aanwezig zijn. Deze worden vaak uitgelokt door langdu rig dezelfde houding aan te houden of door repetitieve bewegingen uit te voeren met pols en hand. Als ook de motorfunctie is aangetast, zal de patiënt vaak accidenteel objecten uit de hand laten vallen. In de eindfase treedt een volledige atrofie van de duimmuis op. In dit stadium zullen, ten gevolge van de vergevorderde zenuwschade, de pijnklachten meestal verminderd zijn, maar permanent gevoelsverlies, krachtvermindering en functionele hinder door verlies van oppositie komen in de plaats. anamnese, klinische bevindingen en, zo nodig, verdere onderzoeken. Het onderzoek begint bij een grondige anamnese welke gericht dient te zijn op de locatie en uitstraling van de pijnklachten, de uitlokkende en ver lichtende factoren, werkgerelateerde symptomen en de aanwezigheid van predisponerende factoren. Het gebruik van specifieke vragenlijsten, zoals de "Boston Carpal Tun nel Questionnaire" en de "DASH (Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand) Questionnaire", kunnen hierbij nut tig zijn (8). gekeken naar de aanwezigheid van zwellingen, spieratrofie en de aanwezigheid van mogelijke begeleidende handaan doeningen (raynaudsyndroom, tenosynovitis, dupuytren contracturen, etc.) (Figuur 5) (4). verschillende provocatietesten, waarbij een verhoogde druk op de zenuw wordt veroorzaakt. De meest gebruikte provocatietesten zijn de test van Tinel, van Phalen en van Durkan. riteerd zenuwsegment op te sporen, door manuele per cussie van de zenuw. De test is positief voor CTS wanneer paresthesieën optreden in het distributiegebied van de nervus medianus bij percussie van de zenuw proximaal van de carpale tunnel. Bij patiënten die hypergevoelig reageren op stimuli of die een positieve test hebben op verschillende niveaus, is het nuttig om de test uit te voeren op plaatsen waar de zenuw anatomisch niet gelegen is; dit als negatieve controle. Bij de test van Phalen, wordt de patiënt gevraagd de pols in 90° flexie te houden en deze positie gedurende één minuut aan te houden. Hierdoor verhoogt de druk op de nervus medianus. Een verhoogde druk op de nervus medianus in de carpale tunnel kan ook teweeg gebracht worden door met de duim (onderzoeker) rechtstreeks druk uit te oefenen op de car pale tunnel. Dit is de test van Durkan, de test is positief wanneer binnen 30 seconden symptomen optreden (2). Beide testen zijn positief wanneer pijn of paresthesieën ontstaan in het distributiegebied van de nervus media nus. De test van Durkan is meer sensibel dan de testen van Tinel en Phalen (9). discriminatie te testen. Dit is de kleinste afstand tussen twee punten die de patiënt nog individueel kan onder scheiden. Met andere woorden, als er twee drukpunten te dicht bij elkaar liggen, zal de patiënt dit ervaren als één enkel drukpunt. Waarden onder de 5mm zijn normaal, tot 10mm is redelijk en tussen 10 en 15mm wordt als een slechte sensibiliteit geklasseerd. De meest gevoelige klinische test voor sensibiliteitsverlies bij zenuwcompressie maakt gebruikt van filamenten met verschillende dikten (semmes-weinsteinfilamenten). Zo kan de drempelwaarde bepaald worden van de stimulus die door de patiënt waargenomen wordt, die verhoogd is bij ernstige zenuwcompressie. De tweepuntsdiscrimina tietest is pas later afwijkend bij zenuwcompressie. dere onderzoeken te verrichten alvorens de behandeling op te starten. Indien er echter twijfel is over de correcte diagnose, kunnen zenuwgeleidingsonderzoek en elektro myografisch onderzoek bijkomende informatie verschaf fen over het niveau en de ernst van de zenuwcompressie (10). Een zenuwgeleidingsonderzoek wordt beschouwd als `de gouden standaard' in de diagnose van CTS. Hierbij wor den de reactietijd en geleidingssnelheid van de zenuw onderzocht. Het geeft informatie over de ernst van de |