background image
34 |
Medi-Sfeer 378
|
8 september 2011
dossIer onco
MS6754N_2011
kanker en pijn
Steeds betere kennis
van de fysiopathologie
leidt tot behandelingen
voor alle soorten pijn
dominique-Jean Bouilliez
Pijnperceptie is het resultaat van een balans
tussen de opgaande en neergaande kanalen
(2). Ze is dus afhankelijk van de transductie,
transmissie en centrale interpretatie van de
informatie. Bij pijnsignalisatie zijn heel wat
kanalen (Na, Ca en K) en receptoren betrok-
ken, maar de belangrijkste daarvan lijken
toch de TRPV1-receptoren (receptoren van
het type niet-selectieve cationkanalen die er,
als antwoord op een stimulus, voor zorgen
dat vooral Ca++-ionen de cel binnendringen).
Deze sensoriële receptoren vinden we aan het
perifere uiteinde van de gevoelsneuronen met
een kleine diameter. Ze worden uitgedrukt op
het niveau van de huid, de slijmvliezen en in
sommige delen van het centraal zenuwstel-
sel. Ze worden geactiveerd door warmte
(> 44°C), een lage pH en de metabolieten van
geoxideerde linolzuren en sommige stoffen
van de familie van de vanilloïden, waaronder
capsaïcine. Een andere belangrijke receptor
is die van de tyrosinekinases, die gevoelig is
voor de NGF (nerve growth factor). Maar we
mogen ook de andere receptoren niet over het
hoofd zien, aldus nog Ahmedzai.
>
>
Neuropathische pijn:
een pijn zoals (g)een
ander
Neuropathische pijn ontstaat door demyelini-
satie met of zonder axonale degeneratie als
gevolg van een neuronaal letsel. Ze bevordert
het ontstaan van abnormale connecties tus-
sen de verschillende zenuwvezels en van een
neuronale hyperexcitabiliteit. Die doorbreekt
de balans tussen excitatie en inhibitie, met
spontane ectopische ontladingen en centrale
sensibilisering. Op fysiopathologisch vlak ver-
taalt zich dat vooral in de toename van het
aantal natriumkanalen (3).
Chemotherapiegeïnduceerde neuropathische
pijn komt vaak voor, vooral als de patiënt
wordt behandeld met taxaan, platinederivaat,
epothilon, vincamine-alkaloïde, thalidomide
of bortezomib, meestal door de ontregeling
van de natriumkanalen (4). Vitamine E, NAC,
glutathion of xaliproden zouden deze pijn
kunnen voorkomen, maar tot op heden is
geen enkele studie erin geslaagd om formeel
onbetwistbare regels op te stellen (4).
Hoe dan ook heeft de betere kennis van de
fysiopathologie van deze pijn geleid tot de ont-
wikkeling van veelbelovende behandelings-
strategieën: topisch aangebrachte capsaïcine
en menthol, NSAID's om de ontstekingspijn
te verlichten, lidocaïnepleisters voor de
70 tot 100% van de kankerpatiënten lijdt op een gegeven moment pijn. Deze pijn kan optreden in alle stadia van de ziekte, los
van het feit of die al werd behandeld of niet (1). Pijn gaat gepaard met vele mechanismen die vaak samen optreden: weefsel-
schade, ontsteking, degeneratie (bij nociceptieve pijn). Zowel de perifere zenuwen als het ruggenmerg of de hersenneuronen (bij
neuropathische pijn) kunnen worden aangetast. Hoe dan ook moet pijn altijd snel en zo efficiënt mogelijk worden behandeld. Dat
zei ook Sam Ahmedzai (Supportive Care, Un. Sheffield) ter gelegenheid van een specifieke sessie over pijn in de oncologie op de
14th World Conference on Lung Cancer (Amsterdam, 4 juli 2011).
figuur 1: mogelijke bijwerkingen van een langdurige behandeling met opioïden.
Opioid Therapy
Apparent tolerance
Dose escalation
Cellular
mechanisms
Pharmacologic
tolerance
Opioid-induced
abnormal pain
sensitivity
Immune changes
Hormonal changes