background image
C A R D I O L O G I E
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 8
n
2013
32
OR0790N
Het gebruik van legale en illegale
stimulantia in de sport
Koen Deventer, Peter Van Eenoo
DoCoLab (Dopingcontrolelaboratorium), Vakgroep Klinische Biologie, Microbiologie en Immunologie, UG
Ondanks de analytische éénvoud waarmee
de meeste stimulantia opgespoord kun-
nen worden, behoren deze nog steeds tot
de meest gebruikte dopeermiddelen. In
2011 stond de groep van stimulantia op
de 2
e
plaats na de anaboliserende stof-
fen. Binnen de klasse van de stimulantia
werd 4-methyl-2-hexaanamine het meest
gedetecteerd. Gezien het therapeutische
belang van sommige stimulantia heeft het
Wereldantidopingagentschap (WADA) de
verboden lijst van stimulantia opgesplitst in
gespecifieerde en niet- gespecifieerde sub-
stanties. De gespecifieerde stimulantia be-
vatten voornamelijk deze die therapeutisch
gebruikt worden en aanwezig kunnen zijn in
plantenextracten, waardoor er een groter
risico is dat ze niet-intentioneel gebruikt
worden. Niet-gespecifieerde stimulantia
zijn voornamelijk deze die enkel via illegale
weg kunnen worden verkregen (amfeta-
mines, xtc...). Aangezien de verboden lijst
64 stimulantia bevat, worden slechts een
aantal stimulerende stoffen in detail be-
sproken. Deze zijn cafeïne, pseudo-efedrine,
cocaïne, strychnine en methylhexaanamine.
Deze stimulantia hebben door hun natuur-
lijk voorkomen reeds tot heel wat contro-
verse geleid, in het bijzonder omdat hun
concentraties aanwezig in `natuurlijke' voe-
dingssuplementen vaak te hoog zijn om ze
als natuurlijk te kunnen beschouwen. Vaak
worden aan deze zogenaamde natuurlijke
preparaten via synthetische weg bekomen
stimulantia toegevoegd. Atleten dienen dan
ook voorzichtig te zijn met het gebruik van
deze preparaten.
Stimulantia in sport, een
probleem van alle tijden...
In de prehistorie waren het de Bersekers,
de legendarische krijgers uit de Noorse
mythologie die de psychoactieve padden-
stoel, Amanita muscara of vliegenzwam,
bekend om zijn euforisch en stimulerend
effect, innamen. Ook de oude Grieken ge-
bruikten paddenstoelen en sesamzaad om
hun uithoudingsvermogen te vergroten. De
gladiatoren in het Romeinse Circus Maxi-
mus gebruikten stimulantia gemengd met
alcohol om vermoeidheid en kwetsuren te
overwinnen (1).
De eerste atleten die voor het gebruik
van stimulantia gestraft zouden zijn, wa-
ren zwemmers in het midden van de 19
e
eeuw (2). Op het einde van dezelfde eeuw
ontdekten wielrenners cafeïne en in ether
gedrenkte suikerklontjes. De eerste dode
gerelateerd aan het gebruik van stimulantia
zou Arthur Linton zijn. Hij overleed in 1896
waarschijnlijk ten gevolge van een overdo-
sis strychnine (3). In de jaren 30 begon de
productie van amfetamines op industriële
schaal. Deze stimulantia werden in de Twee-
de Wereldoorlog geslikt om vermoeidheid
bij de gevechtstroepen en piloten tegen te
gaan. Het was dan ook niet verwonderlijk
dat vanaf 1950 de amfetamines hun intrede
deden in sportmiddens en in het bijzonder
in het wielrennen.
Het ongecontroleerde gebruik van amfe-
tamines in de sportwereld resulteerde in
verschillende dodelijke gevallen. Eén van
de bekendste slachtoffers is de wielren-
ner Tom Simpson. Hij stierf op de flanken
van de Mont Ventoux in 1967 door een
combinatie van uitputting, alcohol en am-
fetamine. Datzelfde jaar nog creëerde het
Internationaal Olympisch Comité (IOC) een
Medische Commissie die de eerste antido-
pingreglementering op papier zette en die
ook de eerste officiële lijst van verboden
producten opstelde. De substanties in deze
lijst waren uitsluitend stimulantia.
In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw
kregen de stimulantia grote interesse van-
uit de farmaceutische industrie. Men had
S
timulantia vormen één van de oudste dopingklassen. Geschiedkundige
werken vermelden reeds misbruik in de tijd van de Romeinen. De intro-
ductie van nieuwe, synthetische varianten voor therapeutisch gebruik kwam
vooral op gang na de Tweede Wereldoorlog in het kader van obesitasbestrijding.
Omdat heel wat stimulantia ernstige bijwerkingen hebben, mogen de meeste
vandaag niet meer therapeutisch gebruikt worden. Enkele (milde) stimulantia
worden wel nog veel gebruikt (pseudo-efedrine, methylfenidaat...). Bovendien
zijn er verschillende stimulantia op de zwarte markt aanwezig voor `recreatief
gebruik', zoals partydrugs (bv. xtc, cocaïne...).