background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 1 | 2013
18
nortryptIlIne (20)
Nortryptiline, een tricyclisch antidepressivum, remt de her-
opname van noradrenaline en serotonine. Vandaag wordt
het geneesmiddel beschouwd als een tweedelijnsbehande-
ling. Bijwerkingen van het cholinergische type lijken onder
nortryptiline vaker voor te komen dan onder bupropion.
Enkele zeldzame klinische studies toonden een efficiëntie
aan die vergelijkbaar is met die van nicotinevervangers en
bupropion. Toch wordt nortryptiline slechts zeer beperkt
voorgeschreven.
In de praktIjk
Vandaag zijn er verschillende geneesmiddelen op de markt
die hun efficiëntie om het afkicksyndroom te verminde-
ren en het stoppen met roken comfortabeler te maken
hebben bewezen: nicotinevervangers, varenicline, bupro-
pion en nortryptiline. Een standaardbehandelingsschema
(Tabel 2) kan maar ten volle efficiënt zijn als het wordt
aangepast aan de specifieke behoeften van elke roker. De
keuze van de behandeling moet worden afgestemd op de
individuele situatie van de patiënt, rekening houdend met
zijn medische status, de contra-indicaties, de interferen-
ties met en de potentiële behandelingen van zijn andere
geneesmiddelen, de mate waarin hij lichamelijk verslaafd
is, zijn eerdere pogingen om te stoppen met roken en zijn
persoonlijke voorkeuren. Een behandeling die goed werd
verdragen en al eerder met succes werd gevolgd, kan na
herval opnieuw worden voorgeschreven, eventueel in een
hogere dosis of voor een langere behandelingsduur, of
gecombineerd met andere geneesmiddelen.
Nicotinevervangers (Tabel 3) in hun verschillende vor-
men worden doorgaans goed verdragen. Ze vormen een ef-
ficiënte therapeutische optie en zijn de enige behandeling
die kan worden voorgeschreven voor zwangere vrouwen
die niet kunnen stoppen zonder hulpmiddel. Hoge dosis-
sen nicotinevervangers zijn aangewezen voor zware rokers
om hun nicotinebehoefte voldoende te compenseren. Hun
combinatie met de orale vormen houdt de punctuele ont-
wenningssymptomen of cravingmomenten beter onder
controle en verhoogt de efficiëntie van de behandeling.
Ook is het belangrijk om de correcte gebruikswijze van elk
soort nicotinevervanger duidelijk uit te leggen aan de pa-
tiënt. De duur van de behandeling moet worden aangepast
aan de behoeften van elke roker.

Varenicline is een andere optie voor geneesmiddelen-
behandeling bij het stoppen met roken of het voorkomen
van terugval. Het kan in de eerste lijn worden gebruikt en
is bijzonder handig voor patiënten die niet konden stop-
pen ondanks een goed gedoseerde nicotinevervanger, de
bijwerkingen van de nicotinevervanger of bupropion niet
verdroegen of contra-indicaties hadden voor andere moge-
lijke behandelingen.
Bupropion blijft een alternatief hulpmiddel, vooral bij
risicopatiënten die vrezen voor gewichtstoename als ze
stoppen met roken. Bupropion kan deze gewichtstoename
immers beperken. Bupropion kan worden gecombineerd
met nicotinevervangers.
conclusIe
Alle patiënten, vooral diegenen met een chronische ziekte,
moeten efficiënt en op lange termijn kunnen worden ge-
holpen om te stoppen met roken. Verschillende genees-
middelen hebben hun efficiëntie bewezen om het stoppen
comfortabeler te maken door de afkicksymptomen te ver-
lichten en zo de slaagkansen te verhogen.
referenties
1. Peto r, lopez ad, boreham j, et al. mortality from tobacco in developed countries:
indirect estimation from national vital statistics. lancet 1992;339:1268-78.
2. karlson ew, deane k. environmental and gene-environment interactions and risk of
rheumatoid arthritis. rheum dis north am 2012;8(2):405-26.
3. saevarsdottir s, wedrén s, seddighzadeh m, et al. Patients with early rheumatoid
arthritis who smoke are less likely to respond to treatment with methotrexate and
tumor necrosis factor inhibitors: observations from the epidemiological investigation of
rheumatoid arthritis and the swedish rheumatology register cohorts. arthritis rheum
2011;63(1):26­36.
4. national institute for health and Clinical excellence (niCe), 2007.
5. us department of health and human services: Treating Tobacco use and dependence,
2008.
6. new Zealand smoking Cessation guidelines (2007).
7. scotland health and ash scotland: smoking Cessation guidelines (2007).
8. a clinical practice guideline for treating tobacco use and dependences. us Public health
service report. jama 2000;283(24):3244-54.
9. miller wr, rollnick s. motivational interviewing: preparing people to change addictive
behavior. new york, The guilgord Press 1991.
10. white ar, rampes h, liu jP, et al. acupuncture and related interventions for smoking
cessation. Cochrane database syst rev 2011;19(1):Cd000009.
11. barned j, dong Cy, mcrobbie h, et al. hypnotherapy for smoking cessation. Cochrane
database syst rev 2010; 6(10):Cd001008.
12. benowitz nl. Pharmacology of nicotine: addiction and therapeutics. ann rev Pharmacol
Toxicol 1996;36:397-613.
13. galanti l. Cotinine urinaire: dosage et applications. la revue de la médecine générale
2008;3:112-5.
14. stead lf, Perera r, bullen C, et al. nicotine replacement therapy for smoking cessation.
Cochrane database syst rev 2008;23(1):Cd000146.
15. Cahill k, stead lf, lancaster T. nicotine receptor partial agonists for smoking cessation.
Cochrane database syst rev 2012;18(4):Cd006103.
16. Tonstad s, davies, flammer m. Psychiatric adverse events in randomized, double-
blind, placebo-controlled clinical trials of varenicline: a pooled analysis. drug saf
2010;33(4):289-31.
17. gunnell d, irvine d, wise l, et al. Varenicline and suicidal behaviour: a cohort study based
on data from the general Practice research database. bmj 2009;339:b3805.
18. rigotti n, Pipe al, benowtiz nl, et al. efficacy and safety of varenicline for smoking
cessation in patients with cardiovascular disease: a randomized trial. Circulation
2010;121:221-9.
19. hughes jr, stead lf, lancaster T. antidepressants for smoking cessation (review).
Cochrane database syst rev 2007;24(1):Cd000431.
20. hughes jr, stead lf, lancaster T. nortryptiline for smoking cessation: a review. nicotine
Tob res 2005;7(4):491-9.