background image
8 september 2011
|
Medi-Sfeer 378
| 3
Woord vooraf
MS378 - 8 september 2011
Lid van de Unie van de Uitgevers
van de Periodieke Pers
is een tijdschrift uitgegeven voor huisartsen, geriaters
en gastro-enterologen.
Halfmaandelijks
·
21 nummers / jaar
·
Oplage: 14.000 exemplaren
Publicatiedirecteur: Vincent Leclercq
Redactie: Erik Briers
·
Johan De Neve
·
Lieven De Norre
·
Pierre-Emmanuel Dumortier
·
Thierry Goorden
·
Philippe Mauclet
Heidi Van de Keere
·
Alex Van Nieuwenhove
Redactie-assistente: Sandrine Sluysmans
·
redac@rmnet.be
Sales Manager: Catherine Motte
·
sales@rmnet.be
Productie: Nathalie Denys
Medical Director: Dominique-Jean Bouilliez
Verantwoordelijk uitgever: Dr Vincent Leclercq
Jaarlijks abonnement: 250
Alle rechten voorbehouden, inclusief vertalingen, zelfs gedeeltelijk. Verschijnt
eveneens in het Frans.
De uitgever kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud
van de artikels, die onder de verantwoordelijkheid van de auteurs vallen.
Omwille van de snelle evolutie van de medische wetenschap, is het aan
te bevelen de diagnostische richtlijnen en therapeutische aanbevelingen
extern te verifiëren. De inhoud van de snelle lezing valt niet onder de
verantwoordelijkheid van de auteur.
Copyright
Varenslaan 6
1950 Kraainem
02/785.07.20
www.rmnet.be
medi
HET TIJDSCHRIFT VAN DE HUISARTS
sfeer
medi
sfeer
HET TIJDSCHRIFT VAN DE HUISARTS
AERIUS
®
ODT,
De galenische vorm, handig op vakantie
u
AERIUS ODT is een orodispergeerbare tablet voor
patiënten die last hebben van allergische rinitis en urticaria.
u
Het tabletje smelt onder de tong: praktisch, want
de patiënt heeft geen water nodig om het door te slikken.
u
Gebruiksgemak gegarandeerd voor uw patiënten
die op vakantie vertrekken.
u
Voor volwassenen (ODT 5mg) en kinderen van 6 tot 11 jaar
(ODT 2,5mg)
Publieksprijs ()
Dagelijkse kosten/patiënt ()
Orodispersible 12 x 2,5 mg
Orodispersible 30 x 2,5 mg
Orodispersible 12 x 5 mg
Orodispersible 30 x 5 mg
6,17
13,88
8,72
19,84
0,51
0,46
0,73
0,66
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL:
Aerius 5 mg orodispergeerbare tabletten.
KWALITATIEVE
EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Iedere dosis Aerius orodispergeerbare tablet bevat
5 mg desloratadine. Hulpstoffen: microkristallijne cellulose, gepregelatineerd zetmeel,
natriumzetmeelglycolaat, magnesium stearaat, copolymeer van gebutyleerd methacrylaat,
crospovidon, natriumhydrogeencarbonaat, citroen zuur, colloïdaal silicium dioxide, ijzero
xide, mannitol, aspartaam (E951), tuttifruttismaak. FARMACEUTISCHE VORM: Orodispergeer
bare tablet. Lichtrode, vlakke, ronde, gespikkelde tabletten, met aan één zijde de inscriptie
"A". KLINISCHE GEGEVENS: Therapeutische indicaties: Aerius is geïndiceerd voor de verlicht
ing van symptomen geassocieerd met: allergische rhinitis, urticaria. Dosering en wijze
van toediening: Volwassenen en adolescenten (12 jaar en ouder): eenmaal per dag één
5 mg Aerius orodispergeerbare tablet in de mond nemen voor de verlichting van symp
tomen geassocieerd met allergische rhinitis (waaronder intermitterende en persistente aller
gische rhinitis) en urticaria. De dosis kan onafhankelijk van de maaltijd ingenomen worden.
