkingen zijn zeldzaam en van voorbijgaande aard. Het gaat om pijn op de injectieplaats, dosisafhankelijke zwakte van de geïnjec teerde spieren en dysfagie door diffusie in het geval van cervicale injecties (12). In België zijn twee toxines A verkrijgbaar: Botox 1/3 tot 1/5 gebruikt. De maximumdosis per injectieses sie bedraagt 360E voor Botox ten met hersenverlamming (cerebral palsy) die worden gevolgd in een referentiecentrum en voor hemiplegie patiënten met spasticiteit van de bovenste ledematen als de behandeling wordt gestart tussen drie maanden en een jaar na het beroerte. keling van de microchirurgie en de perioperatieve zenuw stimulatie, opnieuw werd ingevoerd door verschillende Franse neurochirurgische teams (Figuur 3). van de spieren met overmatige spasticiteit gedeeltelijk doorgesneden. Na dissectie van de zenuwstam en de col laterale takken, worden de motorische zenuwbundels tieve microscoop worden de geselecteerde bundels gedee ltelijk gesectioneerd op ongeveer 1cm. De keuze van de te sectioneren zenuwen en de sectiegraad (die kan variëren van 25 tot 1000%) hangen af van de klinische balans, het resultaat van de systematisch uitgevoerde zenuwblokkade en de motorische respons op de perioperatieve stimulatie voor en na de resectieplaats. Bedoeling van de ingreep is om de geleiding te onderbreken van de afferente zenuwen Ia, Ib en II, die verantwoordelijk zijn voor de myotatische reflex, wat wordt gecorreleerd aan een vermindering van de H-reflex. Die neurotomie treft ook de efferente motorische a collaterale reïnnervatie (6). De gevoels en sympathische vezels blijven behouden. Het voordeel treedt onmiddellijk op en de patiënt is de dag na de ingreep weer mobiel. ten met invaliderende lokale spasticiteit zonder spier en peesretractie, die verminderde tijdens een diagnostische blokkade met anesthetica of injecties van botulinetoxine. De neurotomie wordt vooral uitgevoerd ter hoogte van de tibiale zenuw in het geval van spitsvoet, de obturator zenuw in het geval van heupadductie en de musculocutane zenuw van de arm in geval van spastische elleboogflexie. Uit de gevallen die werden beschreven in de literatuur blijkt dat na neurotomie de spasticiteit afneemt en de functie blijvend verbetert (13). Bij spitsvoet vermin dert tibiale neurotomie de spasticiteit en verbetert ze duurzaam de kinematica van de enkel en de stabiliteit van de voet tijdens de steunfase (14). Complicaties zijn zeldzaam. Dan gaat het om trage genezing, voorbijgaand postoperatief oedeem en gevoelsstoornissen met neuro pathische pijn door inadequate hantering of sectie van gevoelszenuwvezels. Deze neuropathische pijn is meestal van voorbijgaande aard en treedt op in minder dan twee procent van de gevallen. herstel len, het onevenwicht in de spieren corrigeren en de gewrichten stabiliseren. Spasticiteit gaat vaak gepaard met spier en peesretracties en statische gewrichtsmisvormin gen. Als kinesitherapie, houdingstraining, het aanleren van strekoefeningen en orthesen niet volstaan, kan alleen orthopedische chirurgie een volledige gewrichtsmobiliteit herstellen. Statische misvormingen worden gecorrigeerd door verlenging van de pezen (bijvoorbeeld: de achillespees of de buigpezen van de vingers) of fascia (bijvoorbeeld: de jukbeenderen). Eventueel kunnen ook de gewrichten |