background image
26 |
Medi-Sfeer 378
|
8 september 2011
dossIer onco
tende publicatie van november 2009 is een aanzienlijke stijging van de
frequentie van beroerte bij diabetespatiënten gerapporteerd (44). Ook dat
is een argument om toch voorzichtig te zijn met ESA's in het algemeen.
Behandeling van anemie
De behandeling van anemie door chemotherapie hangt af van de graad
en de symptomen van de anemie. Transfusie blijft een optie voor pati-
enten bij wie de anemie onmiddellijk moet worden gecorrigeerd. Voor
patiënten bij wie een onmiddellijke correctie niet nodig is, zijn de op-
ties transfusie en behandeling met ESA's. Het National Comprehensive
Cancer Network (NCCN) en de European Society for Medical Oncology
(ESMO) waarschuwen voor behandeling met ESA's bij patiënten die een
in opzet curatieve chemotherapie krijgen (5, 45).
Bij asymptomatische patiënten met risicofactoren voor de ontwikkeling
van een symptomatische anemie kan een behandeling met ESA's worden
overwogen (5, 45). Toediening van ESA conform de richtlijnen beïnvloedt
het verloop van de onderliggende kanker niet. De artsen moeten dus de
mogelijke risico's en voordelen van behandeling met ESA's afwegen en
met de patiënt bespreken (5, 45).
De frequentste schema's voor toediening van epoëtine alfa zijn 150 een-
heden/kg drie keer per week en 40.000 eenheden één keer per week
subcutaan (22). Er kunnen andere doseringen worden overwogen, zoals
80.000 eenheden om de 2 weken en 120.000 eenheden om de 3 weken
(46, 47). De startdosering van darbepoëtine alfa is 2,25µg/kg om de week
(48). In studies met hogere doseringen maar een lagere toedieningsfre-
quentie (500µg om de 3 weken) waren de resultaten beter dan bij gebruik
van de standaarddosering (49).
In
tabel 2 worden de toedieningsschema's in geval van onvoldoende
respons weergegeven.
Bij patiënten die epo krijgen, wordt vaak een functioneel ijzertekort gezien.
Er moeten ijzersupplementen worden gegeven om de erytropoëse op peil
te houden (5, 45). IJzer kan per os of intraveneus worden toegediend.
In studies bij anemische patiënten die ESA kregen samen met orale
ijzersupplementen, ijzerdextraan intraveneus of helemaal geen ijzer, is
aangetoond dat het hemoglobinegehalte sterker steeg bij patiënten die
een intraveneuze bolus kregen, dan bij patiënten die ijzer per os of geen
ijzersupplementen kregen (50-52).
Er kon bovendien geen statistisch significant verschil worden gevonden
tussen de patiënten die ijzer per os kregen, en de patiënten die geen
ijzersupplementen kregen (50).
Alternatieven voor epo en transfusies
Er bestaan vrij weinig alternatieven voor epo of transfusies.
Gepolymeriseerde, gepegyleerde humane hemoglobine is met succes
gebruikt bij cardiogene shock als er geen bloed beschikbaar was. Dit
middel is echter moeilijk te verkrijgen in Europa en de VS (53). GATA-2-
remmers zouden in de toekomst kunnen worden gebruikt om de endogene
epo-productie te verhogen en de erytroïde differentiatie te stimuleren
(54). Op dit ogenblik zijn er geen van dergelijke geneesmiddelen in
ontwikkeling.
>
>
Conclusie
De laatste jaren hebben we een beter inzicht gekregen in veel aspecten
van de pathofysiologie van anemie bij kanker. Maar er zijn meerdere
punten die nog moeten worden verduidelijkt, zoals de plaats van
ijzertherapie en de bijwerkingen van transfusies.
De recente aanbevelingen en richtlijnen geven ten minste voor een deel
aan hoe ESA's het best kunnen worden gebruikt. Waarschijnlijk zullen we
nog meer leren over hoe we de patiënten het best kunnen behandelen
en hoe we de kosten-batenverhouding van alle behandelingen kunnen
verbeteren.
Naar
Annals of Oncology 21 (supplement 7): ISSN 0923-7534 (print), ISSN 1569-8041 (online), voor publicatie
overeenkomstig en met de toestemming van de ESMO.
Referentiesopaanvraag
tabel 2: door het nccn en de eSmo voorgestelde verhoging of verlaging van de dosering van subcutaan epoëtine alfa, epoëtine bèta en
darbepoëtine alfa.
Naar NCCN 2010 (5) en ESMO 2009 (45).
ESMO: European Society for Medical Oncology; Hb: hemoglobine; NCCN: National Comprehensive Cancer Network; E: eenheden
Middel
Initieel schema
Verhoging indien
Verhoging van de dosering tot respons
geen respons
Epoëtine alfa
150E/kg 3x/week
300E/kg 3x/week
Aanpassen tot laagste dosis die volstaat om
Hb-spiegel te handhaven
40.000E/week
60.000E/week
80.000E/2 weken
Geen verhoging voorgesteld
120.000E/3 weken
Geen verhoging voorgesteld
Epoëtine beta
30.000E/week
60.000E/week
Indien stijging > 1g/dl in 2 weken, verlagen met 25-50%
Darbepoëtine alfa
2,25µg/kg/week
Tot 4,5µg/kg/week
Niet geven als Hb > 13g/dl
100µg/week
150-200µg/week
200µg/2 weken
300µg/2 weken
300µg/3 weken
500µg/3 weken
500µg/3 weken
Geen verhoging voorgesteld