![]() thieën, calciumkanaalblokkers (gabapentine, pregabaline) en waarschijnlijk ook anti-TNF- middelen. Overigens trachten heel wat stu- dies aan te tonen dat deze pijn ook kan wor- den verlicht door morfinederivaten van trap II of III of door cannabinoïden. Deze extracten van cannabis sativa werken ook in op de CB1- receptoren die verwant zijn met de familie van de opiumreceptoren. Ook onderdrukken ze misselijkheid en braken en stimuleren ze de eetlust. ganisme vaak overgevoeligheid in het gebied rond de getroffen site veroorzaakt, is al lang bekend. Als gevolg van een letsel ontvan- gen de cellen van het ruggenmerg heel wat stimuli die afkomstig zijn van de pijnrecepto- ren. Na verloop van tijd neemt het receptieveld van deze cellen toe. Waarschijnlijk komen tal van chemische processen tussen in de sen- sibilisering van het centrale zenuwstelsel. thyl D-aspartaat-receptoren (NMDA), vooral door de vermenigvuldiging van de kanalen. Dit sensibiliseringsproces van het centrale zenuw stelsel ter hoogte van het ruggenmerg noemen we wind-up, een proces dat de mi- croglia en de astrocyten lijken te stimuleren. De rol van deze astrocyten zou een van de oorzaken kunnen zijn van het feit dat botpijn moeilijk te behandelen is. Deze pijn vergt im- mers veel hogere morfinedosissen dan ont- stekingspijn (5), los van de desorganisatie van de bloedvaten en de gevoelszenuwen. Daarom moet voor botpijn de morfinebehan- deling worden aangevuld met nog andere therapeutische klassen (6). keling bevorderd van langdurig werkende of transmuceus toegediende geneesmidde- len om de behandeling van zowel acute als chronische pijn te bevorderen. Omdat hun werkzaamheid echter gepaard gaat met een zekere toxiciteit (7) en een tolerantierisico, zijn de toedieningsprotocollen zeer streng algesie of allodynie veroorzaken door acti- vering van de NMDA -receptor. Vandaar de belangstelling voor andere substanties zoals bijvoorbeeld methadon. Dat blokkeert de NMDA-kanalen zodat dit verschijnsel uitblijft (9). Een andere mogelijkheid is fentanyl. Al deze beschouwingen moeten echter in een bredere context worden gezien. Het is immers bekend dat vrouwen verschillend reageren op pijn (10) en dat sommige genetische bij- zonderheden verschillende gevoeligheden veroorzaken. 1. 2007;18(9):1437-49. Suppl):S32-46. 3;30(44):14649-56. 77. 53. echter altijd rekening houdend met de bijwerkingen; van de transdermische weg voor de basisbehandeling en de orale of intraveneuze weg voor de pijnpieken); afgifte voor hevige pijn; pijnstillende equivalenties een betere pijnstilling geven met minder bijwerkingen. |