![]() factor? twee types astma. Enerzijds is er de echte beroepsastma, die het gevolg is van de werk- omgeving. Anderzijds kan het ook gaan om bestaande astma die verergert onder invloed van de omgeving. te wijten zijn aan een immunoallergische overgevoeligheid. In andere gevallen kan er sprake zijn van het Reactive Airways Dys- function Syndrome (RADS). De overgevoe- ligheid is dan het gevolg van een hevige en bruuske reactie van de longen op irriterende middelen. delen kan verwerkt zijn, is eindeloos. Op- pervlakteactieve stoffen in detergenten, aldehyden, quaternaire ammoniumzouten, chloramine-T of isothiazolinonen in ont- smettingsmiddelen, ethanolaminederivaten of bepaalde enzymen (proteasen, cellulasen, lipasen) in additieven kunnen aan de basis liggen van echte beroepsastma. Volgens het meldingsprogramma SENSOR (Sentinel Event Notification System for Oc- cupational Risk), dat in de Verenigde Staten werd gelanceerd, zou echte beroepsastma vaker voorkomen dan bestaande astma die verergert onder invloed van de werkomge- ving (Figuur 2) (3). Over het algemeen zou het gaan om een immuunreactie, ook al kan de boosdoener niet altijd worden gedetec- teerd. Deze uitspraken zijn echter gebaseerd op de chronologie van de symptomen en niet op provocatietesten. Mont-Godine 713 specifieke provocatietes- ten uitgevoerd (4). 44 ervan (6%) hadden betrekking op schoonmaakproducten of ontsmettingsmiddelen. 17 testen (39%) bleken positief en 27 van de testen waren negatief. Onderzoek naar de samenstelling van de producten leidde tot de identificatie van 16 potentieel sensibiliserende stoffen. Het ging voornamelijk om quaternaire ammonium- zouten (n = 10). In de andere gevallen was de sensibiliserende stof glutaaraldehyde (n = 3), ethanolaminen (n = 2) en ten slotte, een combinatie van quaternair ammonium- zout en glutaaraldehyde (n = 1). De onderzoekers vergeleken tevens de bronchiale hyperactiviteit voor en na de specifieke provocatietest en analyseerden 18% PC 20 = `provocatieconcentratie' 20 = concentratie die een daling van de FEV1 met 20% veroorzaakt. |