background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
16
worden gecombineerd om de nicotineaanvoer te modu-
leren volgens de specifieke behoeften van elke roker. Het
product is maar efficiënt als de concentratie hoog genoeg
is om de tijdens het roken geabsorbeerde nicotine te com-
penseren. De posologie van de nicotinevervanger kan wor-
den aangepast op basis van de cotininemeting. De duur van
de behandeling bedraagt gewoonlijk 8 tot 9 weken, maar
kan worden aangepast aan de behoeften van elke roker.
Die kan ze ook maandenlang gebruiken. De belangrijkste
bijwerking van pleisters is plaatselijke huidirritatie. Orale
vormen gaan vaak gepaard met irritatie van de slijm vliezen
in de mond of de bovenste luchtwegen, of met de hik of
spijsverteringsproblemen die vooral het gevolg zijn van
een onaangepast gebruik van de nicotinevervanger. Het
is dus belangrijk om de roker die wil stoppen de correcte
gebruiksregels van deze producten mee te delen. Er is geen
enkele formele contra-indicatie voor het voorschrijven van
nicotinevervangers.
varenIclIne (15)
Varenicline is een niet-nicotinehoudend geneesmiddel
dat werd afgeleid van cytisine en werkt als een agonist en
een partiële antagonist van de nicotinereceptoren 42.
Vandaag is dit het efficiëntste geneesmiddel dat helpt om
te stoppen met roken: het percentage onthouding is na 6
maanden drie keer groter dan met placebo. Varenicline
vermindert de afkicksymptomen maar ook craving, en
verlaagt de lichamelijke en psychologische tevredenheid
bij rokers die tijdens de behandeling blijven roken. De
standaardduur van de behandeling bedraagt 12 weken en
de patiënt stopt in principe daadwerkelijk in de tweede
week na het begin van de behandeling. De behandeling kan
echter ook worden verlengd, vooral als de rokers er goed
op hebben gereageerd maar wanneer een terugval dreigt;
na terugval kan ze ook opnieuw worden voorgeschreven.
De belangrijkste bijwerking van varenicline is lichte tot
matige misselijkheid van voorbijgaande aard in de meeste
gevallen, maar soms ook heviger misselijkheid waardoor
de dosis moet worden verlaagd of het gebruik van het
geneesmiddel moet worden stopgezet. Slapeloosheid en
vreemde dromen zijn eveneens bijwerkingen die vaker
voorkomen dan onder placebo. In 2008 suggereerde het
agentschap voor geneesmiddelentoezicht een mogelijk ver-
band tussen het gebruik van varenicline en een toename
van depressieve gevoelens en zelfmoordgedragingen. Het
gevolg was dat de bijsluiter werd gewijzigd: voorschrijvers
en patiënten worden aangemoedigd om waakzaam te zijn
zodra deze symptomen verschijnen. Recente studies heb-
ben geen verslechtering van de gemoedstoestand aange-
toond bij al dan niet depressieve patiënten, noch bij schi-
zofrene patiënten die worden behandeld met varenicline
(16, 17). Bijzondere waakzaamheid blijft echter aanbevolen
tabel 2: efficiëntie van de geneesmiddelen die helpen bij het stoppen met roken (volgens fiore et al. treating tobacco use and dependence: 2008
update, us department of health and human services).
aantal studiearmen
Or*
(95%-BI)
Daadwerkelijke rookstop*
(95%-BI)
Placebo
80
1,0
13,8
Monotherapie
Pleister 6-14 weken
32
1,9 (1,7-2,2)
23,4 (21,3-25,8)
Pleister > 14 weken
10
1,9 (1,7-2,3)
23,7 (21,0-26,6)
Pleister > 25mg
4
2,3 (1,7-3,0)
26,5 (21,3-32,4)
Kauwgom 6-14 weken
15
1,5 (1,2-1,7)
19,0 (16,5-21,9)
Kauwgom > 14 weken
6
2,2 (1,5-3,2)
26,1 (19,7-33,6)
Inhalator
6
2,1 (1,5-2,9)
24,8 (19,1-31,6)
Bupropion
26
2,0 (1,8-2,2)
24,2 (22,2-26,4)
Varenicline
5
3,1 (2,5-3,8)
33,2 (28,9-37,8)
Nortryptiline
5
1,8 (1,3-2,6)
22,5 (16,8-29,4)
gecombineerde behandeling
Pleister + orale vorm
3
3,6 (2,5-5,2)
36,5 (28,6-45,3)
Pleister + inhalator
2
2,2 (1,3-3,6)
25,8 (17,4-36,5)
Pleister + bupropion
3
2,5 (1,9-3,4)
28,9 (23,5-35,1)
Pleister + nortryptiline
2
2,3 (1,3-4,2)
27,3 (17,2-40,4)
or: Odd ratio; bi: betrouwbaarheidsinterval
* meta-analyse na 6 maanden