KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis bevat 20 microgram teriparatide. Eén voorgevulde pen van 2,4 ml bevat 600 microgram teriparatide (overeenkomend met 250 microgram per ml). Teriparatide, rhPTH(1-34), door middel van recombinant-DNA-technologie in E. coli geproduceerd, is identiek aan de uit 34 aminozuren bestaande N-terminale aminozuursequentie van endogeen humaan parathyroïd hormoon. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. maar niet van heupfracturen. Behandeling van osteoporose geassocieerd met aanhoudende systemische glucocorticoide behandeling bij vrouwen en mannen met een verhoogd risico op fracturen (zie rubriek 5.1). om de patiënten te instrueren omtrent het juiste gebruik van de pen. De maximale totale behandelduur met FORSTEO moet 24 maanden zijn (zie rubriek 4.4). Het 24 maanden durend behandelingsschema met FORSTEO dient gedurende het gehele leven van een patiënt niet herhaald te worden. De patiënten moeten aanvullend calcium- en vitamine-D-supplementen gebruiken als de inname met de voeding ontoereikend is. Na a oop van de behandeling met FORSTEO mogen de patiënten doorgaan met een andere behandeling voor osteoporose. Gebruik bij nierinsufficiëntie: FORSTEO mag niet worden toegepast bij patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.3). Bij patiënten met een matige nierinsufficiëntie moet FORSTEO met de nodige voorzichtigheid worden toegepast. Gebruik bij leverinsufficiëntie: er zijn geen gegevens beschikbaar over patiënten met een verminderde leverfunctie (zie rubriek 5.3). Kinderen en jongvolwassenen met open epifysen: Er is geen ervaring met FORSTEO bij kinderen (jonger dan 18 jaar). FORSTEO mag niet worden gebruikt bij pediatrische patiënten of jong volwassenen met open epifysen. Oudere patiënten: aanpassing van de dosering aan de leeftijd is niet noodzakelijk (zie rubriek 5.2). Metabole botziekten (met inbegrip van hyperparathyreoïdie en ziekte van Paget) anders dan primaire osteoporose of door glucocorticosteroïde geïnduceerde osteoporose Onverklaarde verhoogde alkalische fosfatase Voorafgaande external beam-radiotherapie of implantaat-radiotherapie van het skelet Patiënten met een maligniteit van het skelet of botmetastasen moeten worden uitgesloten van behandeling met teriparatide. hoofdpijn en duizeligheid. Bijwerkingen die worden geassocieerd met het gebruik van teriparatide tijdens klinische studies naar osteoporose en tijdens blootstelling na het op de markt komen zijn in onderstaande tabel samengevat. De volgende regel is gebruikt voor de classi catie van de bijwerkingen: Zeer vaak (1/10), Vaak (1/100, <1/10), Soms (1/1.000, <1/100), Zelden (1/10.000, <1/1.000), Zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan niet bepaald worden met de beschikbare data). Hartaandoeningen Vaak: palpitaties Soms: tachycardie Bloed- en lymfestelselaandoeningen Vaak: anemie zenuwstelselaandoeningen Vaak: duizeligheid, hoofdpijn, ischias, auwvallen Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Vaak: vertigo Ademhalings-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Vaak: Dyspneu Soms: Emphysema Maagdarmstelselaandoeningen Vaak: misselijkheid, braken, hiatus hernia, gastro-oesofageale re uxziekte Soms: hemorroïden Nier- en urinewegaandoeningen Soms: urinaire incontinentie, polyurie, plotselinge mictiedrang, nefrolithiasis Zelden: nierfalen/nierfunctiestoornis Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Zeer vaak: pijn in extremiteit Vaak: spierkramp Soms: spierpijn, gewrichtspijn, rugkrampen/pijn* Voedings- en stofwisselingsstoornissen Vaak: hypercholesterolemie Soms: hypercalciëmie, meer dan 2,76 mmol/l, hyperuricemie Zelden: hypercalciëmie, meer dan 3,25 mmol/l Bloedvataandoeningen