![]() de stabiliteit van de duim. Een interfa- langeaalduimgewricht dat in flexiestand komt is niet functioneel, zodat stabilisa- tie in extensie zich opdringt zowel voor de passieve als de actieve sleutelgreep. chirurgie bestaat uit drie opeenvolgende periodes, te starten met minstens vier weken gipsimmobilisatie, gevolgd door een passieve mobilisatieperiode van vier weken om af te sluiten met een actieve trainingsperiode van vier weken. Tijdens de passieve mobilisatieperiode wordt naast passieve mobilisatie progressief gestart met actieve oefeningen zonder weerstand, om in de actieve trainings- periode over te gaan tot actieve oefen- therapie met opbouwende manuele weerstand (kinesitherapeut geeft ma- nueel weerstand), door middel van myofeedback, functionele oefeningen en computergeassisteerde oefenprogram- ma's. samengevat in de uitspraak van dr. Mö- berg, grondlegger van de handchirurgie voor tetraplege handen: "als je niets kan is de minste verbetering van uw hand- functie een wereld van verschil". laesies in de fase na de revalidatie, is: "met die rolstoel heb ik leren leven, maar met de rest...". Bij die rest neemt het hele gebeuren rond defecatie een be- langrijke plaats in. Onderzoek toont im- mers aan dat 58% van de dwarslae- siepatiënten last heeft van chronische maag- en darmklachten. De belangrijk- ste hierbij zijn: obstipatie, opzetting van de buik, fecale stop, buikpijn, aambeien, incontinentie, diarree... het moment dat de hersenen een prik- kel ontvangen dat de vulling voldoende is. De uitwendige sluitspier blijft op spanning tot op het moment dat de hersenen het signaal tot uitdrijving van de stoelgang geven, waarbij de uitwen- dige sluitspier zich ontspant en de peri- staltiek de stoelgang kan naar buiten brengen. Bij dwarslaesies hebben de hersenen de controle verloren over externe sfincter en bekkenbodemspieren, is de colon- transit vertraagd, zorgt een spastische sfincter meestal voor enige veiligheid te- gen incontinentie maar is willekeurige relaxatie niet meer mogelijk. een uitzondering. Door de slappe ver- lamming is er een atone sluitspier die mogelijk continu stoelgangverlies als gevolg heeft. Bij incomplete laesies is er sprake van sacral sparing. Dit zorgt er voor dat er soms nog een onduidelijk gevoel is in de bekkenregio, hetgeen kan helpen bij het bepalen van het goede moment van stoelgangevacuatie (7). het toiletbezoek voor defecatie. Transfer van en naar het toilet zelfstandig kunnen uitvoeren is de basisvaardigheid welke de patiënt moet beheersen om het defe- ceren op het toilet te kunnen starten. nen, maar ook tetraplegiepatiënten met voldoende fysieke fitheid en compensa- toir evenwicht met stabiele zit op het toi- let kunnen de stoelgangtraining op het toilet starten. Een patiënt met paraplegie moet zelfstandig het rectale toucher kun- nen uitvoeren, een patiënt met tetraplegie dient te beschikken over voldoende hand- functie. Door het rectale toucher kan de spastische anale sfincter ontspannen en wordt passage van feces mogelijk. niet mogelijk is, kan het rectale toucher in bed worden uitgevoerd door de ver- pleegkundige. Belangrijk is de regelmaat waarmee dit gebeurt: dagelijks bij de ochtendverzorging, steeds op hetzelfde moment van de dag, zodat de patiënt een minimaal risico loopt op stoel- gangverlies op ongewenste momenten. Bijkomende prikkels zoals darmmassage (mechanische stimulatie) en glycerine- suppositoria (prikkel- en glijmiddel) kun- nen de defecatie faciliteren. Bij constipa- tie kan manuele verwijdering van de stoelgang nodig zijn. staande anus resulteert vooral in frequent stoelgangverlies. Toch starten we met dezelfde klassieke training op het toilet, maar we streven naar een lichte vorm van obstipatie om zo weinig mogelijk kans op incontinentie te hebben. Indien dit onvoldoende resultaat heeft, kunnen we beroep doen op een aantal hulpmid- delen zoals de anale plug of kunnen we colonspoeling opstarten. naar een vezelrijke voeding met vol- doende vochtinname van minstens twee liter per dag is noodzakelijk, maar ook dan is bijkomende hulp van bij voorkeur osmotische laxativa gewenst. Een defecatiefrequentie van drie per week is minimaal wenselijk, een dage- lijkse defecatie is optimaal. |