background image
ACTUA
69
l
Neuron
·
Vol 16
·
Nr 3
·
2011
N1640N_2011
Het Congrès de l'Encéphale wordt gesteund door de Académie nationale de Mé-
decine, de Fédération française de Psychiatrie en de Universiteit Paris-Descartes.
Heel wat sessies worden bovendien gesteund door wetenschappelijke organisa-
ties die in deze materie actief zijn, waaronder de Koninklijke Vereniging voor
Geestelijke Gezondheid die België vertegenwoordigt met een lijvig en gevarieerd
programma. We kozen enkele onderwerpen uit die doorgaans minder belicht
worden...
Mentale anorexia bij jongens: dezelfde strijd als bij meisjes?
Reeds in 1694 beschreef Morton mentale anorexia bij jongens. Lange tijd was
dit een betwist fenomeen omdat het werd beschouwd als een psychotische ge-
beurtenis waarvan men vermoedde dat ze het begin van schizofrenie aankon-
digde. Bovendien maakten beschrijvingen in de allereerste uitgaven gewag van
`vrouwelijke' symptomen (amenorrhea) waardoor voor dit concept geen stevige
nosologische onderbouw werd uitgewerkt, temeer daar men het onmogelijk
achtte gelijkaardige symptomen bij jongens te veronderstellen. Dit gezegd zijn-
de, zijn er inmiddels meerdere studies gewijd aan het lichaamsbeeld bij jon-
gens. Zij werden samengebracht in een meta-analyse die aantoont dat er een
belangrijk verband is tussen de ontevredenheid over het lichaam en een negatief
zelfbeeld. Maar wat het meest opvalt bij jongens, is het verlangen naar spieren.
Duidelijk de spieren kunnen zien, is voor hen belangrijker dan de angst voor
`vet' of voor een `slap' lichaam (1). Dit verklaart waarom het mogelijk is dat de
symptomen van anorexia zich anders voordoen bij jongens. Het obsessieve eet-
gedrag van bodybuilders wordt door velen beschouwd als een uiting van men-
tale anorexia bij jongens (2).
Een valse anorexia of een anorexia die zich op een andere
manier uit?
In dit verband begrijpt men gemakkelijk dat twee vragen terugkomen: bestaat ano-
rexia zoals die voorkomt bij vrouwen ook bij mannen? En indien deze bestaat, wat
zijn dan de verschillen tussen mannen en vrouwen, als die er al zijn? Deze vraag-
stelling legt uit waarom de prevalentiegegevens zeer verschillen naargelang de stu-
die en waarom ze schommelen tussen 0,18/100.000 (3) en 1,8/100.000 (4), terwijl
de prevalentie bij de algemene, niet-`symptomatische' bevolking schommelt tussen
0,16% (bij een compleet syndroom) en 0,76% (voor de deelsyndromen die geken-
merkt worden door magerte of atypische gastro-intestinale symptomen) (5). Jean
Chambry (Gentilly) merkt op: "Wat er ook van zij, indien men aanneemt dat men-
tale anorexia bij mannen werkelijk bestaat, valt het op dat deze op latere leeftijd
optreedt dan bij meisjes (rond 17,5­19 jaar), en dit na lang en moeizaam zoeken
naar een diagnose (dat tot 4 jaar kan oplopen). In bijna 4 gevallen op 10 wordt zij
voorafgegaan door een premorbide zwaarlijvigheid (6) en moeilijke levensomstan-
digheden die bijna constant aanwezig zijn in het jaar dat aan de diagnose vooraf-
gaat (verlies van een oudere broer, mislukking op sportief vlak, enz.) (7)".
Dominique-Jean Bouilliez
9
DE
CONGRES DE L'ENCEPHALE, PARIJS, 19-21 JANUARI 2011
w
anneer
de
psychiatrie
geen
enkel
Middel
onbeproefd
laat
Keywords:
male anorexia nervosa ­ pedo-
philia ­ elderly attention deficit
­ gifted child