background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
13
details
make
the
DIFFERENCE
diamond
graphite
Donacom 30 zakjes = 1 maand behandeling 18,00
Donacom 90 zakjes = 3 maanden behandeling 39,95
*Cochrane Database of Syst Rev 2009. Towheed et al.
Glucosamine therapy for treating osteoarthritis.
De enige originele EBM
glucosamine !*
De rationele keuze...
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Donacom 1178 mg poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén zakje bevat 1178 mg glucosamine
(als 1884 mg glucosaminesulfaatnatriumchloride en equivalent aan 1500 mg glucosaminesulfaat). Hulpstoffen: aspartaam (E951), macrogol 4000, citroenzuur, watervrij (E330),
sorbitol (E420). 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder voor drank, zakje. Kristallijn poeder, lichtcrème van kleur, geurloos in zakjes voor gebruik als enkele dosis.
4.1 Therapeutische
indicaties Verlichting van symptomen bij milde tot matige osteoarthritis in de knie. 4.2 Dosering en wijze van toediening De inhoud van één zakje (overeenkomend met 1178 mg
glucosamine) dient in een glas water (ca. 250 ml) opgelost en eenmaal daags, bij voorkeur tijdens een maaltijd, ingenomen te worden. Glucosamine is niet geïndiceerd voor het
behandelen van acute pijnlijke symptomen. Verlichting van symptomen (met name pijnverlichting) kan soms pas na een behandeling van een aantal weken of zelfs langer worden
ondervonden. Wanneer er na 2-3 maanden geen verlichting van de symptomen wordt opgemerkt, dient verdere behandeling met glucosamine opnieuw geëvalueerd te worden.
Aanvullende informatie over speciale populaties Bejaarden Dosisaanpassing is niet noodzakelijk bij het behandelen van bejaarde patiënten. Nier- en/of leverinsuffi ciëntie
Daar er geen onderzoek is gedaan bij patiënten met nier- en/of leverinsuffi ciëntie, kan men geen dosisaanbevelingen doen (zie rubriek 4.4).
Kinderen en adolescenten Glucosamine
dient niet te worden gebruikt bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar (zie rubriek 4.4).
4.3 Contra-indicaties Bekende overgevoeligheid voor glucosamine of voor een van de
hulpstoffen. Daar het werkzame bestanddeel wordt verkregen van schaaldieren, dient Donacom niet te worden gegeven aan patiënten die allergisch zijn voor schaaldieren.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Om gewrichtsaandoeningen waarvoor andere behandelingen dienen te worden overwogen uit te sluiten, dient contact
te worden opgenomen met een arts. Men dient voorzichtig te zijn met het behandelen van patiënten met diabetes mellitus. Bij het begin van de behandeling kan een nauwkeurigere
controle van de bloedsuikerspiegels noodzakelijk zijn. Er zijn geen speciale onderzoeken gedaan bij patiënten met nier- of leverinsuffi ciëntie. Het toxicologische en farmacokinetische
profi el van het product geeft geen beperkingen aan voor deze patiënten. Toediening aan patiënten met ernstige lever- of nierinsuffi ciëntie dient echter onder medisch toezicht plaats
te vinden. Daar de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld, dient glucosamine niet te worden gebruikt bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar. Bij astmapatiënten
dient het product voorzichtig gebruikt te worden aangezien deze patiënten meer vatbaar kunnen zijn om een allergische reactie t.o.v. glucosamine te ontwikkelen, met een mogelijke
verslechtering van symptomen. Dit geneesmiddel bevat 2028,5 mg sorbitol per dosis. Patiënten met zeldzame erfelijke problemen van fructose-intolerantie mogen dit geneesmiddel
niet innemen. Donacom bevat aspartaam, een bron van fenylalanine. Kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie. Dit geneesmiddel bevat 6,57 mmol natrium per dosis.
Hiermee dient rekening te worden gehouden door patiënten met een gecontroleerd natriumdieet.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gegevens over mogelijke geneesmiddeleninteracties met glucosamine zijn beperkt, maar er is verhoogde INR met coumarineanticoagulantia (warfarine en acenocoumarol) gemeld.
Patiënten die worden behandeld met coumarineanticoagulantia dienen daarom nauwlettend opgevolgd te worden bij het starten of stoppen van behandeling met glucosamine.
