![]() hip and knee replacement; J bone Joint Surg (BR) 2009;91-B:636-44 3. EINSTEIN investigators. Oral rivaroxaban for symptomatic venous thromboembolism. NJEM 2010;Vol 363,Nr 26;2499-2510 4. SKP Xarelto SAMENSTELLING:Elke filmomhulde tablet bevat: Xarelto 10 mg: 10 mg rivaroxaban en 26,51 mg lactose (als monohydraat). Xarelto 15 mg: 15 mg rivaroxaban en 24,13 mg lactose (als andere zijde. Xarelto 15 mg: rode, ronde, aan beide zijden bolronde tabletten (diameter 6 mm, radius van de bolling 9 mm) met het BAYER-kruis op de ene zijde en "15" en een driehoek op de andere behandeling is afhankelijk van de kans van de patiënt op veneuze trombo-embolie, die wordt bepaald door het type orthopedische operatie. Voor patiënten die een grote heupoperatie ondergaan, wordt een behandelingsduur van 5 weken aanbevolen. Voor patiënten die een grote knie-operatie ondergaan, wordt een behandelingsduur van 2 weken aanbevolen. Als een dosis is vergeten, moet de patiënt Xarelto alsnog onmiddellijk innemen en dan de volgende dag doorgaan met het eenmaal daags innemen zoals daarvoor. Dosering Xarelto 15 en 20 mg: Preventie van CVA en systemische embolie: de aanbevolen dosering bedraagt eenmaal daags 20 is ingenomen, moet de patiënt Xarelto onmiddellijk alsnog innemen en de volgende dag doorgaan met eenmaal daags innemen zoals aanbevolen. De dosis mag niet op één dag worden verdubbeld om een overgeslagen dosis in te halen. Behandeling van DVT en van de behandeling dient individueel te worden bepaald na zorgvuldige afweging van de voordelen van de behandeling tegen het risico op een bloeding. Een korte behandelduur (ten minste 3 maanden) dient te worden gebaseerd op risicofactoren van voorbijgaande aard (bijvoorbeeld een recente chirurgische ingreep, trauma, immobilisatie) en een langere behandelduur dient te worden gebaseerd op permanente risicofactoren of idiopathische DVT of PE. Indien tijdens de behandelfase met tweemaal daags 15 mg (dag 1-21) een dosis wordt vergeten, dient de patiënt Xarelto onmiddellijk alsnog in te nemen om te zorgen dat 30 mg Xarelto per dag wordt ingenomen. In dit geval mogen twee tabletten van 15 mg tegelijk worden ingenomen. De patiënt dient de volgende dag door te gaan met innemen volgens het normale schema van tweemaal daags 15 mg, zoals aanbevolen. Als een dosis niet is ingenomen tijdens de behandelfase met eenmaal daagse inname (vanaf dag 22), moet de patiënt Xarelto onmiddellijk alsnog innemen en de volgende dag doorgaan met eenmaal daags innemen zoals aanbevolen. De dosis mag niet op één dag worden verdubbeld om een overgeslagen dosis in te halen. Overschakelen van vitamine K-antagonisten (VKA's) naar Xarelto: Xarelto 10 mg : Wanneer patiënten Bij patiënten die worden behandeld voor DVT, PE en de preventie van recidieven, dient de VKA-behandeling te worden stopgezet en behandeling met Xarelto te worden gestart zodra de INR-waarde 2,5 is. Wanneer patiënten overschakelen van VKA's naar Xarelto, worden de INR-waarden foutief verhoogd na de inname van Xarelto. De INR-waarde is geen geldige maat voor de antistollingswerking van Xarelto en mag daarom niet worden gebruikt. Overschakelen van Xarelto naar vitamine K-antagonisten (VKA's): er bestaat een verhoogde INR-waarde. Bij patiënten die overschakelen van Xarelto naar een VKA, dient de VKA gelijktijdig te worden gegeven totdat de INR-waarde 2,0 is. Gedurende de eerste twee dagen van de overschakelingsperiode dient de standaard aanvangsdosis VKA te worden gebruikt, daarna dient de dosis VKA op geleide van de gemeten INR-waarden te worden aangepast. Zolang patiënten zowel Xarelto als een VKA krijgen, moet de INR-waarde niet eerder dan 24 uur na de voorgaande dosis, maar vóór de volgende dosis Xarelto worden bepaald. Wanneer eenmaal is gestopt met Xarelto, kan de INR-waarde minimaal 24 uur na de laatste dosis betrouwbaar worden getest. Overschakelen van parenterale antistollingsmiddelen naar Xarelto: bij patiënten die tot dat moment een parenteraal geneesmiddel (bijv. intraveneuze, niet-gefractioneerde heparine) wordt stopgezet. Overschakelen van Xarelto naar parenterale antistollingsmiddelen: geef de eerste dosis parenteraal antistollingsmiddel op het moment dat de volgende dosis Xarelto zou (creatinineklaring 50 - 80 ml/min) of matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30 - 49 ml/min). Xarelto 15 en 20 mg: Beperkte klinische gegevens