background image
78
l
Neuron
·
Vol 16
·
Nr 3
·
2011
gevonden hebben. Dit om te voorkomen
dat we ingrijpen op handen die nog
spontaan recupereren.
Samenwerking van het team met de
patiënt is essentieel om de verwachtin-
gen van de patiënt te toetsen aan de
chirurgische mogelijkheden en omge-
keerd.
Wat kan de patiënt en wat zou hij wil-
len kunnen? Welke vaardigheden zijn
wenselijk bij de activiteiten van het
dagelijkse leven, zoals verwerving van
zelfsondage bijvoorbeeld? Wat zijn de
hobby's van de patiënt? Zal de patiënt
mechanisch rolstoelrijden? Moet hij een
joystick kunnen bedienen? Welke hulp-
middelen zullen worden aangeschaft of
voor welke hulpmiddelen is er interesse?
Gestandaardiseerde testen zoals de test
van Van Lieshout en de grasp and release
test
geven objectieve informatie betref-
fende de snelheid, de compensatoire be-
wegingen en de handigheid van de
patiënt. Testen van sensibiliteit over de
verschillende handzones en vingers is
belangrijk.
Het principe van de handchirurgieproce-
dures is gebaseerd op evaluatie van
spierkracht in de verschillende spieren
van het bovenste lidmaat, met de bedoe-
ling een inventaris op te maken en te de-
tecteren of er verschillende spieren zijn
met een gelijkaardige functie (6). Wan-
neer twee spieren met een gelijkaardige
functie beschikken over voldoende
kracht, kan men één van beide nemen
om een andere functie over te nemen na
peestransfer.
De chirurgische mogelijkheden zijn ge-
baseerd op de internationale classificatie
van Giens. De spiertesting moet gebeu-
ren door ervaren therapeuten en artsen.
De uiteindelijke beslissing tot chirurgie
gebeurt na bespreking van het chirur-
gische plan en de beoogde doelstellin-
gen met de patiënt. De motivatie van de
patiënt moet optimaal zijn, de verwach-
tingen moeten realistisch zijn.

De functie van het bovenste lidmaat bij
een tetraplegiepatiënt wordt in belang-
rijke mate bepaald door de mogelijkheid
een reikwijdte te bekomen in de ruimte,
het beschikken over een volle handgreep
(cilindergreep) en het beschikken over
een sleutelgreep (Figuur 2).
Het is interessant als men met de twee
handen verschillende vaardigheden be-
zit: één sterke hand waarmee men zwaar-
dere voorwerpen kan grijpen en één
open hand waarmee men bredere voor-
werpen kan grijpen.
Het bekomen van reikwijdte is gekop-
peld aan schouderabductie en elle-
boogextensie.
Controle over elleboogextensie is op ver-
schillende manieren te bekomen. We
opteren meestal voor transfer van het
pars posterior m. deltoideus naar de insertie-
pees van de m. triceps brachii. Postopera-
tief wordt zes weken immobilisatie in ex-
tensie voorzien met abductie en elevatie
van de schouder teneinde de sutuur te be-
schermen en oedemen te voorkomen. Ver-
volgens wordt extensie geoefend vanuit
een progressief opbouwende elleboogfle-
xie. Tijdens deze reëducatie krijgt de patiënt
een protectieve spalk om accidentele elle-
boogflexie te voorkomen. Op het einde
van de revalidatie moet de patiënt met zijn
hand de mond kunnen bereiken.
Een volle handgreep of cilindergreep kan
bekomen worden door transfer van de
m. brachioradialis
naar de polsextensoren
(Giens 1). Een passieve tenodesegreep is
het resultaat. Heeft de patiënt reeds een
actieve polsdorsiflexie, dan kan de
m. brachioradialis gebruikt worden om
een andere functie te bekomen, zoals
transfer van m. brachioradialis naar de
m. flexor pollicis longus om een actieve
sleutelgreep te bekomen (Giens 2).
Wanneer de polsextensie stevig is en het
resultaat van een krachtige m. extensor
carpi radialis brevis
en longus, kan trans-
fer van de longuspees naar de flexor
digitorum profundus
het grijprepertoire
van de patiënt ook uitbreiden naar een
actieve volle handgreep (Giens 3).
Wanneer men in het revali-
datieproces de handfunctie
ziet stabiliseren, wordt
bekeken of door middel van
handchirurgieprocedures de
handfunctie kan verbeteren.
Figuur 2: Tenodesegreep: sleutelgreep en cilindergreep bij polsextensie.