![]() ook een verminderde proprioceptie ter hoogte van de lumbale wervelkolom wel eens een belangrijk onderliggend mecha- nisme zou kunnen zijn voor deze ver- minderde posturale controle, maar een duidelijk evaluatie van proprioceptieve veranderingen tijdens posturale contro- letaken wordt meestal niet gedaan. naar voor geschoven als een middel om spierspoelen te stimuleren en het pro- prioceptieve systeem te beïnvloeden (25, 26). Het gebruik van spiervibratie tijdens posturale controletaken toonde een gewijzigde proprioceptie in relatie met verminderde posturale controle bij mensen met lagerugpijn. Zij blijken minder gebruik te maken van proprio- ceptieve signalen uit de multifidusmus- culatuur om een rechtopstaande hou- ding optimaal te bewaren in vergelijking met gezonde personen (27). posturale taak stijgt, zoals bij staan op een onstabiel oppervlak, blijkt het ver- schil in het gebruik van rugpropriocep- toren tussen gezonde personen en mensen met lagerugpijn nog groter te worden. Op die manier valt de multiseg- mentale proprioceptieve controle weg ten voordele van een meer enkelge- stuurde controlestrategie. Hierbij gedraagt de romp zich als een rigide regio, wat op zijn beurt kan leiden tot hogere mecha- nische belasting lumbosacraal en recidi- verende klachten in dat gebied. pijn ook een verminderd vermogen te hebben om hun posturale strategie aan te passen aan de posturale taak: terwijl mensen zonder klachten bij het over- schakelen van een staande naar een zit- tende houding moeiteloos meer beroep doen op rugproprioceptoren omdat deze dan meer efficiënt zijn, hebben mensen met lagerugpijn niet de capaciteit om zorgt een verschil in spierspoeldensiteit in de multifidusmusculatuur voor een gewijzigde proprioceptie en een vermin- derd hanteren van een multisegmentale proprioceptieve posturale controle bij lagerugpijn. Deze stelling dient zeker verder onderzocht te worden, maar de huidige bevindingen (gewijzigd proprio- ceptief patroon) dwingen ons toch om tijdens het behandelen enkele accenten te verleggen (Figuur 3). de kinesitherapeutische behandeling van lagerugpijn duidelijk verschoven. In het verleden bestonden oefenprogramma's voor lagerugpijn voornamelijk uit kracht- en uithoudingstraining van de rompspieren. Een juiste proprioceptieve motorische controle van spieren en gewrichten, en niet zozeer de spierkracht sis van het optimale functioneren van de lumbosacrale wervelkolom. worden getraind via posturale balans- oefeningen. Posturale balans kan geoefend worden door een gevecht met de zwaartekracht aan te gaan. De patiënt dient zijn evenwicht te bewaren op een selectief (onbewust) uitgekozen manier die in die situatie optimaal en het effec- tiefst is. Door het toedienen van uiteen- lopende posturale balansverstoringen ondergrond, arm- en beenbewegingen of mentale taken) wordt de patiënt gestimu- leerd zijn posturale controlestrategie telkens opnieuw aan te passen. De patiënt leert via kleine bewegingen van- uit zowel rug, bekken, heupen, knieën als enkels (multisegmentaal) het even- wicht efficiënt te bewaren en bouwt zo een grote variabiliteit aan propriocep- tieve controlestrategieën op. De taak van de kinesitherapeut ligt in het efficiënt bijsturen door middel van auditieve, tac- tiele of visuele feedback. Om motorisch te leren dienen de oefeningen veel her- haald te worden met de focus op de kwaliteit van de oefening. Bovendien strategie en pijn. IRoBO = internal representation of body orientation (29). |