Vaak: hypotensie Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak: vermoeidheid, pijn op de borst, asthenia, milde en voorbijgaande bijwerkingen op de injectieplaats, waaronder pijn, zwelling, erytheem, blauwe plekken, jeuk, en lichte bloeding op de injectieplaats. Soms: erytheem op de injectieplaats, reactie op de injectieplaats Zelden: mogelijke allergische gebeurtenissen vlak na injectie: acute dyspneu, oro/faciaal oedeem, gegeneraliseerde urticaria, pijn op de borst, oedeem (voornamelijk perifeer). Psychische stoornissen Vaak: depressie frequentie ten opzichte van placebo: duizelingen/ duizeligheid, misselijkheid, pijn in een extremiteit, depressie, dyspneu FORSTEO verhoogt de urinezuurconcentratie in serum. In klinische onderzoeken had 2,8% van de patiënten behandeld met FORSTEO een serum urinezuur concentratie die hoger was dan de bovengrens van de normaalwaarde ten opzichte van 0,7% van de patiënten behandeld met placebo. De hyperurikemie resulteerde echter niet in een toename van jicht, artralgie of urolithiasis. In een groot klinisch onderzoek werden bij 2,8% van de met FORSTEO behandelde vrouwen antistoffen gevonden die een kruisreactie met teriparatide aangingen. In het algemeen werden de antistoffen voor het eerst waargenomen na 12 maanden behandeling en namen ze na staken van de behandeling weer af. Er waren geen aanwijzingen voor overgevoeligheidsreacties, allergische reacties, effecten op het serumcalcium of effecten op de BMD (botmineraaldichtheid)-respons. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen IJsazijnzuur, Natriumacetaat (watervrij), Mannitol, Metacresol, Zoutzuur, Natriumhydroxide, Water voor injecties. Zoutzuur- en/of natriumhydroxideoplossing kunnen toegevoegd zijn om de pH aan te passen. juni 2008 Glucocorticoïden-geïnduceerde osteoporose van osteoporotische wervelindeukingen: een overzicht anno 2012 intestinale problemen, verminderde longfunctie en depressie, die de kans op nieuwe fracturen vergroten. De morbiditeit en mortaliteit nemen daardoor ook toe na wervel- fracturen. De aanpak van wervelfracturen bestaat in eerste instantie uit preventie van nieuwe fractu- ren, door middel van calcium en vitamine D en medicijnen voor osteoporose. Daarnaast dient ook de wervelfractuur zelf behandeld te worden. De klassieke therapie is conservatief, bestaande uit relatieve rust en bedrust, analgetica, corsetbehandeling en fysiotherapie. Deze behandelingen hebben hun beperkingen en/of bijwerkingen en er bestaat weinig of geen evidentie over. Oefentherapie heeft een aantal aangetoonde voordelen, onder meer qua pijnstillend effect, spierkracht en lichaamshouding. Ook heeft oefentherapie een gunstig effect op de bot- densiteit. Osteosynthese voor osteoporostische wervelfracturen blijft beperkt tot fracturen met uit- gebreide neurologische uitval. Lokale infiltraties kunnen een plaats hebben bij radiculo- pathie door compressie van een zenuwwortel. Bij vertebroplastie wordt via een percutane naald vloeibaar cement in een gebroken wervel- lichaam gespoten. Bij ballonkyfoplastie wordt het wervellichaam opgekrikt en geïnjecteerd met visceuzer cement. Die laatste aanpak resulteert in een betere levenskwaliteit tot zes maanden na de ingreep in vergelijking met conventionele therapie. r t ho nal of Bone and Joint Surgery brengt een goed overzicht van de conservatieve behandelingen voor osteoporotische indeukingsfracturen van de wervelkolom (1). Maar veel delingsmethoden (bedrust, analgetica, fysiotherapie en bracing) en de vaststelling dat de conservatieve behan delingsmethoden niet gestandaardiseerd zijn komen de auteurs jammer genoeg niet. Ze stellen vast dat er over de conservatieve behandelingen maar één gerandomiseerde |