![]() tussen de opgaande en neergaande kanalen (2). Ze is dus afhankelijk van de transductie, transmissie en centrale interpretatie van de informatie. Bij pijnsignalisatie zijn heel wat kanalen (Na, Ca en K) en receptoren betrok- ken, maar de belangrijkste daarvan lijken toch de TRPV1-receptoren (receptoren van het type niet-selectieve cationkanalen die er, als antwoord op een stimulus, voor zorgen dat vooral Ca++-ionen de cel binnendringen). Deze sensoriële receptoren vinden we aan het perifere uiteinde van de gevoelsneuronen met een kleine diameter. Ze worden uitgedrukt op het niveau van de huid, de slijmvliezen en in sommige delen van het centraal zenuwstel- sel. Ze worden geactiveerd door warmte geoxideerde linolzuren en sommige stoffen van de familie van de vanilloïden, waaronder capsaïcine. Een andere belangrijke receptor is die van de tyrosinekinases, die gevoelig is voor de NGF (nerve growth factor). Maar we mogen ook de andere receptoren niet over het hoofd zien, aldus nog Ahmedzai. satie met of zonder axonale degeneratie als gevolg van een neuronaal letsel. Ze bevordert het ontstaan van abnormale connecties tus- sen de verschillende zenuwvezels en van een de balans tussen excitatie en inhibitie, met spontane ectopische ontladingen en centrale sensibilisering. Op fysiopathologisch vlak ver- taalt zich dat vooral in de toename van het aantal natriumkanalen (3). pijn komt vaak voor, vooral als de patiënt wordt behandeld met taxaan, platinederivaat, epothilon, vincamine-alkaloïde, thalidomide of bortezomib, meestal door de ontregeling glutathion of xaliproden zouden deze pijn kunnen voorkomen, maar tot op heden is geen enkele studie erin geslaagd om formeel onbetwistbare regels op te stellen (4). fysiopathologie van deze pijn geleid tot de ont- wikkeling van veelbelovende behandelings- strategieën: topisch aangebrachte capsaïcine en menthol, NSAID's om de ontstekingspijn te verlichten, lidocaïnepleisters voor de van het feit of die al werd behandeld of niet (1). Pijn gaat gepaard met vele mechanismen die vaak samen optreden: weefsel- schade, ontsteking, degeneratie (bij nociceptieve pijn). Zowel de perifere zenuwen als het ruggenmerg of de hersenneuronen (bij neuropathische pijn) kunnen worden aangetast. Hoe dan ook moet pijn altijd snel en zo efficiënt mogelijk worden behandeld. Dat zei ook Sam Ahmedzai (Supportive Care, Un. Sheffield) ter gelegenheid van een specifieke sessie over pijn in de oncologie op de 14th World Conference on Lung Cancer (Amsterdam, 4 juli 2011). |