background image
OrthO-rheumatO | VOL 10 | Nr 4 | 2012
59
figuur 4: theoretische bepalende factoren voor de botweerstand. + = positief effect; - = negatief effect.
In een andere studie, dit keer met een epidemiologische
connotatie, had 82 procent van de postmenopauzale
vrouwen met één of meerdere fracturen een T-score > 2,5
(het waren dus vrouwen met osteopenie en zonder osteo
porose) (8). Dus zelfs als we onze therapeutische indicatie
baseren op een meting van de BMD en/of de FRAX-score,
kunnen we talrijke fragiele patiëntes over het hoofd zien.
De markers voor botremodellering geven een dynamisch
beeld van de toestand van het skelet en zeggen iets over de
snelheid van de botremodellering. Ze zijn nauw betrokken
bij de mechanismen die een rol spelen in de mechanische
weerstand van het skelet (Figuur 2).
Bovendien kunnen de waarden snel veranderen ­ op enkele
dagen tot weken ­ onder invloed van de effecten van de
krachtige middelen tegen osteoporose waarover we tegen
woordig beschikken. De meting van deze markers heeft
grote diensten bewezen in de ontwikkeling van nieuwe
behandelingen voor osteoporose en is op grote schaal
gebruikt in therapeutische studies naar geneesmiddelen.
Maar we moeten voorzichtig zijn met het extrapoleren
van de veranderingen die in deze studies zijn vastgesteld
bij grote groepen patiënten naar individuele gevallen. De
uiteenlopende factoren die zijn betrokken bij de weerstand
van het skelet worden weergegeven in figuur 4.
algemene kenmerken
van botremodellerIngsmarkers
Markers voor botremodellering vertonen een nycthemeraal
ritme: ze zijn hoger `s nachts en `s morgens en lager in
de namiddag. Het is dan ook belangrijk om ze bij dezelfde
persoon altijd op hetzelfde tijdstip te meten, en best 's
morgens. Hun concentratie stijgt bij de meeste vrouwen in
de menopauze en bij sommige vrouwen zelfs al in de late
premenopauze en de perimenopauze, wanneer de men
struaties onregelmatig worden en de FSHconcentratie
stijgt. De concentraties nemen niet af met de leeftijd (9).
Er kan een zekere mate van seizoensgebonden variatie
worden vastgesteld, net als voor de BMD, die grotendeels
wordt veroorzaakt door de verlaagde concentraties 25-OH-
vitamine D in de winter, met bijschildklierreactie (10). Na
een fractuur, vooral een heupfractuur, hebben ze de nei
ging om hoog te blijven tot een jaar na de fractuur.
De momenteel beschikbare markers worden weergegeven
in tabel 1 en 2.
In tegenstelling tot een meting van de BMD (die onder be
paalde voorwaarden door het Riziv wordt terugbetaald) en
FRAX (nog niet erkend door het Riziv) mogen de markers
voor botremodellering (de meeste worden niet terugbe
taald) niet worden gebruikt als therapeutische beslissings
drempel voor de indicatie van een behandeling tegen osteo
porose. Ze zijn niet gecorreleerd aan de BMD-waarde en ze
zijn (nog?) niet opgenomen in het FRAX-model. Hoewel in
bepaalde studies (11) een zeker verband is vastgesteld tus
sen bepaalde markers en de BMD in groepen van bejaarde
patiënten, vormen ze momenteel absoluut geen aanvaard
baar alternatief voor een meting van de BMD.
Algemeen wordt aangenomen dat elke afname van een
typeafwijking (T-score) van de BMD overeenstemt met
ongeveer een verdubbeling van het fractuurrisico. Er be
staan voor België ook waarden voor het fractuurrisico op
BMD
Macroarchitectuur
Microarchitectuur
Kwaliteit van de botmatrix
Opstapeling van
microbeschadigingen
Mechanische weerstand
Impact van trauma's
Mineralisatiegraad
BRM's en botremodellering
indien
normaal
of
licht
verhoogd
indien
extreem
laag
of
te hoog
indien
normaal
indien
te laag
of
te hoog
BMD = botmineraaldichtheid; BRM = botremodelleringsmarkers