met relatief kleine aantallen.
Het is een statistisch gegeven dat bij behandelingen met in
het algemeen een zeer goed resultaat, het zeer moeilijk is
om kleine verschillen met enige significantie aan te tonen.
den de reeksen uitgebreid en werd de outcome gecentreerd
op de subjectieve ervaring van de patiënten. Een vragen-
lijst werd opgestuurd naar 450 patiënten met een LRTI en
naar 159 met een prothese. Wij ontvingen 320 antwoorden
(response rate 62%). In de vragenlijst was de DASH-score,
een VAS voor pijn (0 is geen pijn, 6 maximale pijn) en
tevredenheid (in %) en de Nelsonscore (9) (een score voor
de functionaliteit van de duim) geïncludeerd (0 is slechte
functie, beste functie = 100). Ook hier is weer geen enkel
significant verschil gevonden.
Met een minimale opvolging van negen jaar onderzochten
wij een zeer strikte groep (unilaterale aantasting, geen
revisies, enkel vrouwen, geen comorbiditeit in het zelfde
lidmaat): dit resulteerde in een groep van 25 patiënten met
een prothese (leeftijd gemiddeld 54 jaar) en 32 patiënten
met een LRTI, (gemiddelde leeftijd 58 jaar). Geen enkel
significant verschil werd geobserveerd.
vervanging de eerste keuze in de chirurgische behande-
ling van artrose. De artrodese en de resectieartroplastie
zijn niet meer de eerste keuze in het chirurgisch armato-
rium. Het leek dan ook voor de hand liggend dat hetzelfde