background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
24
zoledronaat voor Mannen
Met osteoporose
Een dubbelblinde placebogecontroleerde studie, waaraan ook centra uit Leuven, Luik en Gent deelnamen, wijst
uit dat een behandeling met zoledronaat bij mannen met osteoporose gepaard gaat met een significant vermin-
derd risico op vertebrale fracturen. Hier volgen de resultaten, verschenen in het New England Journal of Medicine.
Osteoporose is ook bij mannen een belangrijke oorzaak
van morbiditeit en mortaliteit. Ongeveer 40 procent van de
osteoporotische fracturen bij 50-plussers wereldwijd doet
zich voor bij mannen. De mortaliteit na een osteoporose-
fractuur is bovendien hoger bij mannen dan bij vrouwen.
Vorige studies bij mannen met osteoporose focusten voo-
ral op de botdensiteit en markers voor de botombouw. Het
ontbrak aan data uit dubbelblinde, gerandomiseerde stu-
dies die het effect op het fractuurrisico aantonen. Boven-
dien zijn er nauwelijks richtlijnen beschikbaar over het
opsporen en behandelen van osteoporose bij mannen. Dat
heeft dan weer te maken met het beperkte bewustzijn over
het belang van deze aandoening bij mannen.
De behoefte aan gerandomiseerde studies over osteo-
porosebehandeling bij mannen, met fracturen als een pri-
mair eindpunt, was dus groot. Mannen met een risico voor
fracturen worden gewoonlijk immers niet opgespoord en
behandeld. Zoledronaat, een bisfosfonaat voor intraveneuze
toediening, heeft in een dosis van 5mg eenmaal per jaar
een gunstig effect aangetoond op het fractuurrisico bij
vrouwen met osteoporose en gunstige effecten op de bot-
mineraaldensiteit bij mannen.
Een internationaal onderzoeksteam, onder leiding van
Steven Boonen, voerde een multicentrische, gerando-
miseerde, prospectieve studie uit waarin ze het effect
bestudeerden van zoledronaat op het risico op vertebrale
fracturen bij mannen met osteoporose. Ze includeerden
1.199 mannen (50-85 jaar oud) met osteoporose (primair
of hypogonadisme-geassocieerd). Ze kregen een infuus
zoledronaat of placebo bij aanvang van de studie en na
12 maanden. De deelnemers kregen eveneens dagelijks cal-
cium en een vitamine D-supplement.
Het aantal nieuwe morfometrische vertebrale fracturen
bedroeg 1,6 procent in de zoledronaatgroep versus 4,9 pro-
cent in de placebogroep over een periode van 24 maanden.
Dat betekent een risicoreductie van 67 procent onder zole-
dronaat (p = 0,002). Mannen onder zoledronaat hadden
ook minder matig tot ernstige vertebrale fracturen (p =
0,03) en minder verlies van de lichaamslengte (p = 0,002).
Onder zoledronaat waren er ook minder mannen met kli-
nische vertebrale of niet-vertebrale fracturen. De botdensi-
teit was hoger en de markers voor botombouw waren lager
bij mannen uit de zoledronaatgroep. Er waren geen signi-
ficante verschillen tussen beide groepen inzake sterfte of
ernstige neveneffecten.
De auteurs concluderen dat gebruik van zoledronaat in
deze studie gepaard ging met een significant lager risico op
vertebrale fracturen bij mannen met osteoporose.
boonen s, reginster j-y, kaufman j-m, et al. fracture risk and zoledronic acid therapy in men
with osteoporosis. n engl j med 2012;367:1714-23.
bIofarMaca: nIeuW tIjdperk
In behandelIng juvenIele artrItIs
Zowel tocilizumab als canakinumab zijn doeltreffend gebleken in gerandomiseerde fase 3-studies bij kinderen met
juveniele idiopathische artritis met systemisch begin. Het New England Journal of Medicine publiceert de resulta-
ten van deze drie studies en wijdt ook een editorial aan deze publicaties.