werking van de mictiemethode en pre- ventie van de complicaties ten gevolge van een neurogene blaas met ontwik- kelen van hoge drukken de primaire doelstellingen (2). Intensieve samen- werking met een gespecialiseerd uroloog is onontbeerlijk. Revalidatietechnisch gezien kiest men bij voorkeur de mictie- methode die de patiënt zelfstandig kan uitvoeren en richt men de training van de handfunctie bij tetraplegiepatiënten op deze vaardigheden. het kinesistherapeutische, ergotherapeu- tische en verpleegkundige aandeel psychologische begeleiding focust op ver- schillende doelstellingen ter ondersteu- ning van de dwarlaesierevalidant en het team. De dwarslaesierevalidant ziet zich voor de bijna onmogelijke taak geplaatst om het verwerkingsproces harmonieus te laten samengaan met het revalida- tieproces. Toch is net het boeken van successen tijdens dit revalidatieproces de noodzakelijke basis om ook mentaal te kunnen evolueren in het omgaan met beperkingen en mogelijkheden (3). De psychologische begeleiding is com- plex en vraagt een inzicht in verschil- lende modellen omtrent persoonlijkheid, verwerking, coping, omgaan met angst en verlies en aanbieden van strategieën om te kunnen evolueren naar een maxi- maal revalidatieresultaat. Het team vindt steun en raad bij de psycholoog, om elke patiënt de best passende individuele aanpak te kunnen aanbieden en om met de patiënt het overlevingspakket te kun- nen samenstellen waarmee die na ont- leven opnieuw vorm te geven (4). integratie van de dwarslaesiepatiënt vol- gens het ICF-model (Internationale Clas- sificatie van het menselijk Functioneren). Terugkeer naar huis moet worden voor- opgesteld, professionele re-integratie moet worden bekeken. gische patiënten na hand- chirurgie van de revalidatie zijn het zo soepel als mogelijk houden van schouder, elleboog en hand door mobilisatie en positione- ring en door het aanbieden van spierver- sterkende oefentherapie voor alle be- schikbare spieren. Bekomen van een functionele tenodesegreep is haalbaar wanneer de patiënt beschikt over een voldoende krachtige polsextensie (5). Voor patiënten die afzien van hand- chirurgieprocedures kan toelaten van een verkorting van de vingerflexoren en -extensoren een optie zijn, zodat de hand bij polsextensie passief zal sluiten en bij polsflexie passief zal opengaan, vingerflexoren en vingerextensoren (Figuur 1). patiënt is een frequent probleem dat multifactorieel ontstaat door letsel aan het ruggenmerg, radiculaire schade, bot- letsel, spieronevenwicht in de schouder en nekregio, inflammatoir schouder- lijden en complex regionaal pijnsyn- droom. De pijnbehandeling moet dan ook vroegtijdig starten en multifactorieel georiënteerd zijn. geeft de patiënt vrij snel concrete doel- stellingen zoals eettraining, gebruik van toetsenklavier voor computer en omge- vingsbediening en rolstoelrijden. Op die manier stimuleert de verwerving van zelf- redzaamheid de mentale verwerking. de handfunctie ziet stabiliseren, wordt bekeken of door middel van handchirur- gieprocedures de handfunctie kan ver- beteren. Het letsel moet minstens 6 maanden oud zijn en er mag de laatste 3 maanden geen enkele vooruitgang meer plaats- |