background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 8
n
2013
56
N1920N
Diabetes mellitus bij patiënten met
antipsychotica:
screening en follow-up
Davy Vancampfort
1
, Marc De Hert
2
1. Psychomotorisch therapeut, Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, campus Kortenberg
2. Medisch directeur, Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, campus Kortenberg
Inleiding
Patiënten met psychiatrische stoornissen
hebben vaker een ongezonde levensstijl,
waarin factoren als overmatig roken (11),
een overmatige consumptie van vetten en
suikers (12) en een gebrek aan lichaams-
beweging (13) vaak een rol spelen. Ook
antipsychotica kunnen gewichtstoename
en metabole afwijkingen induceren (8). On-
danks het sterk verhoogde risico worden pa-
tiënten nog steeds onvoldoende gescreend
op diabetes mellitus (14).
De diagnose diabetes mellitus wordt veelal
gesteld wanneer bij twee opeenvolgende
bloedafnames (15):
1. de nuchtere bloedsuikerwaarde
> 125mg/dl;
2.
de bloedsuikerwaarde in de loop van
de dag > 199mg/dl is.
Recent kan de diagnose van diabetes ook
gesteld worden aan de hand van het percen-
tage geglyceerd hemoglobine in bloed (16).
Glycering is het gevolg van de binding van
glucose aan hemoglobine. Deze verbinding
wordt hemoglobine A1c (HbA1c) genoemd
(17). De mate van glucosebinding hangt af
van de hoeveelheid glucose in het bloed. Als
een diabetespatiënt de bloedsuikerspiegel niet
goed onder controle heeft, is de bloedglucose-
waarde gemiddeld hoog, waardoor ook de
HbA1c-waarde hoog is. HbA1c biedt een meer
betrouwbaar beeld van de glucosespiegel in
het bloed dan een glucosemeting, aangezien
het gehalte HbA1c niet wordt beïnvloed door
actuele veranderingen in dieet of medicatie.
De levensduur van rode hemoglobine is 2 tot 3
maanden waardoor de HbA1c-waarde een in-
druk geeft van de gemiddelde glucosewaarde
over de laatste paar maanden. De drempel
voor de diagnose van diabetes mellitus aan
de hand van HbA1c werd, naar analogie met
de grenzen op basis van bloedglucosebepaling,
gekozen op basis van de waarde waarbij het
risico op microvasculaire complicaties (met
name retinopathie) sterk toeneemt, namelijk
6,5% ( 48 mmol/mol) (18).
Kunnen we de diagnose van
diabetes mellitus bij
patiënten die antipsychotica
nemen vaststellen aan de
hand van klinische factoren?
In een recent onderzoek (9) bij 798 pati-
enten die behandeld worden met antipsy-
chotica zijn we nagegaan wat de sensitivi-
teit, specificiteit en de positief en negatief
voorspellende waardes zijn van klinische
factoren in het diagnosticeren van diabetes
mellitus, en dit ten opzichte van de gouden
standaardmeting (orale glucosetolerantie-
test; OGTT) (zie Tabel 1).
Uit ons onderzoek (9) blijkt duidelijk dat geen
enkele klinische parameter geschikt is om
diabetes te voorspellen. Een BMI onder 29,6
en een middel/heupratio kleiner dan 1 zijn dan
weer wel goede indicators om de diagnose van
diabetes uit te kunnen sluiten. Echter, op basis
van onze bevindingen mag besloten worden
dat geen enkele klinische parameter bruikbaar
is in het screenen naar diabetes.
Screening en follow-up van
diabetes bij patiënten die
antipsychotische medicatie
nemen
In een tweede onderzoek (10) zijn we bij de-
zelfde 798 patiënten die behandeld werden
met antipsychotica nagegaan welke van de
E
rnstige psychiatrische stoornissen zoals schizofrenie en bipolaire stoornis ver-
tonen vaak een langdurig verloop dat gepaard gaat met een verhoogd risico
voor co-morbide somatische aandoeningen en vroegtijdig overlijden (1-4). Onder-
zoek toont aan dat het risico op het ontwikkelen diabetes mellitus bij patiënten
met ernstige psychiatrische aandoeningen dubbel zo hoog is dan in de algemene
bevolking (1, 5). De oorzaken van het verhoogde risico op cardio-metabole aandoe-
ningen zoals diabetes mellitus zijn multifactorieel en omvatten factoren die toe te
schrijven zijn aan onder andere een ongezonde levensstijl (6), effecten ten gevolge
van de psychiatrische ziekte (7) en de behandeling (8). In deze bijdrage bieden we
een overzicht van de procedures die gevolgd dienen te worden in het screenen
naar diabetes bij patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. In eerste
instantie gaan we aan de hand van eigen onderzoek (9) na of het mogelijk is om
diabetes vast te stellen aan de hand van concrete klinische parameters. In deel 2
stellen we, eveneens op basis van eigen onderzoek (10), een screeningsprotocol voor.
M E T A B O L I S M E