background image
86
l
Neuron
·
Vol 16
·
Nr 3
·
2011
geen myogene afwijkingen en bij
een spierbiopsie worden evenmin
afwijkingen gevonden.
· De aantasting van de retina bij het
HANAC-syndroom is dezelfde als
bij de vorige fenotypes: kronkelige
arterioli van het netvlies. De patiën-
ten hebben vaak een geschiedenis
van goedaardige recidiverende net-
vliesbloedingen met een daling van
de gezichtsscherpte, soms uitgelokt
na een trauma; de gezichtsscherpte
herstelt echter na enkele dagen.
· Sommige patiënten hebben ook een
Raynaudsyndroom en een supra-
ventriculaire ritmestoornis.
Aantasting van de hersenen
Families met het HANAC-syndroom ontwik-
kelen geen hersenbloedingen zoals de an-
dere twee fenotypes. Geen enkele patiënt
vertoonde een hersenbloeding of sympto-
matische of radiologische porencefalie.
Een MRI van de hersenen toont een
microangiopathie van de hersenen met
vooral leukopathie en enkele lacunes.
Naast die paucisymptomatische aantas-
ting van de kleine slagaders vertoont
55% van de patiënten intracraniale
aneurysmata. Het betreft multipele,
asymptomatische en doorgaans kleine
aneurysmata, die electief de carotissifon
aantasten en soms gepaard gaan met een
beeld van dolichosifon. COL4A1 is net
zoals enkele andere genen die een rol
spelen bij de functie van de extracellu-
laire matrix zoals COL3A1 bij type IV-
Ehlers-Danlossyndroom en het gen van
polycystische nieren, verantwoordelijk
voor de vorming van intracraniale aneu-
rysmata (22). Bij de COL4A1-non-HA-
NAC-fenotypes zouden er ook intracra-
niale aneurysmata kunnen optreden,
maar veel minder vaak (9, 11, 17, 18).
Bij biopsie: een systemische
`basalemembraanziekte'
Bij elektronenmicroscopisch onderzoek
van een nierbiopt vinden we afwijkingen
met een ontdubbeling en verdikking van
de basale membraan van het kapsel van
Bowman en dehiscentie van de interstiti-
ele capillairen.
Bij elektronenmicroscopisch onderzoek
van een huidbiopt worden soortgelijke
afwijkingen gevonden met een beeld
van replicatie van de basale membraan
tussen de dermis en de epidermis; de
gladde spiercellen in de dermis zijn ge-
dissocieerd door expansie van een ver-
dikte basale membraan.
Die afwijkingen getuigen van een diffuse
aantasting van de basale membraan bij
het HANAC-syndroom. Dat syndroom
wordt dan ook beschouwd als een syste-
mische `basalemembraanziekte'.
Genotypische aspecten
Alle mutaties behalve één mutatie waar-
van de aard nog niet bekend is, leiden
tot een substitutie van het glycineresidu
door een ander aminozuur in het Gly-
Xaa-Yaa-triplet (Tabel 2). Dat getuigt van
het belang van glycine voor de functie
van COL4A1.
Afwijkingen die te wijten zijn aan COL-
4A1, zijn fenotypisch zeer heterogeen
en dat is ook zo in muizenmodellen (7).
Gezien het kleine aantal families, is het
moeilijk de correlatie tussen het genoty-
pe en het fenotype nader te preciseren.
Er bestaan overlappingen tussen de be-
langrijkste drie fenotypes, zoals micro-
angiopathie van de hersenen en kronke-
lige arterioli van het netvlies. De drie
mutaties van families met het HANAC-
syndroom liggen echter zeer dicht bij
elkaar (exonen 24 en 25) en dat syn-
droom vertoont toch specifieke verschil-
Figuur 2: HANAC-syndroom. A: angiografie van de retina toont kronkelige arterioli;
B: beeldvormingsonderzoek van het abdomen toont bilaterale niercysten; C: MRI van de
hersenen toont aneurysmata van de carotissifon rechts en een dolichosifon links;
D: MRI van de hersenen met FLAIR-sequentie toont periventriculaire leukopathie.
De aneurysmata zijn asymp-
tomatisch, klein en multipel.
De carotissifon wordt electief
aangetast, soms met een
beeld van dolichosifon.