Gelijktijdige behandeling met glucosamine kan de absorptie en de serumconcentratie van tetracyclines doen toenemen, maar de klinische relevantie van deze interactie is waarschijnlijk
beperkt. Wegens de beperkte documentatie over mogelijke interacties met andere geneesmiddelen met glucosamine moet men zich in het algemeen bewust zijn van de gewijzigde
reactie of concentratie van of gelijktijdig gebruikte medicijnen. De fysisch-chemische en farmacokinetische eigenschappen van glucosaminesulfaat suggereren echter een laag
interactiepotentieel. Glucosaminesulfaat hindert noch induceert de belangrijkste menselijke CYP450-enzymes. De samenstelling wedijvert niet met absorptiemechanismen en bindt
na absorptie niet aan plasmaproteïnes. Ten slotte is het onwaarschijnlijk dat zijn metabolische bestemming als endogene substantie verwerkt in proteoglycanen of afgebroken
onafhankelijk van het cytochroomsysteem, interacties met andere geneesmiddelen op zal wekken. 4.6 Bijwerkingen De vaker opgemerkte bijwerkingen die verband houden met
de behandeling met glucosamine zijn misselijkheid, buikpijn, dyspepsia, opgeblazen gevoel, constipatie en diarree. Bovendien werden hoofdpijn, vermoeidheid, slaperigheid,
huiduitslag, jeuk, erytheem en opvlieging gemeld. De gemelde bijwerkingen zijn gewoonlijk gematigd en voorbijgaand. Bijwerkingen zijn gegroepeerd op basis van de internationaal
overeengekomen volgorde van belangrijkheid systeem/orgaanklasse (SOC) MedDRA-classifi catie. In elke SOC werden bijwerkingen geclassifi ceerd volgens de frequentie van
het optreden ervan. In elke frequentieklasse worden de bijwerkingen gemeld in afnemende volgorde van ernst. Zeer vaak (1/10): geen. Vaak (1/100, 1/10): zenuwstelsel-
aandoeningen: hoofdpijn, slaperigheid, vermoeidheid; maagdarmstelsel-aandoeningen: misselijkheid, buikpijn, dyspepsie, opgeblazen gevoel, diarree, constipatie. Soms (1/1.000,
1/100): huid- en onderhuid-aandoeningen: huiduitslag, pruritus, erytheem, opvlieging. Zelden (1/10.000, 1/1.000): geen. Zeer zelden (1/10.000): geen. Niet bekend (frequentie
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): immuunsysteem-aandoeningen: allergische reacties; zenuwstelsel- aandoeningen: duizeligheid; oog-aandoeningen:
gezichtsstoornissen; maagdarmstelsel-aandoeningen: braken; lever-en galaandoeningen: toename van leverenzymen en geelzucht; huid- en onderhuid-aandoeningen: haarverlies,
angioedeem, netelroos; algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen: oedeem/ perifeer oedeem.
5. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN ROTTAPHARM Ltd Damastown Industrial Park Mulhuddart, Dublin 15 - Ierland 6. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE280436
7. Afl everingswijze: Geneesmiddel niet op medisch voorschrift. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 12/2011. Versie dec. 2012.
donacom-pub-A4-20130118.indd 1
18/01/2013 18:02:32
OR0802N
Stoppen met roken voor patiënten
met reumatoïde artritiS:
wat zijn de hulpmiddelen?
Laurence Galanti
Dienst tabakologie, Clin univ de mont-Godinne, uCL, Yvoir
Roken is een factor die heel wat acute of chronische aandoeningen in de hand
werkt, en dat gaat ook op voor reumatoïde artritis. Stoppen met roken heeft, zowel onmid-
dellijk als op lange termijn, een gunstig effect op de gezondheid in het algemeen, op de
evolutie van deze aandoeningen en op de levenskwaliteit. Helaas is roken een chronische
ziekte, want mensen die gestopt zijn, recidiveren heel vaak meermaals. Ze moet dan ook
op lange termijn worden behandeld. Roken veroorzaakt twee soorten verslaving, een licha-
melijke en een psychologische. De optimale hulp bij het stoppen met roken bestaat er in
om de roker psychologisch te begeleiden en om hem geneesmiddelen voor te schrijven
die de afkickverschijnselen verlichten. Nicotinevervangers zoals varenicline, bupropion of
nortryptiline hebben hun efficiëntie voor de behandeling van deze lichamelijke verslaving
al bewezen. Het is mogelijk, en zelfs aanbevolen, om verschillende geneesmiddelen te
combineren. Ten slotte moeten zowel de posologie als de duur van de behandeling worden
aangepast aan de specifieke behoeften van elke roker.
reu
M
at
o
Dat roken schadelijk is voor de gezondheid, weet iedereen.
Roken verhoogt de kans om kanker en cardiovasculaire en
respiratoire aandoeningen te ontwikkelen (1). Reumatoïde
artritis is een chronische degeneratieve auto-immuunziekte
die wordt gekenmerkt door een periodes van gewrichts-
ontsteking. Ze is het gevolg van de interactie tussen gene-
tische aanleg en verschillende omgevingsfactoren, waar-
onder sigarettenrook (2). Rokers en ex-rokers met de
ziekte reageren minder goed op de behandeling dan niet-
rokers (3). Omdat het rookgedrag dus een rol speelt in de
ontwikkeling en evolutie van reumatoïde artritis, is het be-
langrijk om de rokende patiënten goed te identificeren en
optimaal te begeleiden bij het stoppen. Hoewel de risico's
verbonden aan het roken algemeen bekend zijn, blijft het
soms moeilijk om zich ervan te bevrijden.
Tabak is een drug en roken is een chronische ziekte.
Tabaksverbruik veroorzaakt twee belangrijke soorten ver-
slaving: lichamelijke verslaving, vooral aan de nicotine
in de tabaksrook, en psychologische verslaving die zich
vooral uit in het gedrag. Om de rokers te helpen van hun
verslaving af te geraken, moeten we uiteraard hun moti-
vatie versterken, maar ook de twee soorten verslaving
aanpakken (4-7).
De behandeling van rokers verloopt klassiek volgens de
strategie van de "5 A's" (8):
- Ask: systematisch de rokers identificeren bij elk
contact met de patiënten
- Advise: er bij de rokers sterk op aandringen om te
stoppen met roken
- Assess: de motivatie van de patiënt om te stoppen
met roken evalueren
- Assist: de patiënten begeleiden bij het stoppen met
roken
- Assure follow-up: de patiënten opvolgen op korte
en middellange termijn.
De eerste drie stappen moeten systematisch worden aan-
gepakt tijdens een medische raadpleging, het helpen bij
het stoppen en de opvolging van de patiënt kunnen worden
toevertrouwd aan een tabakoloog.