![]() in gedrag. connectiviteit naar gedrag om stil te liggen in de scanner zullen ze zich zonder twijfel bezighouden met het uitvoe- ren van bepaalde mentale `taken' (bv. het maken van een boodschappenlijst), wat kan leiden tot variaties in neuronale activiteit over tijd. Spontane fluctuaties in hersenac- tiviteit ontstaan echter ook in sensorische systemen die niet betrokken zijn bij enige taakgerichte activiteit. Meerdere studies hebben gesuggereerd dat deze spontane fluctuaties relevant zijn voor het gedrag. Zo correleert de intrinsieke hersenactiviteit van de somatosensorische cortex met de trial-tot-trialvariabiliteit in taakgedreven activiteit van dezelfde hersenregio (13). Correlaties in intrinsieke activiteit kunnen ook gemoduleerd worden door de taak die men heeft uitgevoerd voor de rustconditie. Zo heeft visueel perceptueel leren niet al- leen effecten op een bepaald deel van de visuele cortex, maar veroorzaakt het ook veranderingen in de functionele connec- tiviteit tussen dit deel van de cortex en de regio's van het dorsaal aandachts- en het default modenetwerk (14). Deze ver- anderingen kunnen bovendien een betere performantie op de taak voorspellen (15). na een cerebrovasculair accident vasculair accident (CVA), leidt tot motori- sche, sensorische of cognitieve stoornissen die typisch worden toegeschreven aan het beschadigde hersendeel. Het principe dat functies worden gerepresenteerd in spe- de gelokaliseerde functies aantast, is lange tijd een ankerpunt geweest in de klinisch neurologische praktijk. Stoornissen kun- nen echter ook optreden ten gevolge van secundaire effecten op een afstand van het letsel door een functionele aantasting van structureel intacte hersengebieden, bijvoor- beeld omwille van disconnectie met het hersenletsel (16). Analyse van `diaschisis' met behulp van functionele en structurele connectiviteitsmethoden kan helpen om te begrijpen waarom patiënten met een hersenletsel meerdere stoornissen verto- nen die niet gemakkelijk kunnen worden toeschreven aan het letsel zelf (17). Een subcorticaal letsel, bijvoorbeeld, kan lei- den tot meerdere deficits in verschillende functionele domeinen (18). Zelfs een focaal witte stofbanen kan meerdere deficits veroorzaken (19). aangetoond dat een focaal letsel fysiolo- gische abnormaliteiten kan induceren in de intrinsieke activiteit van structureel intacte regio's die direct of indirect met het letsel een grotere coherentie in hun intrinsieke |