![]() betekent ook praten over de voldoening die hij zou hebben als hij `s avonds niet meer zou snoepen, en over het persoonlijke ple- zier dat hij zou beleven als hij zijn doel zou blijven nastreven. vaak over de doelstellingen die de adoles- cent wil bereiken. Die doelstellingen moeten we bepalen in overleg tussen de patiënt, zijn ouders en de arts. We mogen de adolescent geen doelen opleggen, maar hem helpen om zelf te bepalen wat hij wil bereiken. De doelstelling moet aangepast zijn aan zijn situatie, en ook haalbaar zijn: hoe minder ambitieus de doelstelling, hoe makkelij- ker ze te bereiken is. Het bereiken van een doelstelling, zal het persoonlijke gevoel van efficiëntie van de adolescent versterken. De doelstelling moet niet noodzakelijk in cijfers worden uitgedrukt (`s morgens ont- bijten', `niet meer elke dag frisdrank drin- ken', `mijn gewicht stabiel houden', `gaan aan een deadline (`tegen de volgende con- sultatie', `in de zomer'...). van adolescenten op dezelfde manier als de adolescentie in het algemeen: hun ge- voel houdt het midden tussen afkeuring en fascinatie, tussen de wil om te controleren en nostalgie. In plaats van te hopen dat de adolescent zich ideale eetgewoonten zal aanmeten, wat op elke leeftijd overigens een illusie is, moeten we hem helpen om met zijn eigen middelen gezonder te gaan leven. Dankzij een goede kennis van de be- hoeften in deze periode, kunnen we bepalen welke eetgewoonten voor een bepaalde adolescent het beste zijn. We moeten de adolescent bejegenen zonder zelfingeno- menheid maar met empathie. Alleen dan kunnen we hem opvolgen in de tijd, en zal hij ons vaak nog verbazen met zijn natuur- D. H. Winnicott ooit schreef: de adolescentie is in de eerste plaats een `levenservaring en een existentiële kwestie' die maar één remedie heeft: `de tijd die ervoor zorgt dat het probleem gewoon weer overwaait'. 1. l'adolescent, in Médecine de l'adolescent (2 Arch Pediatr 2006;13 Spec No 1:29-32. viewing? Behavioural and Cognitive Psychotherapy 1995;23(04):325-34. médicaux et psychologiques. EMC (Elservier SAS, Paris) Gynécologie 2006(802-A-01). nels donner aux adolescents? J pediatr puériculture 2000;13:89-94. ons, in Médecine de l'adolescent (2 précoce? Médecine & enfance 2012;32(3):115-8. taires 2 (INCA 2) 2006-2007. 2009, Agence Française de sécurité sanitaire des aliments. Paris. Cahiers de nutrition et de diététique 2011;46(1):30-9. en France aujourd'hui. in AlimaAdos, colloque organisé par l'OCHA. 2009, Paris. évolution radicale de la relation thérapeutique. Alcool et addictologie 2004;26(2):129-34. thérapeutique d'un patient obèse? La motivation du patient... et du médecin: une des clefs du succès théra- peutique? Obes 2009;3:23-7. of freedom and control. 1981. Academic Press: San Diego. Erasmus Ziekenhuis), krijgt de Prijs Oskar Minkowski 2013 uitgereikt door de EASD (European Association for the Study of Diabetes). Deze prijs is de belangrijkste Europese onderscheiding voor onderzoek in het domein van diabetes. De onderzoeker die de prijs ontvangt, moet jonger dan 45 jaar zijn. Miriam Cnop is de eerste Belgische vrouw die deze prijs krijgt. Samen met haar collega's van ze de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor het slecht functioneren en de apoptose van de bètacellen die worden waargenomen bij diabetes type 2 endoplasmatisch recticulum als een moleculair mechanisme dat bijdraagt tot de apoptose van cellen, veroorzaakt door vrije vetzuren. Door de stress van het endoplasmatisch recticulum en het mitochondriale spoor van de apoptose door kleine moleculen te moduleren en via interferentiestrategieën van ARN, kon het team bijdragen tot het verduidelijken van de signalisatiewegen die bij apoptose van de bètacellen betrokken zijn. Dit maakt het mogelijk om nieuwe therapeutische manieren om deze cellen te beschermen. openingstoespraak met als titel "The heart of the matter: beta cells in diabetes". |