background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
42
In een later stadium kunnen ook overdag symptomen
aanwezig zijn. Deze worden vaak uitgelokt door langdu
rig dezelfde houding aan te houden of door repetitieve
bewegingen uit te voeren met pols en hand. Als ook de
motorfunctie is aangetast, zal de patiënt vaak accidenteel
objecten uit de hand laten vallen. In de eindfase treedt
een volledige atrofie van de duimmuis op. In dit stadium
zullen, ten gevolge van de vergevorderde zenuwschade, de
pijnklachten meestal verminderd zijn, maar permanent
gevoelsverlies, krachtvermindering en functionele hinder
door verlies van oppositie komen in de plaats.
dIagnose
De diagnose van CTS wordt gemaakt op basis van de
anamnese, klinische bevindingen en, zo nodig, verdere
onderzoeken. Het onderzoek begint bij een grondige
anamnese welke gericht dient te zijn op de locatie en
uitstraling van de pijnklachten, de uitlokkende en ver
lichtende factoren, werkgerelateerde symptomen en de
aanwezigheid van predisponerende factoren. Het gebruik
van specifieke vragenlijsten, zoals de "Boston Carpal Tun
nel Questionnaire
" en de "DASH (Disabilities of the Arm,
Shoulder and Hand) Questionnaire
", kunnen hierbij nut
tig zijn (8).
Vervolgens wordt bij de inspectie van de hand specifiek
gekeken naar de aanwezigheid van zwellingen, spieratrofie
en de aanwezigheid van mogelijke begeleidende handaan
doeningen (raynaudsyndroom, tenosynovitis, dupuytren
contracturen, etc.) (Figuur 5) (4).
De symptomen van CTS kunnen uitgelokt worden door
verschillende provocatietesten, waarbij een verhoogde
druk op de zenuw wordt veroorzaakt. De meest gebruikte
provocatietesten zijn de test van Tinel, van Phalen en van
Durkan.
De test van Tinel is een klinische methode om een geïr
riteerd zenuwsegment op te sporen, door manuele per
cussie van de zenuw. De test is positief voor CTS wanneer
paresthesieën optreden in het distributiegebied van de
nervus medianus bij percussie van de zenuw proximaal van
de carpale tunnel. Bij patiënten die hypergevoelig reageren
op stimuli of die een positieve test hebben op verschillende
niveaus, is het nuttig om de test uit te voeren op plaatsen
waar de zenuw anatomisch niet gelegen is; dit als negatieve
controle.
Bij de test van Phalen, wordt de patiënt gevraagd de pols in
90° flexie te houden en deze positie gedurende één minuut
aan te houden. Hierdoor verhoogt de druk op de nervus
medianus.
Een verhoogde druk op de nervus medianus in de carpale
tunnel kan ook teweeg gebracht worden door met de duim
(onderzoeker) rechtstreeks druk uit te oefenen op de car
pale tunnel. Dit is de test van Durkan, de test is positief
wanneer binnen 30 seconden symptomen optreden (2).
Beide testen zijn positief wanneer pijn of paresthesieën
ontstaan in het distributiegebied van de nervus media
nus. De test van Durkan is meer sensibel dan de testen van
Tinel en Phalen (9).
De sensibiliteit wordt meestal getest door de tweepunts
discriminatie te testen. Dit is de kleinste afstand tussen
twee punten die de patiënt nog individueel kan onder
scheiden. Met andere woorden, als er twee drukpunten te
dicht bij elkaar liggen, zal de patiënt dit ervaren als één
enkel drukpunt. Waarden onder de 5mm zijn normaal,
tot 10mm is redelijk en tussen 10 en 15mm wordt als een
slechte sensibiliteit geklasseerd.
De meest gevoelige klinische test voor sensibiliteitsverlies
bij zenuwcompressie maakt gebruikt van filamenten met
verschillende dikten (semmes-weinsteinfilamenten). Zo
kan de drempelwaarde bepaald worden van de stimulus
die door de patiënt waargenomen wordt, die verhoogd is
bij ernstige zenuwcompressie. De tweepuntsdiscrimina
tietest is pas later afwijkend bij zenuwcompressie.
technIsche onderzoeken
Bij klinisch duidelijke gevallen is het niet noodzakelijk ver
dere onderzoeken te verrichten alvorens de behandeling
op te starten. Indien er echter twijfel is over de correcte
diagnose, kunnen zenuwgeleidingsonderzoek en elektro
myografisch onderzoek bijkomende informatie verschaf
fen over het niveau en de ernst van de zenuwcompressie
(10).
Een zenuwgeleidingsonderzoek wordt beschouwd als `de
gouden standaard' in de diagnose van CTS. Hierbij wor
den de reactietijd en geleidingssnelheid van de zenuw
onderzocht. Het geeft informatie over de ernst van de
figuur 5: thenaratrofie linkerhand.