background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
25
Fabrizio De Benedetti (Rome) en collega's voerden een
fase 3-studie uit waarin ze de efficaciteit en veiligheid van
tocilizumab (een antilichaam dat gericht is tegen interleu-
kine 6) bestudeerden. Ze includeerden 112 kinderen (2-17
jaar oud) met de systemische vorm van juveniele idiopa-
thische artritis (JIA) en randomiseerden ze voor een be-
handeling met tocilizumab of placebo, om de twee weken
intraveneus toegediend gedurende een dubbelblinde fase
van 12 weken. Kinderen die de vooraf gedefinieerde crite-
ria voor non-respons bereikten, kregen nadien tocilizumab
in een open label design. Significant meer kinderen onder
tocilizumab bereikten in week 12 het primaire eindpunt
(afwezigheid van koorts en minstens 30 procent verbete-
ring van minstens drie van de zes ACR-criteria voor JIA).
De auteurs concluderen dat inhibitie van interleukine
6 met tocilizumab doeltreffend is bij kinderen met ern-
stige, persisterende, therapieresistente JIA. Wel merken
ze op dat de voordelen van de behandeling moeten wor-
den afgewogen tegen de risico's op infectie, neutropenie
en gestoorde leverfunctietests. Ze wijzen er eveneens op
dat meer studies nodig zijn om de langetermijnveiligheid
te bestuderen.
Nicolino Ruperto (Genua) en zijn team publiceren in
dezelfde editie van het New England Journal of Medicine
de resultaten van twee gerandomiseerde fase 3-studies met
een ander biofarmacon, canakinumab, dat gericht is tegen
interleukine 1-beta. In een eerste studie randomiseerden
ze kinderen (2-19 jaar oud) met JIA en actieve systemische
symptomen volgens een dubbelblind design naar een sub-
cutane behandeling met canakinumab of placebo. In de
tweede studie kregen de kinderen eerst canakinumab in
een open label design gedurende 32 weken waarna de kin-
deren met respons op de therapie gerandomiseerd werden
naar een verdere behandeling met canakinumab of pla-
cebo, ook hier met gunstige resultaten voor canakinumab.
In de eerste klinische studie bereikten op dag 15 meer
kinderen onder deze medicatie de ACR 30-criteria. In de
tweede studie was het risico op een opflakkering kleiner in
de groep die onder canakinumab bleef dan in de groep die
was overgeschakeld op placebo. Ook Ruperto benadrukt
dat de gegevens over de veiligheid van deze behandeling
bij kinderen met systemische JIA beperkt blijven en dat
meer onderzoek nodig is om een beter zicht te krijgen op
de langetermijnveiligheid.
In een editorial vestigen Christy Sandborg en Elizabeth
Mellins de aandacht op beide publicaties die zonder twijfel
een nieuw tijdperk inluiden voor de behandeling van JIA
met systemisch begin, waarvoor, zeker bij ernstige ziekte,
geen doeltreffende therapie voorhanden was. Afwegen van
voor- en nadelen van deze biofarmaca zal volgens Sand-
borg en Mellins weliswaar belangrijk blijven. Deze studies
zijn ook interessant omdat ze bijdragen tot meer inzicht in
de mechanismen die aan de basis liggen van deze ernstige
multigenetische auto-inflammatoire aandoening.
de benedetti f, brunner hi, ruperto n, et al. randomized trial of tocilizumab in systemic
juvenile idiopathic arthritis. n engl j med 2012;367:2385-95.
ruperto n, brunner hi, Quartier P, et al. Two randomized trials of canakinumab in systemic
juvenile idiopathic arthritis. n engl j med 2012;367:2396-406.
sandborg C, mellins e. a new era in the treatment of systemic juvenile idiopathic arthritis. n
engl j med 2012;367:2439-40.
rItuxIMab bIj sjögren:
doeltreffend en goed verdragen
Een prospectieve studie, waarvan de resultaten zijn verschenen in de Annals of Rheumatic Diseases, toont een
goede efficaciteit en tolerantie van rituximab bij patiënten met primair sjögrensyndroom met systemische mani-
festaties.
Primair sjögrensyndroom gaat in 20 tot 40 procent van de
gevallen gepaard met systemische manifestaties. B-lymfo-
cyten spelen een cruciale rol in de pathogenese van de aan-
doening. Op evidentie gebaseerde therapie voor sjögren-
syndroom beperkt zich grotendeels tot de symptomatische
behandeling van droge ogen en droge mond.
Rituximab, een monoklonaal anti-CD20-antilichaam,
suggereerde in een aantal case reports, retrospectieve of
open studies en in twee gecontroleerde studies een zekere
efficaciteit, maar slechts een kleine minderheid van de
gerapporteerde patiënten kreeg rituximab vanwege andere
systemische complicaties dan lymfoom. Momenteel is