![]() ling met een gonadorelineagonist. Dat is belangrijk, want waar een intense testosteronverlaging noodzakelijk is in de behan- deling, neemt de kans op cardiovasculaire stoornissen zelfs al toe bij een licht hypogonadisme. Het ontbreekt momenteel nog aan voldoende gegevens om te bevestigen dat intermittente ADT het cardiovasculaire risico als gevolg van deze behandeling kan voorkomen of omkeren. Daarom mag dit behandelingsschema niet als alternatief worden voorgesteld aan patiënten met een hoog cardiovasculair risico die ADT moeten krijgen. Bij niet-uit- gezaaide prostaatkanker bieden niet-steroïdale antiandrogenen in monotherapie aanzienlijke voordelen vergeleken met GnRH- agonisten. Zij veranderen immers weinig aan het gewicht, de BMI en de vette en magere massa. cardiovasculaire risicofactoren kan verhogen. Bij patiënten onder ADT moet daarom regelmatig het risico dat ze metabool syndroom ontwikkelen, worden gecontroleerd. Even belangrijk is dat de voordelen en bijwerkingen van een dergelijke behandeling goed tegen elkaar worden afgewogen, ook voor jonge patiënten of mannen met prostaatkanker in een vroeg stadium met een gunstige prognose. Omdat er geen behandeling bestaat die deze bijwerkingen niet heeft, is preventie via een gezonde levensstijl of geneesmiddelen noodzakelijk. Studies moeten bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe strategieën om de metabolische toxiciteit van ADT te beperken, te voorkomen of zelfs om te keren. 1. prostatecancerontheelectrocardiographicQTnterval:Phase3resultsfollowing treatmentwithleuprolideandgoserelin,aloneorwithbicalutamide,andthe gonadotropin-releasinghormoneantagonistabarelix.JClinOncol.2004;22:Abstr 4578. diseaseduringADT:Observationalstudyofveteranswithprostatecancer.JNatl CancerInst2009;102:39-46. diseaseanddiabetes.JClinOncol2009;27:3452-58. therapyforlocalizedprostatecancerandtheriskofcardiovascularmortality.JNatl CancerInst2007;99:1516-24. prostatecancer.JClinOncol2003;21:1653-9. aerobicexerciseinmenreceivingradiationtherapyforprostatecancer.JClinOncol 2009;27:344-51. suppressionandtheriskofdeathfromprostatecancerinmentreatedusing radiationand6monthsofhormonetherapy.Cancer2007;110:1723-8. Longo (Rome). Die toonden voor het eerst aan dat de anti-emetische doeltreffendheid van de drievoudige combinatie Aloxi chemotherapie op basis van cisplatine, een sterk emetogene chemo- therapie. Aan de studie namen 158 patiënten deel met longkanker die deze sterk emetogene chemotherapie op basis van cisplatine kregen. Ze kregen de combinatietherapie van Aloxi de dag. Het primaire eindpunt van de studie was complete respons, gedefinieerd als geen vomitus of gebruik van noodmedicijnen. De studie toonde een toename aan van de percentages voor complete respons naarmate de cycli vorderden: van 74% voor cyclus 1, over 77,2%, 80%, 79,2% en 81,8% voor cycli 2 tot 5 naar 83,2% voor cyclus 6. waarvan de resultaten door Lee Schwartzberg (Memphis, Tennes- see) wereldkundig gemaakt werden. Die analyse maakte duidelijk dat Aloxi vergelijkbaar is met dat van middelen van de eerste generatie zoals ondansetron, dolasetron en granisetron. Uit die analyse bleek verder dat dit samenging met een statistisch betere preventie dan de mid- delen van de oude generatie (complete respons van 51,2% versus 39,8% voor de acute fase [eerste 24 uur] en de uitgestelde fase [24 tot 120 uur] samen). Longo F, Mansueto G, Lapadula V, et al. Palonosetron, aprepitant and dexamethasone to prevent nausea and vomiting during multiple cycles of cisplatin-based chemotherapy for lung cancer patients. IASLC 2011. Abstract 041.03. Schwartzberg L, Morrow GR, Barbour SY, et al. Analysis of phase III studies for palonosetron, ondansetron, dolasetron, and granisetron in the prevention of chemotherapy-induced nausea and vomiting in patients with lung cancer. IASLC 2011. Abstract 041.01. |