voor patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 15 - 29 ml/min) laten zien dat de plasmaconcentraties of ernstige (creatinineklaring 15 - 29 ml/min) nierinsufficiëntie gelden de volgende doseringsaanbevelingen: - Voor de preventie van CVA en systemische embolie bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren is de aanbevolen dosering eenmaal daags 15 mg. - Voor de behandeling van DVT, behandeling van PE en preventie van recidief DVT en PE: Patiënten dienen de eerste 3 weken te worden behandeld met tweemaal daags 15 mg. Daarna is de aanbevolen dosering 20 mg eenmaal daags. . Een verlaging van de dosering van 20 mg eenmaal daags naar 15 mg eenmaal daags dient alleen te worden overwogen als men het risico op bloedingen voor de patiënt hoger inschat dan het risico op recidief DVT en PE. De aanbeveling voor het gebruik van 15 mg is gebaseerd op farmacokinetische modellering en is niet klinisch onderzocht. De dosering hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met lichte nierinsufficiëntie (creatinineklaring 50 - 80 ml/min).Leverinsufficiëntie: Xarelto is gecontra-indiceerd bij patiënten met een neoplasmata met een hoog bloedingsrisico, recent hersen- of spinaalletsel, recente hersenoperatie of een spinale of oftalmologische operatie, recente intracraniale bloeding, bekende of vermoede slokdarmvarices, arterioveneuze malformaties, vasculaire aneurysmata of ernstige instraspinale of intracerebrale vaatafwijkingen. Gelijktijdige behandeling met andere antistollingsmiddelen, zoals niet-gefractioneerde heparine (UFH), laagmoleculairgewichtheparines (enoxaparine, dalteparine enz.), heparine derivaten (fondaparinux enz.), orale antistollingsmiddelen (warfarine, dabigatran, etexilaat, apixaban enz.) wordt niet aanbevolen tenzij wordt overgeschakeld naar of van rivaroxaban of als UFH wordt gegeven in een dosering die nodig is om een centrale veneuze of arteriële katheter open te houden. Leveraandoening gepaard gaande met coagulopathie en een klinisch relevant bloedingsrisico, waaronder cirrotische patiënten met Child-Pugh B en C; Zwangerschap en borstvoeding. dosis: dag 1-21: 30 mg, Dag 22 en daarna: 20 mg (maximale behandelingsduur: 21 maanden); Preventie van CVA en systemische embolie bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren(7750 patiënten): maximale dagelijkse dosis: 20 mg (maximale behandelingsduur:41 maanden). In totaal werden bij ongeveer 73% van de patiënten die werden blootgesteld aan ten minste één dosis rivaroxaban bijwerkingen gemeld die tijdens de behandeling optraden. Ongeveer 24% van de patiënten kreeg bijwerkingen waarvan door onderzoekers werd geoordeeld dat ze verband hielden met de behandeling. Van de patiënten die werden behandeld met 10 mg Xarelto en die een heup- of knievervangende operatie ondergingen, kwamen bij ongeveer 6,8% voorvallen van bloedingen voor en bij ongeveer 5,9% van de patiënten trad anemie op. Van de patiënten die werden behandeld met tweemaal daags 15 mg Xarelto, gevolgd door eenmaal daags 20 mg voor de behandeling van DVT, of met eenmaal daags 20 mg voor de preventie van recidief DVT en PE, kwamen bij ongeveer 22,7% voorvallen van bloedingen voor en bij ongeveer 1,8% van de patiënten trad anemie op. Bij patiënten die werden behandeld voor de preventie van CVA en systemische embolie werden bloedingen van elk type of elke mate van ernst gemeld met een frequentie van 28 per 100 patiëntjaren, en anemie met een frequentie van 2,5 per 100 patiëntjaren. Alle tijdens de behandeling opgetreden bijwerkingen die zijn gemeld bij patiënten in fase III-onderzoeken. De frequenties van de bijwerkingen die gemeld zijn bij Xarelto staan per systeem-/orgaanklasse (volgens MedDRA)en per frequentie weergegeven. