![]() Voor het bot worden dan de gegevens van de net geciteerde driedimensionale CT en HR-pQCT samen verwerkt. Stu- dies op lijken hebben aangetoond dat FEA beter de femo- rale en vertebrale sterkte kan voorspellen dan DEXA-scans (18, 19). Analyse met eindige elementen heeft verder aan het licht gebracht dat de leeftijdsgebonden afname van de femursterkte veel groter is dan gesuggereerd wordt door de leeftijdsgebonden afnames van de botmineraaldichtheid in de femurhals (20) (Figuur 2). Bij oudere mannen is FEA ook aangewend om nieuwe klinische fracturen van de wervelkolom te voorspellen. Dit resulteerde in significant hogere hazard ratios voor fracturen per standaarddeviatie dan met klassieke DEXA-scans van de lumbale wervel- kolom en femurhals (21). is het volgens Mary Bouxsein nog te vroeg om ze routine- matig in de klinische praktijk toe te passen, vooral omdat er nog geen grote prospectieve studies mee uitgevoerd zijn. Voor klinische research en klinische studies zijn die technieken echter wel al waardevol. beïnvloeding van botmassa belangijk is bij de behande- ling van osteoporose, maar eveneens beïnvloeding van de botstructuur. Elke behandeling vereist verder dat ook met mogelijke bijwerkingen rekening wordt gehouden. stig effect op de botmineraaldichtheid. In de grote kli- nische studies met verschillende van die middelen is het vastgestelde effect op de botmineraaldichtheid niet gelijk, al zijn er weinig rechtstreeks vergelijke studies uitgevoerd. Ook al varieert de toename van de botmineraaldichtheid sterk in die studies, toch is de afname van het relatieve risico op wervelfracturen in die studies vergelijkbaar (22). Osteoporose veroorzaakt gewoonlijk een afname van de botmassa en een afbraak van de microarchitectuur, die de sterkte van het bot aantasten. Het blijkt dat verlies van corticaal bot een grote impact heeft op de sterkte van het bot (23). Om een goed idee van de botsterkte te krijgen, volstaan volgens Dieter Felsenberg om bovenvermelde redenen DEXA-botmetingen niet. Zoals de vorige spreekster al aangaf, kunnen kwantitatieve CT-scans nuttig zijn om het corticale en trabeculaire bot bij osteoporose te evalueren. Hiermee kunnen ook verschillen in het werkingsmecha- nisme van geneesmiddelen tegen osteoporose aangetoond worden. Zo kan dan bijvoorbeeld vastgesteld worden dat denosumab de corticale dikte van de radius weet te be- houden over 24 maanden (24) of dat onder PTH de cor- ticale dichtheid kan afnemen, terwijl echter het corticale volume duidelijk toeneemt (14). treffendheid waarmee een behandeling tegen osteoporose de kans op fractuur vermindert. Het betreft met name de botturn-over, de botmineraaldichtheid, de corticale po- reusheid, de microarchitectuur van het bot en de minera- lisatie van het bot. t erkt |