![]() and advanced Parkinson's Disease don't normally belong in the same sentence. fluctuaties en hyper-/dyskinesie en met respons op levodopa, wanneer de beschikbare combinaties van geneesmiddelen bij de ziekte van Parkinson geen bevredigende resul- taten hebben gegeven. Dosering en wijze van toediening: Ochtenddosis. De bolusdosis `s ochtends wordt toegediend met de pomp om snel het therapeutisch dosisniveau te bereiken. Deze dosis moet berekend worden op basis van de voorgaande ochtenddosis levodopa van de patiënt met toevoeging van het volume dat nodig is om de sonde te vullen. Totale ochtenddosis: 5 tot 10 ml, hetgeen overeenstemt met 100 - 200 mg levodopa. De totale ochtenddosis mag niet meer dan 15 ml (300 mg levodopa) edragen. Continue onderhoudsdosis. Aanpasbaar in stappen van 2 mg/uur (0,1 ml/uur). De dosis moet berekend worden volgens de voorafgaande dagelijkse inname van levodopa door de patiënt. Wanneer gecombineerde behandelingen worden gestopt, dan moet de Duodopa-dosis ook aangepast worden. De continue onderhoudsdosis dient binnen een bereik van 1 tot 10 ml/uur (20 tot 200 mg levodopa/uur) gehouden worden. Extra bolusdoses. Indien nodig, als de patiënt gedurende de dag hypokinetisch wordt. Tussen 0,5 en 2,0 ml. CONTROLE VAN DE BEHANDELING. Zie SKP. Kinderen en adolescenten. Veiligheid niet aangetoond. Nier- en leverinsufficiëntie. Geen dosisaanpassing. ONDERBREKEN VAN DE BEHANDELING. Zie SKP. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor levodopa, carbidopa of één van de hulpstoffen van het product. Nauwehoekglaucoom. Ernstige nier- en leverinsufficiëntie. Ernstige hartinsufficiëntie. Ernstige hartaritmie. Ac. cerebrovasculair accident. Niet-selectieve MAO-remmers en selectieve MAO type A-remmers. Feochromocytoom, hyperthyroïdie, syndroom van Cushing. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Voorzichtigheid bij patiënten met een ernstige cardio- vasculaire of pulmonaire ziekte, bronchiale astma, renale, hepatische of endocriene aandoeningen, of een voorgeschiedenis van maagulcera of convulsies. Bij patiënten met antecedenten van myocardinfarct met residuele nodale of ventriculaire aritmieën, moet de hartfunctie zeer nauwkeurig worden gevolgd tijdens de periode van aanpassing van de initiële dosis. Alle patiënten behandeld met Duodopa moeten zorgvuldig geobserveerd worden. Voorzichtigheid bij patiënten met een chronisch openhoekglaucoom en bij het besturen van een voertuig of het gebruik van machines. Voorzichtigheid in geval van symptomen van het Neuroleptisch Malignant Syndroom (NMS). Een periodieke evaluatie van de hepatische, hematopoietische, cardiovasculaire en renale functies is aanbevolen tijdens een langdurige behandeling met Duodopa. Duodopa mag tijdens de zwangerschap niet worden gebruikt tenzij de voordelen voor de moeder groter zijn dan de eventuele risico's voor de foetus. Tijdens een behandeling met Duodopa mogen vrouwen geen borstvoeding geven. De behandeling van een acute overdosis Duodopa is in het algemeen dezelfde als die van een acute overdosis levodopa. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie: Antihypertensiva. Antidepressiva. Anticholinergica. Dopamine receptor antagonisten, benzodiazepines, isonia- zide, fenytoïne, papaverine. Selegiline. COMT-remmers (tolcapone, entacapone). Amantadine. Bepaalde aminozuren. Antacida. Bijwerkingen: Leucopenie, hemolytische en niet-hemolytische anemie, thrombocytopenie, agranulocytose. Anorexie, gewichtsverlies, gewichtstoename hallucinaties, confusie, nachtmerries, slaperigheid, vermoeidheid, slapeloosheid, depressie met zeer zelden zelfmoordpogingen, euforie, dementie, psychotische episodes, gevoel van stimulatie, agitatie, angst, verminderd denkvermogen, desoriëntatie, verhoogd libido, loomheid. Dyskinesie, choreatische bewegingen en dystonie, "ON-OFF" periodes, vertigo. Ataxie, verhoogd beven van de handen, neurolep- tisch maligne syndroom, paresthesieën, vallen, stapstoornissen, trismus, hoofdpijn, convulsies. Troebel zicht, blefarospasme, activering van een latent syndroom van Claude Bernard-Horner, diplopie, mydriasis, oculogyrische aanvallen. Palpitaties, onregelmatige hartslag. Orthostatische hypotensie, neiging tot flauwvallen, syncope, hypertensie, flebitis. Heesheid, thoracale pijn, dyspnoe, abnormaal ademhalingspatroon. Nausea, braken, droge mond, bittere smaak, constipatie, diarree, sialorroe, dysfagie, flatulentie, dyspepsie, gastrointestinale pijn, donkerkleurig speeksel, bruxisme, hikken, gastrointestinale bloedingen, branderig gevoel van de tong, duodenale ulcera. Oedeem, angioe- deem, urticaria, pruritus, gelaatsroodheid, haaruitval, exantheem, hyperhydrose, donkerkleurige transpiratievloeistof, maligne melanoom, purpura rheumatica (syndroom van Henoch-Schönlein). Spierspasmen. Donkerkleurige urine, urineretentie, urine-incontinentie, priapisme. Zwakheid, malaise, erytheem. van ureum-stikstof, alkalische fosfatase, S-ASAT, S-ALAT, LDH, bilirubine, glykemie, creatinine, urinezuur en Coombs-test waarden van hemoglobine en hematocriet. Leukocyten, bacteriën en bloed in de urine. VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN : BE276814 DATUM VAN EERSTE VERLENGING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING : 14 november 2005. DATUM VAN DE LAATSTE HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING : 21 januari 2009. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST : 1 oktober 2009. DE LAATSTE GOEDKEURING VAN DE TEKST dateert van 12/2009. |