![]() niet af te nemen met de tijd en houdt dus aan zo lang er een aromata- seremmer wordt toegediend. Zodra er na de menopauze sprake is van osteoporose of een verhoogd fractuurrisico, moeten we dus een suppletie met calcium en vitamine D voorschrijven. Ook een gezonde levensstijl, met veel lichaamsbeweging en weinig toxische stoffen zoals tabak en alcohol, moeten we aanmoedigen. De aanbevolen dosis calcium bedraagt 1-1,2g/dag, die van vitamine D 800 eenheden per dag. Om een goede impregnering te garanderen kunnen we de 25-OH-vitamine D doseren in het serum, met een concentratie tussen 30 en 100ng/ml. behandeling aangewezen? Binnenkort verschijnt er ook een bijgewerkte Europese consensus en er wordt nog een consensus voorbereid in samenwerking met de Inter- national Osteoporosis Foundation (IOF). Los van al deze aanbevelingen, kunnen we alvast onthouden dat alle patiëntes met een T-score < -2,5 en alle patiëntes die al een fragiliteitsfractuur hebben gehad, moeten worden behandeld met een bisfosfonaat. Maar hiermee vertel ik u niets nieuws. Voor patiënten met osteopenie met een T-score tussen -1 en -2,5 liggen de aanbevelingen minder voor de hand. Samengevat wordt aanbevolen om alle patiëntes met een T-score tussen -1,5 en -2,5 en minstens één risicofactor voor fracturen (bijvoorbeeld een hoge leef- tijd) te behandelen. Bij een T-score tussen -1,0 en -1,5 is behandeling aangewezen als er minstens twee andere risicofactoren aanwezig zijn. Patiëntes met een `normale' botmassa (-1,0 tot +1,0) moeten regelmatig op controle komen. aarzelen om de oncoloog te `waarschuwen' als het probleem niet wordt behandeld. Oncologen hebben immers meer oog voor de mogelijkheid dat de tumor terugkeert, terwijl reumatologen zich meer bekommeren om gewrichtspijn, een bekende bijwerking van aromataseremmers, dan om het osteoporoserisico. Het is overigens heel goed mogelijk dat er een verband bestaat tussen de beide verschijnselen. Vrouwen met het laagste oestrogeengehalte hebben immers het vaakst last van gewrichtspijn. Maar waar zijn de mannen in dit verhaal? treft kunnen we ons inspireren op de aanbevelingen voor vrouwen, met dezelfde limietwaarden voor de botmassa. Mannen vergen volgens mij nog meer toezicht dan vrouwen. Ze zijn immers meestal ouder als ze een hormoonbehandeling nodig hebben in het kader van prostaatkanker. Omdat er in die context nog weinig onderzoek werd gevoerd, is het be- langrijk om het potentieel te kennen van denosumab. Dat geneesmiddel werd erkend voor zijn fractuurwerende werking bij prostaatkanker met castratiebehandeling. botuitzaaiingen. Hebben de kankercellen een voorkeur voor bepaalde plaatsen? in een gevorderd stadium) hebben, samen met longkanker (bijna 40% van de gevallen), de meeste botuitzaaiingen op hun geweten. Prostaat- kankercellen zaaien zich vooral uit naar het axiaal skelet (het bekken, de wervelkolom). Dat zijn ook de favoriete plaatsen van borst- en longkan- ker, al tasten die ook vaak de schedel, de ribben, het opperarmbeen en het dijbeen aan. Botuitzaaiingen zijn de belangrijkste oorzaak van pijn bij kankerpatiënten. Ze zijn ook verantwoordelijk voor heel wat ernstige sie van de cauda equina, verlamming van de hoofdzenuwen, hypercal- cemie, infiltratie van het beendermerg met deficit van een of meerdere bloedlijnen. Deze complicaties verminderen aanzienlijk de levenskwali- teit van de patiënten. In de mate dat patiënten ouder dan 60 frequent klagen over `pijn', moeten we zeer aandachtig zijn als die pijn heviger is dan gewoonlijk, of 's nachts opsteekt, of als de patiënt pijn heeft terwijl hij rechtstaat en die pijn nog wordt verscherpt bij het bewegen. Vooral als het gaat om een stekende pijn of een pijn die opkomt tijdens het palperen. We mogen niet aar- zelen om bijkomende onderzoeken voor te stellen. De botvernieling als gevolg van kanker kan immers worden geblokkeerd met bisfosfonaten of denosumab. is ook niet gevoelig genoeg en spoort niet alle botuitzaaiingen op. Bij twijfel is het beter om een doelgerichte scan voor te stellen, of een mag- netische resonantie als die makkelijk toegankelijk is. Als de resultaten positief blijken, moet de patiënt multidisciplinair worden behandeld met orthopedische chirurgie, radiotherapie en geneesmiddelen: chemothe- rapie, hormoontherapie en pijnstillers, maar dus ook bisfosfonaten en denosumab die de incidentie van de complicaties van botuitzaaiingen aanzienlijk verminderen. 1. |