background image
Bloedvaten
Hart
Longen
10x per jaar
(speciale uitgaven
inbegrepen)
Bloedvaten, Hart, Longen is
een tijdschrift
uitgegeven voor
specialisten in cardiologie,
pneumologie, interne
geneeskunde, intensieve
zorgen en cardiovasculaire
chirurgie
Oplage
5.400 exemplaren
Redacteurs
Philippe Mauclet
Jean-Yves Hindlet
Lieven DeNorre
Johan De Neve
Pierre-Emmanuel Dumortier
Alex Van Nieuwenhove
Erik Briers
Productie
Sandrine Virlée
Coördinatie
Orianne du Quesne
Publiciteit
Anne Piret
a.piret@rmnet.be
Sales Manager
Catherine Motte
Medical Director
Dominique-Jean Bouilliez
Verantwoordelijke uitgever
Dr Vincent Leclercq
Jaarlijks abonnement
abonnement@rmnet.be
e
120
Alle rechten voorbehouden,
inclusief vertalingen,
zelfs gedeeltelijk.
Verschijnt eveneens
in het Frans.
Copyright
Reflexion Medical Network
Varenslaan 6
1950 Kraainem
tel 02/785.07.20
Lid van de Unie van de Uitgevers
van de Periodieke Pres
W O O R D V O O R A F
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 8
n
2013
3
Wat met de arts-patiëntrelatie
in een tijd van `industriële'
geneeskunde
Sinds de 19
e
eeuw is de geneeskunde met de ontwikkeling van de anatomisch-klinische methode almaar
wetenschappelijker geworden. Vroeger werd de arts door de patiënten als een meester beschouwd, als
een raadgever die met veel respect werd geconsulteerd. Sinds een dertigtal jaar is de geneeskunde verder
geëvolueerd dankzij de alomtegenwoordige technologische vooruitgang, maar ook de opeenvolgende
crisissen in de financiële wereld waren alomtegenwoordig. De wetenschappelijke vooruitgang heeft
het diagnostische beleid gewijzigd. Dankzij beeldvormingsonderzoeken en moleculaire biologie is de
diagnose preciezer geworden. Dit brengt ons bij de `biologische' geneeskunde. De behandeling is almaar
gerichter geworden, wat van chirurgen, maar ook van artsen, zeer gespecialiseerde technici en ingenieurs
maakt (1), die sterk opgaan in hun werk. Dat brengt ons bij het concept `industriële geneeskunde' (2).
De introductie van de informatica binnen de artsenpraktijk heeft het gedrag van de artsen gewijzigd.
Vaak worden die meer aangetrokken door hun scherm dan door de patiënt, omdat ze een hele rist
administratieve documenten moeten invullen om de terugbetaling van de behandeling te verkrijgen.
In een economisch ongunstige context staan de artsen meer en meer onder druk om evenveel te
`produceren', of zelfs nog meer, maar dan in minder tijd. Iets wat vooral opvalt op het spreekuur: het is
al zover gekomen dat sommige artsen de patiënt nog maar twee vragen per visite stellen. De arts wordt
minder beschikbaar, wat stilaan leidt tot een ontmenselijking van de arts-patiëntrelatie. Doordat men in
de zorg eerder de nadruk legt op de ziekte dan op de persoon, vooral dan in ziekenhuizen, zien we meer en
meer ongelijkheid in gezondheid. Er wordt immers geen rekening meer gehouden met het totale plaatje
(comorbiditeit) van de patiënt. Die ongelijkheid uit zich in het vrij vaak optreden van bijwerkingen, de
vele onderzoeken en ziekenhuisopnames... (3).
In reactie daarop gaan de patiënten, met name de jongere generatie, soms hun heil zoeken op het
internet, omdat hun arts hen niet de gewenste informatie biedt. De informatie die ze op het internet
vinden, is echter niet altijd even correct en houdt vooral geen rekening met het specifieke geval van elke
patiënt afzonderlijk. De patiënt wordt dan ook egoïstischer en zelfs veeleisender in zijn relatie met de
arts. Van de arts verwacht de patiënt vooral gezondheidstechnologisch werk, sociale hulp en herhaalde,
uitgebreide rapporten om een tussenkomst te verkrijgen van pietepeuterige ziekenfondsen. De arts
wordt niet meer beschouwd als een raadgever of een vertrouwenspersoon, althans door een bepaald
segment van de patiënten.
Deze evolutie is niet goed voor de patiënt, maar ook niet voor de arts. De arts moet almaar vaker
in stresserende omstandigheden opereren. Het is nog niet te laat om te reageren en om oplossingen
uit te dokteren om weer wat meer menselijkheid in de relatie te brengen, in plaats van de huidige
fast-consulting met alle kwalijke gevolgen van dien. Eén van de mogelijke oplossingen zou het opnieuw
uitvoeren van visites zonder strikte tijdslimiet kunnen zijn, aangepast aan de individuele behoeften van
de patiënt, om zo te komen tot een breder therapeutisch beleid (educatie...).
Voor een aangenamere toekomst is het essentieel om in de zorg weer te concentreren op de persoon in
plaats van op de ziekte. Sinds enkele jaren wordt het goede voorbeeld gegeven door de multidisciplinaire
overlegrondes, maar die komen nog niet goed van de grond omdat ze vaak te duur worden gevonden.
Jean-Emile Vanderheyden
Referenties
1.
Le Pen C. Les habits neufs d'Hippocrate. Du médecin artisan au médecin ingénieur. Eds Calmann-Lévy,
Paris, 1999.
2.
Grimaldi A. La médecine devient-elle industrielle? La Lettre du Psychiatre 2012;8(6):159-60.
3.
Claes V. L'hôpital plus centré sur la maladie que la personne. Le Spécialiste 2013;13-11:6.
N1963N