![]() en wordt een kraakbeenbiopsie afgenomen uit een niet- belaste zone van het gewricht (Figuur 4). Het biopt, ongeveer 300mg kraakbeen (de grootte van een groene erwt), wordt onder strikt gecontroleerde omstandigheden naar een GMP -celexpansiefaciliteit (good manufacturing practices) getransporteerd. Het bijzondere aan een genees- middel op basis van gekarakteriseerde cellen, `Characterized Chondrocyte Implantation (CCI), is dat dit kweekproces geoptimaliseerd en gestandardiseerd is, teneinde chondro- cyten te produceren die fenotypisch stabiel zijn en aan- leiding geven tot de vorming van hyalien kraakbeen met optimale functionaliteit. beenletsel wordt gedebrideerd tot op stabiele randen en een stabiele boord waarbij het cruciaal is dat de subchon- drale plaat niet wordt beschadigd, dit om botovergroei in het letsel te voorkomen. Vervolgens wordt, zoals beschre- ven in de originele publicatie van Brittberg, een periostflap genomen van de proximale tibia, die ingenaaid wordt in de kraakbeenrand van het defect tot een waterdichte bio- logische kamer ontstaat waarin de geëxpandeerde cellen worden ingespoten (Figuur 5). commercieel verkrijgbaar membraan uit collageen ge- bruikt, hetgeen de chirurgische procedure standaardiseert en aanzienlijk gemakkelijker maakt. Na de chirurgische behandeling met ACI begint een intensieve revalidatie die uiteindelijk ongeveer een jaar in beslag zal nemen. tussen CCI en microfractuur op de femurcondylen, kon aantonen dat CCI aanleiding geeft tot weefsel dat struc- tureel superieur is ten opzichte van microfractuur. Follow- up van deze patiëntengroep over vijf jaar kon aantonen dat vroegtijdige behandeling van kraakbeenletsels tot signifi- cant betere klinische resultaten leidt dan microfractuur op langere termijn (22). gewricht waren ontgoochelend, zoals beschreven door Brittberg (Figuur 6). Al gauw werd duidelijk dat behan- deling van concomitante factoren zoals malalignement van het strekapparaat en trochleadysplasie een conditio sine qua non zijn om goede resultaten te verkrijgen. Afhanke- lijk van de plaats waar het letsel zich bevindt, is het raad- zaam een anteromedialisatie van de tuberositas tibiae (fulkersonosteotomie) uit te voeren (23). Voor distale en laterale letsels kan deze ingreep voldoende zijn als behan- deling. Het bijkomend behandelen van het kraakbeenletsel verzwaart de revalidatie echter niet, evenmin als het wel- bevinden van de patiënt. |