![]() ACI voor de patella met en zonder fulkersonosteotomie vastgesteld dat de groep waarbij gelijktijdig een realigne- ment van het strekapparaat gebeurde, het beter deed (24). Uit de resultaten in de literatuur die aangehaald kunnen worden bij deze patiënten, blijkt dat een kraakbeencel- transplantatie aangewezen is. Meer dan 70 procent van de patiënten vertoont klinisch relevante beterschap van 20 procent postoperatief, gemeten met een KOOS (Knee osteoarthritis outcome Score). De winst is zelfs 50 procent bij de helft van deze patiënten op vier jaar (25). ondergingen, blijkt dat in ongeveer 86 procent van de ge- vallen ook de chirurgen die deze patiënten opereren, een klinische verbetering meten op een CGI-I (Clinical Global Impression of Improvement) -schaal (4); dit wordt beves- tigd door eerder onderzoek van zowel Peterson als Minas ren en de operatie opnieuw zouden willen ondergaan in 80 procent van de gevallen. Hoe dan ook is het belangrijk om alle geassocieerde anatomische afwijkingen zo moge- lijk tegelijkertijd te behandelen. Een bijkomende analyse in deze bredere patiëntengroep bracht aan het licht dat 60 procent inderdaad 2 van 5 geanalyseerde tekenen had van trochleaire dysplasie. Het is daarentegen niet moge- lijk om op basis van kenmerken van het patellofemorale gewricht alsook van het letsel zelf, te voorspellen welke patiënten klinisch voordeel zullen halen uit de behandeling van het kraakbeenletsel (Figuur 7) (25, 26). celtransplantatie in het patellofemorale gewricht een goede therapie is met mooie, duurzame resultaten. Recent stelde Tom Minas zijn langetermijnresultaten voor op het congres van de International Cartilage Repair Society dat om de 18 maanden plaatsvindt, met 80 procent tevredenheid bij de patiënten. Lars Peterson, grondlegger van de techniek van ACI, presenteert analoge langetermijnresultaten. biologische oplossing te zijn voor herstel van retropatellair kraakbeen. Recent werd een alternatieve behandeling be- schreven die uitgaat van beenmergstimulatie via micro- fractuur die vervolgens bedekt wordt met een collageen- membraan. Deze procedure heet Autologous Matrix Induced Chondrogenesis (AMIC). Belangrijkste nadelen van deze procedure zijn dezelfde als deze van microfractuur met vorming van fibrocartilago en op termijn onstaan van intralaesionele osteofyten en terugkeer van de symptomen (27). Men kan zich ook afvragen hoeveel stamcellen er in |