background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
50
N1902N
uitStralende pijn naar het been:
niet SteedS een diScuShernia
Michiel Eyselbergs
1,2
, Filip Vanhoenacker
1,2,3
, Philippe Bernard
1
, Johan Vangeneugden
4
,
Jan Bosmans
3
, Koenraad Verstraete
3
1. afdeling radiologie, aZ Sint-maarten, Duffel-mechelen
2. afdeling radiologie, uZ antwerpen, ua
3. afdeling radiologie, uZ Gent, uG
4. afdeling neurochirugie, aZ Sint-maarten, Duffel-mechelen
In dit artikel wordt de waarde benadrukt van beeldvorming (CT en MRI) in de
differentiaaldiagnose van een intradurale maar extramedullaire tumor.
b
e
e
l
d
e
n e
n b
e
W
eg
I
ng
klInIsche geschIedenIs
Een 51-jarige vrouw consulteert de huisarts wegens hevige
rugpijn die uitstraalt naar het linkerbeen. De tentatieve
diagnose van een discushernia wordt gesteld en de patiënte
wordt doorverwezen naar de neurochirurg. Bij doorgedre-
ven anamnese blijken er ook mictieklachten te bestaan.
Het klinisch-neurologisch onderzoek toont kracht- en
sensibiliteitsverlies in de beide benen. Een CT-scan toont
een intraduraal gelegen ovale massa aan de achterzijde
van wervellichamen L4 en L5. Een MRI-scan bevestigt de
aanwezigheid van een intraduraal maar extramedullair
gelegen wekedelengezwel (Figuur 1 en 2).
dIagnose
Het wekedelengezwel wordt heelkundig verwijderd. Histo-
pathologisch blijkt het te gaan om een schwannoom.
Postoperatief is er belangrijke afname van de pijn, het
krachtsverlies en de gevoels- en mictiestoornissen.
besprekIng
Tumoren van het ruggenmerg maken ongeveer 15% uit
van alle tumoren van het centrale zenuwstelsel. Ze worden
ingedeeld in drie grote groepen, afhankelijk van hun loca-
tie: (1) extraduraal; (2) intraduraal-extramedullair en (3)
intraduraal-intramedullair.
Het schwannoom (synoniem: neurinoom of neurilemmoom)
is een goedaardige tumor die uitgaat van de schwann-
cellen, die de zenuwen van het perifeer zenuwstelsel om-
geven. Met 40% van alle spinale tumoren is het de meest
voorkomende intraduraal-extramedullair gelegen tumor.
Er is geen voorkeur voor geslacht en de tumor komt het
meest voor bij patiënten tussen 40 en 60 jaar. Maligne
degeneratie is uiterst zeldzaam (1).
klInIsche bevIndIngen
De symptomen zijn afhankelijk van de locatie van het let-
sel. Meestal gaat het om een combinatie van toenemende
myelopathie en/of uitstralende pijn (2).
beeldvorMIng
Op de CT-scan komt een schwannoom voor als een scherp
afgelijnde massa die iso- tot licht hyperdens is ten opzichte
van het ruggenmerg. In geval van een groot letsel kan er
drukerosie optreden van het bot, wat zich uit als scalloping
van de achterzijde van het wervellichaam. Met de term
`scalloping' (letterlijk: `uitschulping') bedoelen radiologen
dat de randen van het bot gekarteld zijn, zoals bij een sint-
jakobsschelp.
MRI is wegens het hogere intrinsieke weefselcontrast en
de mogelijkheid tot beeldvorming in verschillende vlak-
ken de voorkeurstechniek voor de evaluatie van spinale
tumoren (Figuur 1). Een perifere zenuwschedetumor
zoals een schwannoom of een neurofibroom is meestal
respectievelijk iso- en hyperintens ten opzichte van het rug-
genmerg op respectievelijk T1- en T2-gewogen beelden.