Er is beperkte ervaring, wat betreft de werkzaamheid in klinische studies, met het gebruik
van desloratadine bij adolescenten van 12 tot 17 jaar (zie rubriek bijwerkingen). Intermit
terende allergische rhinitis (symptomen zijn aanwezig gedurende minder dan 4 dagen per
week of gedurende minder dan 4 weken) moet worden behandeld naargelang van de ziek
tegeschiedenis van de patiënt, en de behandeling kan worden stopgezet na het verdwijnen
van de symptomen en opnieuw worden opgestart wanneer de symptomen terugkeren. Bij
persistente allergische rhinitis (symptomen zijn aanwezig gedurende 4 dagen of meer per
week en gedurende meer dan 4 weken) kan voortgezette behandeling worden voorgesteld
aan de patiënt tijdens de perioden van blootstelling aan allergenen. De blisterverpakking
dient vlak voor gebruik voorzichtig te worden opengetrokken en de orodispergeerbare
tablet moet eruit worden gehaald zonder deze te beschadigen. De orodispergeerbare tablet
wordt op de tong gelegd, waar deze direct uiteen zal vallen. Water of een andere vloeistof
is niet nodig om de dosis door te slikken. De dosis dient onmiddelijk na opening van
de blisterverpakking te worden ingenomen. Contraindicaties: Overgevoeligheid voor het
werkzaam bestanddeel, voor één van de hulpstoffen of voor loratadine. Bijwerkingen: In
klinische onderzoeken met een reeks indicaties waaronder allergi sche rhinitis en chronische
idiopathische urticaria werden er bij de aanbevolen dosis van 5 mg per dag bijwerkingen
waargenomen bij 3% meer patiënten die behandeld werden met Aerius tabletten dan bij de
genen behandeld met placebo. De meest frequente bijwerkingen die vaker gemeld werden
dan met placebo waren vermoeidheid (1,2%), droge mond (0,8%) en hoofdpijn (0,6%). In
een klinisch onderzoek met 578 adolescente patiënten van 12 tot 17 jaar was hoofdpijn
de meest voorkomende bijwerking; dit kwam voor bij 5,9 % van de patiënten die met
desloratadine behandeld werden en bij 6,9 % van de patiënten die placebo kregen. Andere
bijwerkingen die zeer zelden gemeld werden na het in de handel brengen, zijn weergegeven
in onderstaande tabel. Psychische stoornissen: Hallucinaties. Zenuwstelselaandoeningen:
Duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, psychomotorische hyperactiviteit, aanvallen. Har
taandoeningen: Tachycardie, palpitaties. Maagdarmstelselaandoeningen: Abdominale pijn,
nausea, braken, dyspepsie, diarree. Lever en galaandoeningen: Verhoging van de lever
enzymen, verhoogde bilirubine, hepatitis. Skeletspierstelsel en bindweefselaandoeningen:
Myalgie. Algemene aandoeningen: Zeer zelden: Overgevoeligheidsreacties (zoals anafylaxie,
angiooedeem, dyspnoe, pruritus, rash en urticaria). HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR
HET IN DE HANDEL BRENGEN: SP Europe Stallestraat 73 B1180 Bruxelles België.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: EU/1/00/160/052
EU/1/00/160/056. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 10/2010. AFLEVERINGSWIJZE:
Geneesmiddel op medisch voorschrift. Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel
is beschikbaar op de website van het Europese Geneesmiddelen Bureau (EMEA) http://
www.emea.europa.eu/. * Voor volledige productinformatie verwijzen wij naar de SPC van
24/03/2010. Aflevering: op medisch voorschrijft
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL:
Aerius 2,5 mg orodispergeerbare tabletten.
KWALITATIEVE
EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Iedere dosis Aerius orodispergeerbare tablet bevat
2,5 mg desloratadine. Hulp stoffen: microkristallijne cellulose, gepregelatineerd zetmeel,
natriumzetmeelglycolaat, magnesium stearaat, copolymeer van gebutyleerd methacrylaat,
crospovidon, natriumhydrogeencarbonaat, citroen zuur, colloïdaal silicium dioxide, ijze
roxide, mannitol, , spartaam (E951), tuttifruttismaak. FARMACEUTISCHE VORM: Orodisper
geerbare tablet. Lichtrode, vlakke, ronde, gespikkelde tabletten, met aan één zijde de
inscriptie "K". KLINISCHE GEGEVENS: Therapeutische indicaties: Aerius is geïndiceerd voor
de verlichting van symptomen geassocieerd met: allergische rhinitis, urticaria. Dosering
en wijze van toediening: Kinderen van 6 tot 11 jaar: eenmaal per dag één 2,5 mg Aerius oro
dispergeerbare tablet in de mond nemen voor de verlichting van symptomen geas socieerd
met allergische rhinitis (waaronder intermitterende en persistente allergische rhinitis) en
