background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
15
behandelIng
Psychologische begeleiding bij het stoppen met roken
omvat cognitieve gedragstherapieën die hun efficiëntie al
hebben bewezen. Deze methodes steunen op het stimule-
ren van mentale activiteiten en gedragingen om het rook-
gedrag tegen te gaan. Stoppen met roken houdt immers
een gedragsverandering in. De roker moet nadenken over
het relatieve belang van de positieve en negatieve kanten
van het roken en, bij het stoppen, focussen op positieve
gedachten, de middelen om zich te bevestigen, zichzelf een
plezier te doen, zich te ontspannen en het roken te voorko-
men om te genieten van een nieuw evenwicht in zijn leven.
Alternatieve methodes, acupunctuur (10), hypnose (11) of
homeopathie hebben een placebo-effect en kunnen dus
een aanvullende hulp zijn.
de lIchaMelIjke verslavIng
De lichamelijke tabaksverslaving groeit geleidelijk aan
naarmate de roker meer rookt, maar wordt beschreven
zodra het roken van enkele sigaretten regelmatig wordt.
Vooral rokers die de rook inhaleren zijn lichamelijk ver-
slaafd. Deze lichamelijke verslaving is maximaal binnen
48 tot 72 uur na het roken van de laatste sigaret, blijft
vervolgens nog een of twee weken groot en kan nog we-
kenlang aanhouden. Ze moet worden onderscheiden van
de `craving', een echte drang naar roken die nog jaren-
lang kan aanhouden of na jaren weer de kop kan opste-
ken. De lichamelijke verslaving is verantwoordelijk voor
het afkicksyndroom dat, volgens de DSM IV, met ver-
schillende symptomen gepaard gaat: dysforisch of depres-
sief humeur, slapeloosheid, prikkelbaarheid, frustratie,
woede, angst, concentratieproblemen, koortsachtigheid,
verlaagde hartslag, verhoogde eetlust of gewichtstoe-
name. Deze symptomen zijn onafhankelijk van de wil van
de roker, kunnen het afkicken bemoeilijken en zijn vaak
verantwoordelijk voor recidief.
MechanIsMe (12)
Nicotine is de belangrijkste stof die verantwoordelijk is
voor de verslaving, al lijkt ook de aanwezigheid van mono-
amino-oxidaseremmers in de tabaksrook een rol te spe-
len. Na inhalatie van de tabaksrook bereikt de nicotine al
heel snel, zelfs in minder dan tien seconden, de hersenen.
Ze bindt zich aan de verschillende nicotinereceptoren van
de dopaminergische neuronen in de beloningszone van
de hersenen en stimuleert de vrijzetting van neurotrans-
mitters, vooral dopamine, die een rol spelen bij het stem-
mingsevenwicht. Nicotine heeft een korte halfwaardetijd
van twee uur; het wordt in de lever gemetaboliseerd in
vooral cotinine dat een langere halfwaardetijd heeft (24
tot 48 uur).
evaluatIe
De lichamelijke verslaving kan worden geëvalueerd op
basis van gestandaardiseerde vragenlijsten, de test van
Fagerström (Tabel 1a), de intensiteitsindex (Tabel 1b) of
gewoon op basis van de tijd die verstrijkt tussen het op-
staan en de eerste sigaret (Time To First Cigarette). Roken
binnen 30 minuten, en meer bepaald binnen 5 minuten
na het opstaan, wijst op een zware tot zeer zware lichame-
lijke verslaving. Aan de hand van verschillende biologische
metingen kunnen we de graad van lichamelijke verslaving
objectief vaststellen. De meest gebruikte tests zijn de me-
ting van de stikstofmonoxideconcentratie (CO) en die van
het cotinine in de urine of het speeksel.
De CO-concentratie in de uitgeademde lucht kan makke-
lijk en goedkoop worden gemeten met kleine draagbare
apparaatjes. De meting gebeurt snel en laat toe om de
inhalatiegraad van de tabaksrook te evalueren, maar is
niet specifiek gericht op tabak. Het resultaat kan worden
beïnvloed door omgevingsfactoren verbonden aan de ver-
branding van organische stoffen, vooral uitlaatgassen. Bo-
vendien heeft CO een korte halfwaardetijd van één tot drie
uur en is de concentratie dus afhankelijk van de tijd tussen
de uitvoering van de test en de laatst gerookte sigaret. Bij
niet-rokers worden meestal concentraties van minder dan
5ppm waargenomen, bij regelmatige rokers is de concen-
tratie hoger dan 15ppm.
Cotinine is vandaag de beste marker van de nicotine-
impregnatie. De meting is echter duurder en voorbehouden
voor bepaalde laboratoria. Met high performance chroma-
tography
blijft de cotinineconcentratie in de urine lager
dan 50ng/ml bij niet-rokers (13).
behandelIng
De behandeling van de lichamelijke symptomen maakt
het stoppen met roken comfortabeler en verhoogt dus de
slaagkansen. Op basis van de verschillende richtlijnen kan
de lichamelijke verslaving efficiënt worden behandeld met
nicotinevervangers, varenicline, bupropion of nortryp-
tiline. Deze behandelingen verdubbelen het succes na 6
maanden in vergelijking met placebo. Met varenicline is de
kans op succes zelfs drie keer groter (Tabel 2).
nIcotInevervangers (14)
Nicotinevervangers zijn verkrijgbaar in verschillende vor-
men: pleisters met variabele concentraties (5, 10, 15mg of
7, 14, 21mg) die gedurende 16 of 24 uur worden aangebracht
op de huid, zuigtabletten (1,5; 2 of 4mg), smelttabletten
voor onder de tong (2 of 4mg), kauwgom (2 of 4mg) of
een inhalator. Deze verschillende producten kunnen ook