background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
48
extrinsieke druk op de aanliggende gluteaalspieren veroor-
zaken (4). Vaak is er beperking van de actieve bewegingen
en pijn bij het wandelen, door de herhaalde trekkrachten
op de aanhechting van de hamstrings (1, 5).
Bij klinisch onderzoek kan beperking van de actieve bewe-
gingen, drukpijn aan de zitbeenknobbel en spierzwakte
worden gevonden (1).
dIagnose
Klinisch lijkt het beeld op een eenvoudige spierverrekking.
Het is daarom van groot belang om bij dit soort klachten
bij jongere atleten, de risicopopulatie, steeds aan de moge-
lijkheid van een avulsiefractuur van het tuber ischiadicum
te denken.
De diagnose wordt gewoonlijk gesteld door conventionele,
eventueel aangevuld met schuine opnamen (3). Nauwkeu-
rige vergelijking met de contralaterale zijde kan helpen het
onderscheid te maken tussen een avulsiefractuur en een
niet-verbeende apofyse (1).
Andere beeldvormingstechnieken zoals CT en MRI zijn
meestal niet noodzakelijk.
Een aanvullend CT-onderzoek is echter aangewezen wan-
neer een avulsiefractuur wordt vermoed maar de radiogra-
fie geen letsel toont. CT is immers gevoeliger wat kleine
verplaatsingen betreft (Figuur 2) (1).
Bij MR-beeldvorming kan een hyperintens signaal worden
gezien tussen de apofysaire botkern en het aanliggende
os ischium. De hamstringspezen zijn in min of meerdere
mate geretraheerd. Anders dan bij CT, kunnen corticale
avulsiefragmenten echter gemakkelijk gemist worden op
MRI. Tijdens de helingsfase kan hypertrofische callusvor-
ming optreden, met vervorming van het bot tot gevolg. In
afwezigheid van de typische anamnese van een vroeger
doorgemaakt trauma, kan deze knobbel verkeerd worden
geïnterpreteerd als een exostose of zelfs als een kwaadaar-
dige bottumor (1, 4).
MRI is ook belangrijk voor de evaluatie van de peesretractie
omdat dit de prognose bepaalt, vooral bij letsels van de ham-
strings. Een retractie van meer dan 2cm veroorzaakt vaak
figuur 1: apofysaire avulsiefractuur aan het tuber ischiadicum
rechts, ter hoogte van de aanhechting van de hamstrings bij een
16-jarige voetballer.
(a) coronale t2-gewogen turbospinecho-opnames met spectrale
vetsuppressie.
(b) axiale t2-gewogen turbospinecho pd-opnames met spectrale
vetsuppressie. de apofyse van het tuber ischiadicum rechts is 8mm
verwijderd van het os ischium, met een hyperintense vochtschil
ertussenin (witte pijl).
a
b
figuur 2: axiaal (a) en coronaal (b) gereformateerd ct-onderzoek
van het bekken.
asymmetrie van de groeikraakbeenschijf tussen os ischium en
apofysaire botkern van het tuber ischiadicum. er is fragmentatie en
pseudartrose aan de rechterzijde (*). op de coronale opname zien
we periostale, niet-overbruggende botnieuwvorming ventraal aan
het rechter os ischium (witte pijl).
a
b