urticaria. Volwassenen en adolescenten (12 jaar en ouder): eenmaal per dag twee 2,5 mg
Aerius orodispergeerbare tabletten in de mond nemen voor de verlichting van symptomen
geassocieerd met allergische rhinitis (waaronder intermitterende en persistente allergische
rhinitis) en urticaria. De dosis kan onafhankelijk van de maaltijd ingenomen worden. Er is
beperkte ervaring, wat betreft de werkzaamheid in klinische studies, met het gebruik van
desloratadine bij adolescenten van 12 tot 17 jaar (zie rubriek bijwerkingen). Intermitterende
allergische rhinitis (symptomen zijn aanwezig gedurende minder dan 4 dagen per week
of gedurende minder dan 4 weken) moet worden behandeld naargelang van de ziektege
schiedenis van de patiënt, en de behandeling kan worden stopgezet na het verdwijnen
van de symptomen en opnieuw worden opgestart wanneer de symptomen terugkeren. Bij
persistente allergische rhinitis (symptomen zijn aanwezig gedurende 4 dagen of meer per
week en gedurende meer dan 4 weken) kan voortgezette behandeling worden voorgesteld
aan de patiënt tijdens de perioden van blootstelling aan allergenen. De blisterverpakking
dient vlak voor gebruik voorzichtig te worden opengetrokken en de orodispergeerbare
tablet moet eruit worden gehaald zonder deze te beschadigen. De orodispergeerbare tablet
wordt op de tong gelegd, waar deze direct uiteen zal vallen. Water of een andere vloeistof
is niet nodig om de dosis door te slikken. De dosis dient onmiddelijk na opening van
de blisterverpakking te worden ingenomen. Contraindicaties: Overgevoeligheid voor het
werkzaam bestanddeel, voor één van de hulpstoffen of voor loratadine. Bijwerkingen: In
klini sche onderzoeken werd desloratadine in de stroopformulering toegediend aan een
pediatrische populatie.De totale incidentie van bijwerkingen was gelijk bij de desloratadine
stroopgroep en de placebogroep en verschilde niet significant van het veiligheidspro
fiel dat bij volwassen patiënten werd waargenomen. In klinische onderzoeken met een
reeks indicaties waaronder allergische rhinitis en chronische idiopathi sche urticaria werden
er bij de aanbevolen dosis van 5 mg per dag bijwerkingen waargenomen bij 3% meer
patiënten die behandeld werden met Aerius tabletten dan bij degenen behandeld met pla
cebo. De meest frequente bijwerkingen die vaker gemeld werden dan met placebo waren
vermoeidheid (1,2%), droge mond (0,8%) en hoofdpijn (0,6%). In een klinisch onderzoek
met 578 adolescente patiënten van 12 tot 17 jaar was hoofdpijn de meest voorkomende
bijwerking; dit kwam voor bij 5,9 % van de patiënten die met desloratadine behandeld
werden en bij 6,9 % van de patiënten die placebo kregen. Andere bijwerkingen die zeer
zelden gemeld werden na het in de handel brengen, zijn weergegeven in onderstaande
tabel. Psychische stoornissen: Hallucinaties. Zenuwstelselaandoeningen: Duizeligheid, sla
perigheid, slapeloosheid, psychomotorische hyperactiviteit, aanvallen. Hartaandoeningen:
Tachycardie, palpitaties. Maagdarmstelselaandoeningen: Abdominale pijn, nausea, braken,
dyspepsie, diarree. Leve ren galaandoeningen: Verhoging van de leverenzymen, verhoogde
bilirubine, hepatitis. Skeletspierstelse len bindweefselaandoeningen: Myalgie. Algemene
aandoeningen: Zeer zelden: Overgevoeligheidsreacties (zoals anafylaxie, angiooedeem,
dyspnoe, pruritus, rash en urticaria). HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HAN
DEL BRENGEN: SP Europe Stallestraat 73 B1180 Bruxelles België. NUMMERS VAN
DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: EU/1/00/160/040 EU/1/00/160/044.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 10/2010. AFLEVERINGSWIJZE: Geneesmiddel op
medisch voorschrift. Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de
website van het Europese Geneesmiddelen Bureau (EMEA) http://www.emea.europa.eu/.
* Voor volledige productinformatie verwijzen wij naar de SPC van 24/03/2010. Aflevering:
op medisch voorschrijft. 30June2012 AER2011BE3440J.
MSD Belgium BVBA/SPRL
Lynx Binnenhof, 5
1200 Brussel
MS6741N_2011
>
>
Het kankerregister:
belangrijke cijfers
(http://www.kankerregister.org/)
De gegevens over de kankerincidentie in 2006 in België zijn sinds kort bekend gemaakt. Dit
betekent dat voor heel België voor het eerst statistieken van nieuwe kankergevallen voor
3 opeenvolgende jaren (2004-2006) ter beschikking zijn.
