background image
Het is gekend dat voorkamerfibrillatie
het risico op trombo-embolische
aandoeningen, zoals CVA en TIA,
aanzienlijk verhoogt. Professor Neree
Claes, die een leerstoel cardiovasculaire
preventie bekleedt aan de Universiteit
Hasselt, bespreekt hier verschillende
aspecten over het verband tussen VKF
en stroke, zoals de nieuwe CHA
2
DS
2
-
VASc score die meer volledig is dan de
CHADS
2
-score in de risico-evaluatie.
Welke VKF-patiënten
lopen een verhoogd risico
op CVA/TIA?
Neree Claes: Het risico op een CVA
of TIA bij patiënten met een VKF is
globaal gezien 6x hoger in vergelijking
met personen zonder VKF. Dit risico
verhoogt aanzienlijk met toenemende
leeftijd en loopt op tot 23% boven de
80 jaar. Bovendien komt VKF frequenter
voor bij ouderen. Bij de algemene
bevolking bedraagt de prevalentie van
VKF 0,4 tot 1%, terwijl bij personen
ouder dan 70 jaar de prevalentie 6 tot
14% bedraagt. Ongeveer 5% van de
mensen ouder dan 65 jaar heeft VKF,
terwijl ruim de helft van de patiënten
met VKF ouder is dan 75 jaar.
Teneinde een optimale preventie van
trombo-embolische complicaties te
verkrijgen, is het essentieel om een
goede risico-analyse uit te voeren:
elke patiënt met VKF moet een risico-
evaluatie krijgen! Dit gebeurde tot
dusver aan de hand van de CHADS
2
-
score, een score waarin een aantal
geassocieerde comorbiditeiten wordt
verrekend. De `C' staat voor congestief
hartfalen, de `H' voor hypertensie, de
`A' voor leeftijd, de `D' voor diabetes,
de `S' voor stroke. De score wordt
berekend door 1 punt toe te kennen
aan elk van de CHAD-factoren en 2
punten aan stroke. Dit betekent dus dat
een voorafgaande stroke/TIA tweemaal
meetelt. Op die manier kan men de
patiënten indelen als VKF-patiënten
met een hoog, matig of laag risico op
trombo-embolische complicaties. Merk
op dat dit risico onafhankelijk is van het
type van VKF (paroxysmaal, persistent
of permanent).
De waarde berekend door de CHADS
2
-
score is bepalend voor het al dan niet
toedienen van een antiocoagulerende
behandeling. In geval van VKF zonder
één van de risicofactoren uit de CHADS
2
-
score (score = 0), is er geen noodzaak
voor OAC (orale anticoagulantia)
maar wordt een behandeling met
een lage dosis aspirine aanbevolen,
meer bepaald tussen 75mg en 325mg.
Wanneer twee of meer risicofactoren
aanwezig zijn (score = 2), bijvoorbeeld
VKF in combinatie met hartfalen en
een leeftijd hoger dan 75 jaar, zijn
altijd OAC aangewezen. Het probleem
van de CHADS
2
-score is dat men zich
als het ware in een grijze zone bevindt
bij de VKF-patiënten die slechts
één risicofactor hebben (score = 1),
aangezien de arts dan de keuze moet
maken tussen een OAC of aspirine. Er
wordt dan ook soms te weinig gekozen
voor OAC omwille van deze grijze zone
met de klassieke CHADS
2
-score.
Hoe kan men het
probleem van deze grijze
zone oplossen?
Neree Claes: In een artikel van Lip
et al. gepubliceerd in Chest 2010 (1)
wordt een verfijning van de klinische
risicostratificatie voor het voorspellen
van stroke en trombo-embolie bij VKF
voorgesteld op basis van een nieuwe
risicofactor-gebaseerde benadering.
Lip onderzocht aan de hand van meta-
analyses of de CHADS
2
-score volstaat
als risico-analyse. Het resultaat was
dat deze score in feite niet voldoende
accuraat is; meer bepaald bevinden zich
61% van de VKF-patiënten in de lage tot
matige risicoklasse, de hogervermelde
grijze zone waarin met moet kiezen
tussen aspirine of anticoagulatie.
Daarenboven is het gekend dat 1,4%
van de patiënten met een laag risico op
basis van CHADS
2
toch nog een trombo-
embolisch event doet.
Het onderzoek van Lip et al. leverde
nieuwe risicofactoren op die het risico
op CVA/TIA verhogen, waaronder
vrouwelijk geslacht. Vrouwen hebben
namelijk een hoger risico op trombo-
embolische complicaties in geval van VKF
in vergelijking met mannen. Nieuw is ook
dat een leeftijd tussen 65 en 74 jaar als
een risicofactor wordt beschouwd (score
= 1). Een andere nieuwe risicofactor
is de aanwezigheid van vasculaire
aandoeningen, zoals coronaire arteriële
aandoeningen (CAD), myocardinfarct of
perifere arteriële aandoeningen (PAD).
Deze gegevens leidden tot een nieuwe
berekeningswijze om het stroke-risico
MS6817N_2011
Voorkamerfibrillatie en het
risico op CVA
Interview met Neree Claes (Universiteit Hasselt, Campus Diepenbeek)
Keywords: atrial fibrillation ­ thrombo-embolic events ­ CHA
2
DS
2
-VASc Score ­
Oral anticoagulation
Neree Claes
MS6817N.indd 1
24/08/11 15:46