(Tabel 1): autosomaal dominante type I- porencefalie [Online Mendelian Inheri- tance in Man (OMIM) 175780], aantas- ting van de kleine bloedvaten van de hersenen met bloedingen (OMIM 607595) en het HANAC-syndroom (OMIM 611773). collageen een van de eiwitten van de extracellulaire matrix. Het komt overal voor en heeft een niet-fibrillaire struc- tuur. Het is een belangrijk bestanddeel van alle basale membranen (BM), ook die van de bloedvaten (1). Er bestaan zes type IV-collageenketens (a1 tot a6) en elke keten wordt gecodeerd door een ander gen. Mutaties van de ketens a3(IV), a4(IV) of a5(IV) veroorzaken het syn- droom van Alport, dat gekenmerkt wordt door een glomerulopathie, doofheid en oogafwijkingen. Type IV-collageenketens vormen onder- ling heterotrimeren met een drievoudig schroefvormige structuur. Het heterotri- meer dat de a1-keten bevat, bestaat uit twee a1-ketens en één a2-keten [(a1)2(a2)]. COL4A1 bestaat uit een col- lageendomein van ongeveer 1.400 ami- nozuren, dat een herhaling van Gly-Xaa- Yaa-triplets bevat met een glycine om de drie aminozuren en een globuleus niet- collageenuiteinde, NC1 genaamd. langrijk voor de interactie tussen COL- 4A1 en de andere bestanddelen van de extracellulaire matrix. In de basale mem- braan van de bloedvaten vormt COL4A1 een maasvormig netwerk onder het en- dotheel en rond de gladde spiercellen (2). COL4A1 komt ook voor in de basale membraan van de haarvaten van het centrale zenuwstelsel en de pia mater (3). stabiliteit en de soepelheid van de BM (4). Het is een lang gen van 52 exonen, dat op 13q34 ligt. diermodellen het COL4A1-gen zijn eerst aangetoond in diermodellen. · Gould et al. hebben aangetoond dat baar zijn (5). Bij heterozygote mui- zen (COL4A1+/Dex40) bedroeg de sterfte aan hersenbloedingen 50% de eerste dag na de geboorte. Bij 18% van de overlevende dieren werd bij autopsie een porencefalie aangetoond, wat getuigde van het optreden van prenatale hersenbloe- dingen. Bij histologisch onderzoek was 20% van de bloedvaten van de hersenen pathologisch met afwijkin- gen van de BM van de bloedvaten. De dikte van de BM was wisselend en de BM vertoonde focale onder- brekingen. Niet alle mutante mui- zen vertoonden een porencefalie. De bloedingen traden vaak op tij- dens de worp. teractie tussen een omgevingsfactor bij de worp en de genetische factor die predisponeert tot perinatale her- senbloedingen. (COL4A1+/Dex40) vergeleken bij ter wereld waren gekomen, en 26 muizen die chirurgisch ter wereld werden gebracht (6). Geen enkele van de muizen van die laatste groep vertoonde bloedingen tijdens de geboorte, terwijl alle muizen die via natuurlijke weg waren gewor- pen, een hersenbloeding vertoonden. De volwassen muizen vertoon- den vaak hersen- en hersen- vliesbloedingen. Bij histologisch onderzoek werden lichte of ernsti- ge multifocale bloedingen waarge- nomen, vooral in de basale ganglia, ook bij de muizen die geen duide- lijke bloeding vertoonden. Die re- sultaten bevestigden de vatbaar- heid voor hersenbloedingen bij muizen met COL4A1-mutaties met fragiliteit van de microcirculatie en interactie met omgevingsfactoren, met name traumata. zen werden ook systemische afwijkin- gen aangetoond met kronkelige bloed- vaten in het netvlies, afwijkingen van de glomerulaire basale membraan en microalbuminurie (6). Andere muizen met COL4A1-mutaties (COL4A1+/Bru COL4A1+/Raw) vertoonden afwijkin- gen van het voorste oogsegment (type Axenfeld-Rieger) en aantasting van de glomeruli met afwijkingen van de BM (7, 8). klinische afwijkingen. |