In het jaar 2006 werden in België 57.702 nieuwe diagnoses van kanker gesteld (exclusief
non-melanoma huidkanker), waarvan 31.640 bij mannen en 26.062 bij vrouwen. Eén man op
drie en één vrouw op vier krijgt met de ziekte te maken voor de 75ste verjaardag. De voor leef-
tijd gestandaardiseerde incidentie berekend aan de hand van de Europese standaardpopulatie
(ESR) bedraagt 508 per 100.000 persoonsjaren bij de mannen en 371 bij de vrouwen.
Kanker treft voornamelijk oudere personen. Respectievelijk 62% van de vrouwen en 75%
van de mannen is 60 jaar of ouder op het ogenblik van diagnose.
In 2006 werden 324 kinderen in België met een nieuwe diagnose van kanker
geconfronteerd (0,6% van kanker).
Prostaatkanker is de meest frequent voorkomende tumor bij mannen, onmiddellijk gevolgd door
longkanker en colorectale kanker. Bij vrouwen is borstkanker de meest voorkomende kanker.
Meer dan één derde van alle invasieve tumoren bij vrouwen is borstkanker. Colorectale kanker
en longkanker komen bij vrouwen respectievelijk op de tweede en derde plaats.
In 2004 stierven in België 25.693 patienten aan kanker, 14.659 mannen en 11.034 vrouwen.
Longkanker is de belangrijkste doodsoorzaak door kanker bij mannen. Ongeveer één op drie
sterftes door kanker bij mannen was in datzelfde jaar te wijten aan longkanker. Bij vrouwen
is borstkanker de meest frequente doodsoorzaak door kanker.
De vergelijking met registratiecijfers van enkele andere Europese landen suggereert
dat België één van de hoogste incidentiecijfers heeft voor prostaatkanker bij mannen,
borstkanker en hoofd- en halskanker bij vrouwen.
Door een verbeterde kankerregistratie in België, is het mogelijk om analyses per regio
(gewest) uit te voeren. De algemene resultaten zijn vergelijkbaar in de drie gewesten. Voor
enkele tumortypes zijn er wel verschillen opgemerkt. Hoofd- en halskanker komt meer voor
in het zuidwesten van België. In Wallonië en in Brussel is de incidentie van longkanker bij
vrouwen hoger dan in Vlaanderen.
Voor het Vlaamse Gewest zijn de gegevens over de evolutie in incidentie tussen 1999
en 2006 beschikbaar. In Vlaanderen is een stijgende incidentie waargenomen voor
borstkanker en prostaatkanker, voornamelijk ten gevolge van screeningsactiviteiten. Voor
heel België kunnen we de laatste jaren wel een belangrijke verschuiving waarnemen in de
sexratio (M/V) voor longkanker en bepaalde subtypes van hoofd- en halskanker. Vrouwen
evolueren naar eenzelfde risico voor het ontwikkelen van tumoren die verband houden met
het rookgedrag.
Verbeteren van de registratie en updating van de incidentiejaren 2004 en 2005:
Bijkomende gegevensverzameling werden uitgevoerd in de centra voor hematologie in
Wallonië die beenmergtransplantaties uitvoeren, alsook bij bepaalde laboratoria anato-
mo-pathologie. Dit heeft geleid voor Wallonië tot een update van de statistieken voor de
incidentiejaren 2004 en 2005.
Er werden voor Wallonië voor de incidentiejaren 2004 en 2005 in totaal respectievelijk
817 en 1140 bijkomende kankergevallen geregistreerd. Dit betekent een verhoging van
5,4% van het aantal kankergevallen in Wallonië in 2004 en 2005 in vergelijking met de
eerder gepubliceerde tabellen.
Bij de hematologische kankers gaat het om een correctie van 205 gevallen in 2004 en
244 gevallen in 2005. Hierdoor stijgt het aantal met 17.3%.
Andere verbeteringen betreffen prostaatkanker (+5,5%), longkanker (+5,1%), dikkedarm-
kankers (+3,9%), borstkanker (+2,4%). De tabellen werden aangepast op de website.
(Statistieken/jaarlijkse statistieken. Kies het jaar 2004 of 2005, het geslacht en de regio)
De gedetailleerde tabellen geven het aantal diagnoses van kanker weer per orgaan,
geslacht, leeftijdsgroep en voor de verschillende regio's van het land. U vindt er ook de
bruto en gestandaardiseerde incidenties*.
Dominique-Jean Bouilliez
*
Debrutoincidentievertegenwoordigthetaantalgevallenper100.000inwoners.Degestandaardiseerde
incidentiesimuleertdeincidentiegraaddiemenverkrijgtmeteengegevenleeftijdspyramide(voorbeeld:opEu-
ropees-,wereldvlak);degestandaardiseerdeaantallenstaanvergelijkingentussenlandentoedienietdezelfde
leeftijdsstructuurhebben.