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak: 1/10; vaak: 1/100 tot < 1/10; soms: 1/1.000 tot < 1/100; zelden: 1/10.000 tot < 1/1.000; zeer zelden: < 1/10.000; niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald. Bloed- en lymfestelselaandoeningen: anemie (incl. betreffende laboratorium waarden)(vaak), trombocytemie (incl. verhoogde plaatjestelling)A(soms). toedieningsplaatsstoornissen: koortsA, perifeer oedeem , verminderde algehele kracht en energie (incl. vermoeidheid, asthenie)(vaak); zich onwel voelen (incl.malaise), gelocaliseerd oedeemA (soms). Onderzoeken: verhoogde transaminases (vaak) ,verhoogd van recidief DVT en PE of patiënten die werden behandeld voor de preventie van CVA en systemische embolie. XARELTO 15 en 20 mg: Samenvatting van het veiligheidsprofiel: de veiligheid van rivaroxaban is beoordeeld in elf fase III-onderzoeken waaraan in totaal (4556 patiënten): maximale dagelijkse dosis 30 mg (dag 1-21) en 20 mg (dag 22 en daarna) (maximale behandelduur 21 maanden). Preventie van CVA en systemische embolie bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren (7750 patiënten): maximale dagelijkse ASA plus clopidogrel of ticlopidine (maximale behandelduur 31 maanden). In totaal werden bij ongeveer 67% van de patiënten die werden blootgesteld aan ten minste één dosis rivaroxaban bijwerkingen gemeld die tijdens de behandeling optraden. Ongeveer 22% van de patiënten kreeg bijwerkingen waarvan door onderzoekers werd geoordeeld dat ze verband hielden met de behandeling. Van de patiënten die werden behandeld met 10 mg Xarelto en die een heup- of knievervangende operatie ondergingen -en bij gehospitaliseerde medisch zieke patiënten, kwamen respectievelijk bij ongeveer 6,8% en 12,6% voorvallen van bloedingen voor en respectievelijk bij ongeveer 5,9% en 2,1% van de patiënten trad anemie op. Van de patiënten die werden behandeld met tweemaal daags 15 mg Xarelto, gevolgd door eenmaal daags 20 mg voor de behandeling van DVT of PE, of met eenmaal daags 20 mg voor de preventie van recidief DVT en PE, kwamen bij ongeveer 27,8% voorvallen van bloedingen voor en bij ongeveer 2,2% van de patiënten trad anemie op. Bij patiënten die werden behandeld voor de preventie van CVA en systemische embolie werden bloedingen van elk type of elke mate van ernst gemeld met een frequentie van 28 per 100 patiëntjaren, en anemie met een frequentie van 2,5 per 100 patiëntjaren . Bij patiënten die werden behandeld voor de preventie van cardiovasculair overlijden en myocardinfarct na een acuut coronair syndroom (ACS) werden bloedingen van elk type of elke mate van ernst gemeld met een frequentie van 22 per 100 patiëntjaren. Anemie werd gemeld met een frequentie van 1,4 per 100 patiëntjaren. Alle tijdens de behandeling opgetreden bijwerkingen die zijn gemeld bij patiënten in fase III-onderzoeken (de frequenties van bijwerkingen die werden gemeld met Xarelto bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald: Bloed- en lymfestelselaandoeningen: anemie (incl. betreffende laboratorium waarden) (vaak); trombocytemie (incl. verhoogde plaatjestelling)A (soms). Immuunsysteemaandoeningen: allergische recidieven als zeer vaak bij vrouwen < 55 jaar. C: waargenomen als soms bij preventie van cardiovasculair overlijden en MI bij patiënten na een ACS (na een percutane interventie) Xarelto 10 mg - 15 mg - 20 mg: Beschrijving van bepaalde bijwerkingen: vanwege (inclusief fatale afloop) variëren afhankelijk van de locatie en de mate of uitgebreidheid van de bloeding en/of anemie. In de klinische onderzoeken werden bloedingen van slijmvliezen (bijvoorbeeld epistaxis, gingivaal, gastro-intestinaal, urogenitaal) en anemie vaker gezien tijdens een langdurige behandeling met rivaroxaban, in vergelijking met een behandeling met een VKA. Daarom kan, naast een adequaat klinisch toezicht, laboratoriumonderzoek van het hemoglobine/hematocriet van waarde zijn voor het ontdekken van occult bloedverlies, indien dit geschikt wordt geacht. Het risico op bloedingen kan verhoogd zijn bij bepaalde patiëntengroepen, bijvoorbeeld bij patiënten met ernstige arteriële hypertensie die niet onder controle is en/of die gelijktijdig een behandeling krijgen die de hemostase beïnvloedt. Menstruele bloedingen kunnen intensiever worden en/of langer duren. Bloedingscomplicaties kunnen zich uiten in zwakte, bleekheid, duizeligheid, hoofdpijn of onverklaarde zwelling, dyspnoe en onverklaarde shock. In sommige gevallen zijn symptomen van cardiale ischemie zoals angina pectoris als gevolg van anemie waargenomen. Bekende complicaties als gevolg van een ernstige bloeding, zoals compartimentsyndroom en nierfalen als gevolg van hypoperfusie, zijn gemeld voor Xarelto. Daarom moet bij de beoordeling van de conditie van patiënten die worden behandeld met anticoagulantia altijd de mogelijkheid van een bloeding worden overwogen. EU/1/08/472/017-021, EU/1/08/472/024. 10 mg 30 tabs: 86,47 15 mg 28 tabs: 95,04 15 mg 98 tabs: 249,73 15 mg 42 tabs: 125,58 20 mg 28 tabs: 95,04 20 mg 98 tabs: 249,73 |